De Kroatische
'interdisciplinaire kunstenares'
Ivana
Müller (°1972) maakte in 2005 de 'net-site specific' performance 'You
are there but I cannot see you' met als ondertitel: 'A video about
absence, presence and other strategies that make theatre theatre and
Internet Internet'.
Deze performance verdient onze aandacht om meerdere redenen.
ANALYSE
Beginnen we met een beschrijving.
1. (→ 3'30") De performster typt hoorbaar een tekst die zichtbaar wordt
op een computerscherm. In de tekst beschrijft ze de hypothetische situatie dat zij op
de scène staat van een theater - een 'big black room' - waarin wij
de toeschouwer zijn, waarin geluiden te horen zijn, en waarin zowel bij
speelster als toeschouwer de verwachting leeft van een op handen zijnde opvoering.
We hebben hier dus te maken met woorden die (visuele,
auditieve en interoceptieve) beelden oproepen - niet met lijfelijke,
maar met 'opgeroepen tegenwoordigheid' in een 'opgeroepen theater' (middellijke
mimesis).
2. (→ 4'30") De nu op het scherm zichtbare speelster vertelt met nu
hoorbare woorden dat zij in feite achter het scherm zit waar wij voor
zitten.
Ditmaal zien we de performster en horen we haar woorden - en ze is
alweer niet lijfelijk aanwezig, maar slechts als audiovisuele
verschijning (onmiddellijke
mimesis). De woorden die ze uitspreekt wekken ditmaal geen
voorstellingen op, maar verwijzen naar de werkelijkheid voor en achter
het scherm: het zijn gewone discursief gebruikte woorden.
3. (→ 7'50") De performster typt weer hoorbaar een tekst die
weer zichtbaar wordt op een
computerscherm. Daarin beschrijft de performster - die nu weer
schrijvende vertelster wordt, hoe
lichten aangaan in een theater met 150 rode stoelen, hoe zij van links
opkomt, hoe zij haar knieën
voelt knikken enz. Hier hebben we weer te maken met de opgeroepen
voorstelling van een toneelvoorstelling, zoals in (1), met dit verschil dat
ditmaal geen geluid meer wordt opgeroepen, maar alleen visuele en interoceptieve verschijningen.
4. (→ 8'50") De weer zichtbare performster vertelt alweer met
hoorbare woorden dat wij niet in een theater zitten, maar achter onze
schermen. Ook dit is een herhaling van
de formule in het tweede fragment.
5. (→ 9'50") De nog steeds zichtbare en hoorbare performster vraagt de
toeschouwer haar voor te stellen in diverse kostuums. Hier wordt de
nabootsing van een performster (onmiddellijke mimesis) gecombineerd met
de voorstelling van haar optreden (middellijke mimesis).
6. (→ 12'10") De performster verdwijnt, en we zien weer de
tekst op een computerscherm verschijnen, waarin zij beschrijft hoe ze
danst op de scène, terwijl het geluid van het
tikken wordt overstemd door vierstemmige muziek - de fuga uit Mozarts
Adagio en fuga in C klein K. 546. Een (ditmaal slechts visuele) voorstelling
(middellijke mimesis) wordt hier aangevuld met muziek (onmiddellijke mimesis).
7. (→ 12''50") Dan volgt een 'black out': we horen niet langer
de muziek en de
actrice stopt met dansen. De tekst op het scherm zegt dat we de danseres
horen ademen, almaar stiller (terwijl in feit alleen het tikken stil wordt).
We schakelen dus over van hoorbare muziek naar voorgesteld ademen
(middellijke mimesis) gecombineerd met hoorbaar typen.
8. (→ 13.30) De tekst op het scherm vertelt ons dat wij applaudisseren,
heel hard (terwijl er niets is te horen), tezamen met
149 andere paren van handen. Dit is voorgesteld applaudisseren (middellijke mimesis) zoals in 7, maar
ditmaal zowel auditief als visueel.
9. (→ 15.00) De weer zichtbare performster vertelt ons dat wij
niet aan het klappen zijn en dat performance is afgelopen.
NEGEN SOORTEN BEELDEN IN NEGEN COMBINATIES
Deze video is een zeer complex fenomeen. Er zijn negen soorten beelden
in te onderscheiden. Om te beginnen zijn er de concreet waarneembare
beelden: het aangezicht als visueel beeld van de spreker, de stem als
auditief beeld van de sprekende performer, het tikken als auditief beeld
van de typende performer, en ten slotte de muziek als muzikale
nabootsing van expressieve bewegingen. Vervolgens is er het visuele
beeld van een verteller (letters op het scherm) en het auditieve beeld
van diezelfde verteller (opgenomen woorden). En ten slotte zijn er de
voorstellingen die worden opgeroepen - visuele (zoals de 'dark room' met
de rode zetels), auditieve (zoals het ademen en het applaudisseren) en
'innerlijke' (spanning, verwachtingen enz.).
We markeren de gewone discursieve woorden met roze, de beeldopwekkende
woorden van de performer als verteller met grijs, en de voorstelling die
worden opgewekt met geel.
De elementen zijn dan over de negen secties gecombineerd als volgt:
interoc. beeld |
||||||||||||
auditief beeld |
||||||||||||
visueel beeld |
||||||||||||
visueel beeld van verteller (letters) |
roept op | ↑ | ||||||||||
auditief beeld van verteller |
roept op | ↑ | ||||||||||
geluid (auditief beeld van typen) |
||||||||||||
muziek (auditief beeld van dansers) |
||||||||||||
auditief beeld van spreker |
||||||||||||
visueel beeld van spreker |
||||||||||||
1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 |
THEATER OF LESLOKAAL
Waarom maakten we deze analyse?
De performance van Ivana Müller is in de eerste plaats erg geschikt om te illustreren hoe
zeer uiteenlopende vormen van mimesis met elkaar kunnen worden
gecombineerd: een uitstekende oefening bij onze teksten over
mimesis, die overigens leert dat er nog meer
variaties op het thema van 'tegenwoordigheid' denkbaar zijn.
In de tweede plaats willen we erop wijzen dat we hier niet hebben te
maken met theater, noch met 'een video', maar met een les - een discours - waarin
voorstellingen van een toneelvoorstelling (met bijbehorende muziek)
worden opgeroepen als materiaal om er vervolgens uitspraken over te doen
- met name uitspraken als 'dit is geen theater, dit is een video'. Het discours bestaat uit twee delen. Enerzijds vraagt de lesgeefster
aan haar leerling om zich een theatervoorstelling voor te stellen (de
gele vakjes). Zij
demonstreert daarbij telkens andere (zij het zoals al vermeld: niet exhaustieve) manieren
waarop de voorstelling van een toneelvoorstelling kan worden opgeroepen.
Interessant is daarbij hoe in (7) het stiller worden van het geluid van
het typen en vertragen ervan worden gebruikt wordt als
analoog teken dat
het stiller en trager worden van de opgeroepen ademhaling versterkt. Het
effect is zo overtuigend, dat ik moest terugspoelen om te weten of de
ademhaling hoorbaar was, dan wel alleen in de voorstelling bestond.
Anderzijds doet de lesgeefster uitspraken over het verschil tussen een
toneelvoorstelling en een 'video'.
Het is duidelijk dat het oproepen van een toneelvoorstelling er niet is
omwille van zichzelf, maar slechts als middel om een stelling te
illustreren: de voorgestelde toneelvoorstelling dient slechts als empirisch materiaal waarover
uitspraken worden gedaan. We hebben hier dus slechts te maken met
instrumentele mimesis.
GEFILMDE LES OF PERFORMANCE/THEATER
Anderzijds is het lesgeven zelf geen werkelijkheid - geen les door een
lerares in levenden lijve, maar slechts een opname - een nabootsing -
ervan. Dat moet de suggestie wekken dat de les eigenlijk geen
les is, maar een 'performance' - een 'toneelvoorstelling'. Dat effect wordt nog versterkt doordat
het oproepen van de toneelvoorstelling eigenlijk een vertellen is, zodat
de lesgever achter een verteller lijkt te verdwijnen, die daardoor de
schijn wekt een acteur te zijn. Dat bedrieglijke effect zou verdwijnen als we een zwart beeld zagen en
de instructies voor de voorstelling als voice over kregen of gewoon
als kant-en-klaar geschreven tekst.
Pas als we dat goed doorhebben, blijkt in alle duidelijkheid dat we eigenlijk met een
(nagebootst) filosofisch discours over theater te maken hebben, niet met
theater.
LERAAR OF SOFIST
Ten derde willen we met deze analyse duidelijk maken dat het discours
zelf fout is. De stelling van Ivana Müller luidt 'theater is geen video'
- of op een dieper niveau: noch in theater noch in video is er sprake van
'tegenwoordigheid'. Wat ze in feite aantoont daarentegen, is alleen
maar: 'de audiovisuele opname (nabootsing) van een les is geen echte
les' en 'voorgesteld toneel is geen echt toneel'.
Serge Delbruyère postte deze video op
Alphaville voorzien van een commentaar.
In deze commentaar beweert hij dat het hier gaat om 'een uitgekiende oefening in verwijdering en toenadering, en
aldus een verkenning van de premissen die aan de notie van (theatrale) liveness en (dus) aanwezigheid ten grondslag liggen.'
Zoals aangetoond is hier wel in sommige fragmenten sprake van een
voorgestelde toneelvoorstelling, maar nergens van theater (noch een les)
in levenden lijve. Daarom hebben we hier geenszins te maken met een kritiek van de
'gedomesticeerde
fenomenologie: het zien, ruiken en - a fortiori - aanraken van een
lillend lichaam dat zich uitput in de enscenering van een gemakkelijk
als dusdanig te duiden praesentia.'
Zodat het, ten slotte, geenszins waar is dat door Ivana Müllers
performance 'You are there but I cannot see you' 'de illusie aan
diggelen wordt geslagen dat aanwezigheid een prediscursief gegeven zou
zijn'.
CONCLUSIE
We hebben hier dus niet te maken met volbloed kunst (van het maken van
nabootsingen), maar met pseudokunst -
meta-kunst, in casu: een discours over het beeld - 'kunst' over kunst. Dat
had
een interessante les kunnen zijn, maar blijkt in feite een juist inzicht
alleen maar te verhinderen...
© Stefan Beyst,
januari 2012.
Volg de discussie over deze tekst op
Alphaville
Referrers: Ivana Müller