Nieuw Wereldtijdschrift, jaargang 17, nr. 1
In dit fragment uit zijn weldra ook in het
Nederlands verkrijgbare boek ' Le Désir d'être un volcan' ergert
Michel Onfray zich aan de bewering van zijn confrater Michel Ragon dat
de armen niet losbandig zijn. Het kost Onfray uiteraard weinig moeite om
ons van het tegendeel te overtuigen.
Van oudsher worden seksuele waarden gekoppeld aan allerlei sociale,
nationale, culturele of religieuze tegenstellingen. Het hoeft dan ook
geen verwondering te wekken dat éénzelfde sociale groep, land of
cultuur vaak de meest uiteenlopende, ja zelfs tegenstrijdige kwaliteiten
krijgt toegedicht: het volstaat om er aan te herinneren welke
uiteenlopende deugden of ondeugden werden toegeschreven aan Italianen en
Hollanders, Christenen en joden, zwarten of het proletariaat. Alleen
reeds in de loop van Onfray's kleine artikel zien we het proletariaat
evolueren van de belichaming van de echtelijke trouw tot
vertegenwoordiger van een eeuwenoude libertijnse onderstroom.
We kunnen Onfray alleen maar gelijk geven als hij een stereotypering van
'de armen'
aanvecht. Maar we willen hem niet volgen als hij ons vervolgens een
nieuwe stereotypering opdringt. Er wordt ons een promiscue, puur
zinnelijke, onvruchtbare en speelse seksualiteit als libertijns ideaal
voorgehouden. En we leren dat dit ideaal de 'subversie' is van het
trouwe, vruchtbare, geestelijke en ernstige gedoe van.... jawel: het
burgerlijke echtpaar in zijn troosteloze echtelijke bed. Een staaltje
van helder denken! Alsof dat nog niet voldoende is, wordt dit mythische
echtpaar met zijn even mythisch gedrag ook nog eens gepromoveerd tot de
hoogburcht van de gevestigde orde. En ja hoor: wie niet trouw is maar
ontrouw, wie niet vruchtbaar vrijt maar onvruchtbaar, wie het zinnelijk
genot laat primeren boven de 'geestelijke' liefde, bestormt niet alleen
het echtelijke bed, maar doet zowaar de gehele gevestigde orde op haar
grondvesten daveren: 'Losbandigheid is altijd de speerpunt geweest van
elke steek in de flank van Behemoth'. Of: het afgezaagde verhaaltje van
don Juan als don Quichotte....
Van eenzelfde soort geestelijke armoede getuigt een ander geliefkoosd
stereotype dat we helaas niet alleen bij Onfray aantreffen: het
schrikbeeld van de 'joods-christelijke' seksuele vijandigheid
uitgespeeld tegenover 'de Oosterse, Chinese of Indiase erotiek' en 'de
Occitaanse troubadours'. Wat een intellectueel hoogstandje! Terwijl
onder het motto 'het leven is elders' - ongeveer zoals de liefde alleen
maar buiten het huwelijk - van oudsher in Europa de zwoelste fantasieën
werden gekoesterd over het gebeuren in Oosterse harems en de
bijbehorende Kama-Soetra, krijgt men in de bazaar van Teheran natte
dromen bij de gedachte
alleen al aan het Westen en zijn Playboy (of de grafische voorlopers
ervan die overigens model stonden voor nogal wat 'Oosterse
illustraties'). En in het voormalige Oostblok konden wulpse fantasieën
over het Vrije Westen zelfs betonnen muren aan het wankelen brengen.
(Wie dat nog niet door had, hoeft in hetzelfde nummer van het
wereldtijdschrift alleen te lezen wat de Pakistaan Zameenzad uitgerekend
over de Nederlanders, de Denen en de Zweden te vertellen heeft!).
Waaruit nogmaals blijkt dat filosofen niet altijd verlichte geesten
zijn, al blijven hun zoete broodjes blijkbaar goed verkopen..
© Stefan Beyst, 2001.