het beeld: mimesis herbekeken
deel III: de classificatie van de mimetische media

hoofdstuk 10: mimetische media in meervoudige beelden



INLEIDING

Nadat we in vorige hoofdstukken hebben bestudeerd hoe een enkelvoudige beeld (als verschijning) tot stand kan komen door een combinatie van mimetische media voor verschillende zintuigen, van onmiddellijke en middellijke media, en van mediumhebbende met mediumloze beelden, moet onze aandacht nu uitgaan naar de optelling van dergelijke (combinaties van) mimetische media bij het tot stand komen van meervoudige beelden - een fenomeen dat in theorieën van het beeld al helemaal niet meer aan bod komt. In dit hoofdstuk concentreren we ons op de samengestelde mimetische media. Op de samengestelde verschijningen en hun relatie tot de (combinaties van) mimetische media gaan we in in deel IV.

Wijzen we erop dat niet alle combinaties van mimetische media meervoudige verschijningen opleveren: 'Die Krähe' en 'Schnee' zijn enkelvoudige beelden (enkelvoudige verschijningen). Er is met name een verschil tussen het optellen van mimetische media bij het realiseren van een enkelvoudige verschijning, en het optellen van (combinaties van) mimetische media bij het realiseren van meervoudige verschijningen. Een meervoudige verschijning kan worden gerealiseerd door optelling van hetzelfde mimetisch medium of dezelfde combinatie van mimetische media, dan wel door optelling van telkens andere combinaties van mimetische media. Dat verschil wordt al te gemakkelijk over het hoofd gezien omdat de meeste meervoudige beelden optellingen zijn van identieke combinaties, zoals in een film of in de roman opera of oratorium, waardoor de indruk ontstaat dan dat er slechts één soort optelling is. De verwarring tussen beide soorten optelling wordt ook in de hand gewerkt doordat meervoudige beelden verdicht kunnen zijn met elkaar, en aldus de indruk geven een 'enkelvoudig beeld' te zijn.

Zodra we onderscheid maken tussen het realiseren van enkelvoudige en meervoudige verschijning, wordt duidelijk dat de mimetische media van meervoudige verschijningen niet altijd homogeen zijn, maar vaak ook heterogeen, dat de optelling simultaan of successief kan zijn, en dat er additieve of verdichte optelling is. Bovendien zijn er vaak optellingen van optellingen, die elk hun eigen karakteristieken kunnen hebben. Zo is een glasraam in Chartres samengesteld uit de homogene optelling van visuele mimetische media, en worden alle glasramen homogeen opgeteld in het geheel van alle glasramen in de kathedraal, maar dat dubbel homogene niveau maakt deel uit van een meer omvattende optelling van tweedimensionale glasramen met gehelen van driedimensionale mimetische media, een optelling van mimetische media die heterogeen is.

Voor vele van dergelijk combinaties bestaan vaste namen (al houden die vaak meer in dan alleen de omschrijving van mimetische media): veelluik,stripverhaal, roman, oratorium en opera, of 'kathedraal', omdat ze beantwoorden aan tot traditie geworden combinaties. Maar er zijn vele ongewone combinaties waarvoor ofwel geen namen bestaan, ofwel zeer verwarrende. Geven we een overwicht.


1. HOMOGENE OPTELLING VAN (COMBINATIES VAN) MIMETISCHE MEDIA

Bij homogene optelling worden enkelvoudige verschijningen opgeteld, die worden gerealiseerd door telkens hetzelfde mimetische medium, of telkens dezelfde combinatie ervan:

A. Daar zijn om te beginnen homogene optellingen van monosensoriële onmiddellijke mimetische media:

Bij optelling van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door visuele, onveranderlijke, tweedimensionale mimetische media zijn zowel simultane als successieve optelling mogelijk. Voorbeelden daarvan zijn een afzonderlijk glasraam of een geheel van glasramen, gehelen van fresco's (Sixtijnse kapel) of schilderijen (Medicicyclus van Rubens), reeksen van prenten (Desastres de la Guerra van Goya). Verdichte optellingen zijn dubbelbeelden zoals die van Arcimboldi en Dali. In boeken of mappen en op een diascherm is successieve presentatie mogelijk.

Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door visuele, onveranderlijke, driedimensionale mimetische media zijn friezen, colonnades, beeldengroepen in tempels en kerken, fonteinen (Rome), Karlsbrücke, de Burgers van Calais. Successieve presentatie kan door opstellen van beelden op een parcours zoals op de Karlsbrücke, en theoretisch op een soort lopende band.

Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door veranderlijke visuele mimetische media bestaan nauwelijks in de tweedimensionale variant: stomme film is meestal gecombineerd met dramatische of narratieve tekst, en in driedimensionale variant alleen als pantomime - voor zover ze niet gepaard gaat met niet-verbale voorstellingopwekkende tekens.

Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door gewone auditieve mimetische media zijn zeldzaam: mimetische soundscapes zijn meestal enkelvoudige beelden.

Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door verbale mimetische media: pure monoloog, of de pure dialoogroman (Diderot, Wieland) die meerdere scènes omvat.

Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door muzikale mimetische media zijn mimetische dansmuziek of absolute muziek die die bestaat uit meerdere delen: suite, sonate, symfonie.

Al deze auditieve mimetische media zijn veranderlijk. Ze kunnen in principe worden opgeteld in ruimtelijk gescheiden mediumale velden, waar we dan telkens andere fragmenten te horen zouden krijgen naar gelang van de volgorde van waarneming. Tenzij we deze aleatorische menging beogen (zoals in Fresco waarbij Stockhausen verschillende orkesten in verschillende ruimte van de Beethovenhalle werken van hem liet spelen), is opeenvolgende presentatie van elkaar opvolgende fragmenten aangewezen, en dat kan dan net zo goed door opeenvolging in éénzelfde opvoeringsruimte.

Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door olfactieve mimesis zijn denkbaar, maar voorlopig onbestaand.

Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door tactiele mimesis zijn denkbaar, maar onbestaand (betasten van ruimtelijk gescheiden objecten qua vorm na elkaar zoals bij blindemannetje, eventueel langs een vastgelegd parcours).

B. Vervolgens zijn er de homogene optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door onmiddellijke mimetische media voor diverse zintuigen.

Standaardvoorbeeld is hier de audiovisuele film en het dito theater en opera: enkelvoudige verschijningen die zijn samengesteld uit combinaties van gewone, verbale, en in de regel ook muzikale auditieve mimesis, en (tweedimensionaal of driedimensionaal) visueel beeld, worden aan elkaar geschakeld. Zeer populair is ook het dialogerend stripverhaal (onmiddellijk audiovisueel)

C. Vervolgens zijn er homogene optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door middellijke mimetische media.

Voorbeeld is het puur narratieve verhaal dat geen onmiddellijk beeld van dialogen bevat (en alleen dialogen in indirecte rede). Simultane presentatie is denkbaar, maar overbodig omdat de voorstellingopwekkende tekens toch altijd lineair moeten worden gelezen, zodat ze van nature na elkaar worden gepresenteerd.

Muzikale voorstellingopwekkende tekens zijn meestal enkelvoudige verschijningen (Nacht op de kale berg).

Objecten en beelden kunnen meervoudige verschijningen oproepen (typisch voor gedenkplaatsen).

D. Homogene optellingen van menging van onmiddellijke en middellijke enkelvoudige mimetische verschijningen.

Het standaardvoorbeeld is hier de roman, waarin voorstellingen (de narratieve delen) worden gecombineerd met onmiddellijke beelden van dialogerende personages. Terwijl bij indirecte rede de intonatie en de klank van de gesproken woorden er niet toe doen, stellen we ons bij onmiddellijke beeld wel degelijk een concrete stem voor - zoals duidelijk tot uiting komt als een verteller luidop voorleest, en dan van 'stem' verandert als hij het spreken van zijn personages nabootst. De na te bootsen woorden worden dan tussen aanhalingstekens geplaatst. Het verhaal wordt dan tijdelijk tot 'luisterspel' of tot 'toneel'.

Ook 'Different Trains' van Steve Reich is een voorbeeld: optelling van enkelvoudige mimetische verschijningen die deel uitmaken van een scala van gewoon auditief beeld (stoomfluit of sirene) gecombineerd met muzikale voorstellingopwekkende tekens, verbale voorstellingopwekkende tekens gecombineerd met muzikale, en op zichzelf staamde muzikale voorstellingopwekkende tekens.

Scènes in oratorium waar telkens een verhalend deel (recitatief) wordt afgewisseld met aria.

De combinatie is standaard bij de meeste muziek waarbij de muzikale mimesis van de muzikanten wordt gecombineerd met muziek die de visuele en/of interoceptieve voorstelling van imaginaire dansers oproept.


2. HETEROGENE OPTELLING VAN (COMBINATIES VAN) MIMETISCHE MEDIA (1): SIMULTAAN

We hebben het hier wel degelijk over de simultaniteit van de mimetische media, niet over die van de verschijningen: een kruisweg, die als verschijning een verloop in de tijd is, kan als mimetisch medium ofwel simultaan in de ruimte zijn gespreid (kruisweg) of successief in de tijd (film).


COMBINATIE VAN DIVERSE SOORTEN VISUELE MIMETISCHE MEDIA

Monochroom en polychroom: simultaan op Lam Gods
Tweedimensionaal en driedimensionaal: Rauschenberg, retabels met panelen en beeldhouwwerken, toneel met acteurs die optreden voor tweedimensionale filmbeelden.
Veranderlijk en onveranderlijk: toneel met schermen waarop bewegende beelden en stilstaande foto's.
Bewegend met niet-bewegend (niet zoals bij Claerbout in enkelvoudige beeld): voorbeeld?

Ook optellingen van enkelvoudige beelden met telkens ander medium naar neutralisering, scala, en componeerbaarheid.


DRIEDIMENSIONALE ACTEURS GECOMBINEERD MET VERBALE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS

Ivana Müller While we were holding it together: visueel driedimensionaal beeld (tableau vivant) gecombineerd met 'I imagine...': voorstellingopwekkende tekens die meestal niet passen of een ongewone interpretatie geven aan het tableau vivant (volgens de stelling dat het beeld niet voor zich spreekt). Al deze heterogene combinaties worden wel homogeen herhaald. Deze combinatie onderscheidt zich van audiovisuele optelling doordat een audiovisueel beeld een enkelvoudig beeld is, terwijl het hier het gaat om media voor twee verschillende simultane beelden.


DRIEDIMENSIONALE DANSERS EN VOORSTELLINGOPWEKKENDE MUZIEK

We zagen dat bij gesofisticeerde (dans- of spraak-) muziek de muziek de voorstelling blijft oproepen van bewegingen die niet passen bij de bewegingen van de dansers op de scène, en hoe bv. in het Zwanenmeer de dansers dan kunnen gaan functioneren als gemotiveerde voorstellingopwekkende tekens, zoals bij de imitaties van Sartre of in de pantomime. Een andere elegante oplossing bestaat erin om een soort visueel contrapunt te maken bij de auditieve mimesis van de muziek, maar vaker bij bewegingopwekkende muziek die de beweging van de dansers dicteert, maar, omdat ze niet volledig kan worden ingevuld, tevens ook voorstellingen opwekt. We krijgen dan een simultaan samengesteld beeld, zoals vaker bij De Keersmaecker.


VERBAAL ONMIDDELLIJK BEELD GECOMBINEERD MET VERBALE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS

We hebben het hier niet over de enkelvoudige voorstelling met meerdere sensorische dimensies, zoals vaker in de lyriek, maar over raamverhalen waarin de verteller zelf een personage is in een verhaal. Een eenvoudig voorbeeld is een personagedat tijdens een dialoog een verhaal vertelt (het verhaal over de dood van Hujus door Joachim in hoofdstuk III van de Zauberberg). Ingewikkelder zijn 'De vertellingen van duizend-en-één-nacht' waarin de verteller Scheherazade opvoert die zelf een verhaal vertelt (waarin het spreken van de personages al dan niet in directe rede kan zijn weergegeven zodat er een derde laag van onmiddellijke verbale mimesis ontstaat. Nog ingewikkelder liggen de zaken in Gulliver's Travels, waarin Jonathan Swift een zekere Richard Sympson opvoert die in een inleiding aankondigt dat hij de dagboeken van Gulliver aan de wereld kenbaar wil maken. Swift (die zelf niet in beeld komt) voert dus een verbaal nagebootste verteller op - Richard Sympson - die het dagboek opvoert van Gulliver. De lezer moet dus bij het lezen eerst de rol spelen van Richard Sympson, en daarna die van Gulliver. In Defoe's Robinson Crusoe voert Defoe (die zelf evenzeer uit beeld blijft als Swift) eerst Robinson Crusoe op als nagebootste verteller die vertelt hoe het dagboek is ontstaan: 'I was born in the year 1633'. In het vierde hoofdstuk die nagebootste verteller zelf zijn dagboek: 'I began to keep my journal; of which I shall here give you the copy'. Ook in romans in de ik-vorm (autobiografie) horen we de stem van een imaginair personage, en in briefromans reconstrueren we de stem via de geschreven tekst. Ook in deze gevallen is er in de regel nog een vierde laag, omdat de verteller vroeg of laat weer zelf tot (toneel)speler wordt die zichzelf of andere personages opvoert, zoals wanneer Robinson Crusoe een dialoog tussen hemzelf en Vrijdag speelt.


AUDIOVISUEEL ONMIDDELLIJK BEELD GECOMBINEERD MET AUDITIEVE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS

Op het toneel of in de film kan een acteur een verteller audiovisueel nabootsen, zoals oom Isaac die een verhaal vertelt aan Fanny en Alexander in de gelijknamige film van Ingmar Bergman. We krijgen dan een tijdelijk samengaan van middellijke en onmiddellijke mimesis in één enkelvoudig beeld. De vraag stelt zich of hier sprake is van echte simultane, dan wel van successieve combinatie. In het geval van oom Isaac blijft hij wel de hele tijd vertellen, maar de aandacht verschuift weldra van de nagebootste verteller naar de vertelling. Dat is duidelijk te zien in de verfilming: in het begin zien we de situatie waarin hij vertelt, maar geleidelijk verschuift de aandacht naar het verhaal zelf. Bergman zoomt in op het aangezicht van de verteller, zodat we alleen diens woorden horen en zijn ogen zien, waarvan de expressie, zoals bij een echte verteller, mee bijdraagt tot het scheppen van de juiste sfeer. Die ontwikkeling wordt voltooid doordat Bergman vervolgens enkele scènes uit het verhaal visualiseert, terwijl in de auditieve dimemsie de verteller auditief aanwezig blijft. Pas na afloop van het verhaal zien we de nagebootste verteller weer spreken tegen de kinderen in de kamer. Bij een andere verhaalscène van Bergman, die van Alma in 'Persona' blijven de verteller en haar toehoorster de hele tijd in beeld, terwijl de toeschouwer zich intussen ook de hoofdzakelijk visuele voorstelling maakt van de vrijscène op het strand. Deze scène ontleent haar charme juist aan het voortdurend heen en weer balanceren tussen middellijke en onmiddellijke mimesis.

De (toneel)speler die tot nagebootste verteller wordt, kan zelf weer tot (toneel)speler van andere personages worden, zoals wanneer Isaac de dialoog weergeeft tussen een oude en een jonge man. Ook hier krijgen we dan een laag waarin het spreken van de acteur tegelijk de nabootsing is van zijn vertellen en van het spreken van de personages in zijn vertelling.


AUDIOVISUEEL ONMIDDELLIJK BEELD MET AUDITIEVE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS

Combinatie van eenzelfde bewegend onmiddellijk visueel beeld met enerzijds verbale auditieve mimesis en anderzijds een door uitvoeringopwekkende tekens opgeroepen alternatief auditief beeld. Een verdichting van twee beelden dus via een gemeeschappelijk bewegend visueel beeld: An Artist's Statement from Charlotte Young


3. HETEROGENE OPTELLING VAN (COMBINATIES VAN) MIMETISCHE MEDIA (2): SUCCESSIEF


COMBINATIE VAN DIVERSE SOORTEN VISUELE MIMETISCHE VERSCHIJNINGEN

Monochroom en polychroom: successief in Alexander Roublev van Tarkovsky


VISUEEL BEELD GECOMBINEERD MET (VISUELE) VOORSTELLING OPGEROEPEN DOOR DAT VISUEEL BEELD

Heel wat schijnbaar enkelvoudige beelden die eruit zien als in zich besloten tijdruimtelijke eenheden, verwijzen in feite als geheel of in één van hun elementen expliciet naar een tijdruimte buiten het beeld. Het kan hier gaan om elementen die uitdrukkelijk het bestaan van een plaats buiten de ruimte van de beeld veronderstellen. We denken hier aan de voorbeelden die we reeds bespraken in III, 5 (voorstellingopwekkende beelden): het personage dat niet kijkt naar een object in het beeld, maar ofwel naar de toeschouwer, zoals bij vele portretten, ofwel naar een niet getoonde aanwezigheid, zoals wanneer Christus aan zijn kruis naar de niet-afgebeelde vader in de hemel kijkt, of de handeling in de beeld die is gericht op iets buiten het beeld: als soldaten een kanon laden dat gericht is naar een plaats die buiten de beeld valt. We zagen dat er in dat geval voorstellingen ontstaan die zich bij het onmiddellijke beeld voegen in een meer omvattend enkelvoudig beeld. Maar een onmiddellijke verschijning kan ook een daarvan te onderscheiden tweede middellijke verschijning oproepen. Dat is bij uitstek het geval als er geen sprake is van ruimtelijke, maar van tijdelijke verwijzingen: elementen die uitdrukkelijk het bestaan veronderstellen van gebeurtenissen die zich afspelen voor of na de tijd van de beeld. Zo verwijzen in de Marat van David de wonde, het moordwapen op de grond en de brief met de introductie van Charlotte Corday naar een gebeuren voor de tijd van het beeld: de moord door Charlotte Corday. Daardoor wordt de eeuwige rust van het beeld verstoord, en wordt de beslotenheid van de tijdruimtelijke capsule opgeheven: de beeld wordt pas begrijpelijk als momentopname uit een proces dat zich in de werkelijkheid afspeelde. Bij Paul Jacques Aimé wordt die aantasting van het beeld verhinderd doordat Corday zelf aanwezig is (de moord is pas volbracht).

Ook hier wordt de combinatie bepaald door technische pre-adaptatie.


AUDITIEVE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS GECOMBINEERD MET ONMIDDELLIJK BEELD VAN HET VERHAAL

Klassiek is hier een verteller die een verhaal begint te vertellen dat we ons voorstellen, en dat vervolgens op toneel of in de film onmiddellijk wordt getoond. Een auditief (of in stomme film visueel) voorstellingopwekkend medium wordt dan opgevolgd door een onmiddellijk audiovisueel mimetisch medium.


 
 
ontdek
mijn nieuwe e-boek:


zelfomslag

het zelfbeeld
tussen spiegel en dagboek