INLEIDING
Nadat we in vorige hoofdstukken hebben bestudeerd hoe een
enkelvoudige beeld (als verschijning) tot stand kan komen door een combinatie van mimetische
media voor verschillende zintuigen, van onmiddellijke en
middellijke media, en van mediumhebbende met mediumloze beelden,
moet onze aandacht nu uitgaan naar de optelling van dergelijke
(combinaties van) mimetische media bij het tot stand komen van
meervoudige beelden - een fenomeen dat in theorieën van het beeld al
helemaal niet meer aan bod komt. In dit hoofdstuk concentreren we ons op de
samengestelde mimetische media. Op de
samengestelde verschijningen en hun relatie tot de (combinaties van)
mimetische media gaan we in in deel IV.
Wijzen we erop dat niet alle combinaties van mimetische media meervoudige
verschijningen opleveren: 'Die Krähe' en 'Schnee' zijn enkelvoudige
beelden (enkelvoudige verschijningen). Er is met name een verschil tussen het optellen
van mimetische media bij het realiseren van een enkelvoudige
verschijning, en het optellen van (combinaties van) mimetische media bij
het realiseren van meervoudige verschijningen. Een meervoudige
verschijning kan worden gerealiseerd door optelling van hetzelfde mimetisch medium of
dezelfde combinatie van mimetische media, dan wel door optelling van
telkens andere combinaties van mimetische media. Dat verschil wordt al te
gemakkelijk over het hoofd gezien omdat de meeste meervoudige
beelden optellingen zijn van identieke combinaties, zoals in een film of in
de roman opera of oratorium, waardoor de indruk ontstaat dan dat er
slechts één soort optelling is. De verwarring tussen
beide soorten optelling wordt ook in de hand gewerkt doordat meervoudige
beelden verdicht kunnen zijn met elkaar, en aldus de indruk
geven een 'enkelvoudig beeld' te zijn.
Zodra we onderscheid maken tussen
het realiseren van enkelvoudige en
meervoudige verschijning,
wordt
duidelijk dat de mimetische media van meervoudige verschijningen niet altijd homogeen
zijn, maar vaak ook heterogeen, dat de optelling simultaan of successief
kan zijn, en dat er additieve of verdichte optelling is. Bovendien zijn
er vaak optellingen van optellingen, die elk hun eigen karakteristieken
kunnen hebben. Zo is een glasraam in Chartres samengesteld uit de
homogene optelling van visuele mimetische media, en worden alle
glasramen homogeen opgeteld in het geheel van alle glasramen in de
kathedraal, maar dat dubbel homogene niveau maakt deel uit van een meer
omvattende optelling van tweedimensionale glasramen met gehelen van
driedimensionale mimetische media, een optelling van mimetische media die
heterogeen is.
Voor vele van dergelijk combinaties bestaan vaste namen (al houden die
vaak meer in dan alleen de omschrijving van mimetische media):
veelluik,stripverhaal, roman, oratorium
en
opera, of 'kathedraal', omdat ze beantwoorden aan tot traditie geworden
combinaties. Maar er zijn vele ongewone combinaties waarvoor ofwel geen namen bestaan,
ofwel zeer verwarrende. Geven we een overwicht.
1. HOMOGENE OPTELLING VAN (COMBINATIES VAN)
MIMETISCHE MEDIA
Bij homogene optelling worden
enkelvoudige verschijningen opgeteld, die worden gerealiseerd door
telkens hetzelfde mimetische medium, of telkens dezelfde combinatie
ervan:
A.
Daar zijn om te beginnen homogene optellingen van monosensoriële
onmiddellijke mimetische media:
Bij optelling van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door visuele, onveranderlijke, tweedimensionale
mimetische media
zijn zowel simultane als
successieve optelling mogelijk. Voorbeelden daarvan zijn een afzonderlijk glasraam of een geheel
van glasramen, gehelen van fresco's
(Sixtijnse kapel) of schilderijen (Medicicyclus van Rubens), reeksen van
prenten (Desastres de la Guerra van Goya). Verdichte optellingen zijn dubbelbeelden zoals die van
Arcimboldi en Dali. In boeken of mappen en op een diascherm is successieve
presentatie mogelijk.
Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door visuele, onveranderlijke, driedimensionale
mimetische media
zijn friezen, colonnades, beeldengroepen
in tempels en kerken, fonteinen (Rome), Karlsbrücke, de
Burgers van Calais. Successieve presentatie kan door opstellen van
beelden op een parcours zoals op de Karlsbrücke, en
theoretisch op een soort lopende band.
Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door veranderlijke visuele mimetische media bestaan nauwelijks
in de tweedimensionale variant: stomme film is meestal gecombineerd met
dramatische of narratieve tekst, en in driedimensionale variant alleen als pantomime
- voor zover ze niet gepaard gaat met niet-verbale voorstellingopwekkende
tekens.
Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door gewone auditieve mimetische media zijn zeldzaam: mimetische soundscapes
zijn meestal enkelvoudige beelden.
Optellingen van
enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door verbale mimetische media:
pure monoloog, of de pure dialoogroman (Diderot, Wieland)
die meerdere scènes omvat.
Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door muzikale
mimetische media zijn mimetische dansmuziek of absolute muziek die die bestaat
uit meerdere delen: suite, sonate, symfonie.
Al deze auditieve mimetische media zijn veranderlijk. Ze kunnen in principe worden opgeteld in
ruimtelijk gescheiden mediumale velden, waar we dan telkens andere fragmenten te horen
zouden krijgen naar gelang van de volgorde van waarneming. Tenzij we deze aleatorische menging
beogen (zoals in Fresco waarbij Stockhausen verschillende
orkesten in verschillende ruimte van de Beethovenhalle werken van hem
liet spelen), is opeenvolgende presentatie van
elkaar opvolgende fragmenten aangewezen, en dat kan dan net zo goed door
opeenvolging in éénzelfde opvoeringsruimte.
Optellingen van
enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door olfactieve mimesis zijn
denkbaar, maar voorlopig onbestaand.
Optellingen van enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door tactiele
mimesis zijn denkbaar, maar onbestaand (betasten van ruimtelijk
gescheiden objecten qua vorm na elkaar zoals bij blindemannetje,
eventueel langs een vastgelegd parcours).
B.
Vervolgens zijn er de homogene optellingen van
enkelvoudige verschijningen gerealiseerd door
onmiddellijke mimetische media voor diverse zintuigen.
Standaardvoorbeeld is hier de audiovisuele film en het dito theater en
opera: enkelvoudige
verschijningen die zijn samengesteld uit combinaties van gewone,
verbale, en in de regel ook muzikale auditieve mimesis, en
(tweedimensionaal of driedimensionaal) visueel beeld, worden aan elkaar geschakeld.
Zeer populair is ook het dialogerend stripverhaal (onmiddellijk audiovisueel)
C. Vervolgens zijn er homogene optellingen van enkelvoudige
verschijningen gerealiseerd door middellijke mimetische media.
Voorbeeld is het puur narratieve verhaal dat geen onmiddellijk beeld van
dialogen bevat (en alleen dialogen in indirecte rede).
Simultane presentatie is denkbaar, maar overbodig omdat de
voorstellingopwekkende tekens toch altijd lineair moeten worden gelezen,
zodat ze van nature na elkaar worden gepresenteerd.
Muzikale voorstellingopwekkende tekens zijn meestal enkelvoudige
verschijningen (Nacht op de kale berg).
Objecten en beelden kunnen meervoudige
verschijningen oproepen (typisch voor gedenkplaatsen).
D. Homogene optellingen van menging van onmiddellijke en middellijke enkelvoudige
mimetische verschijningen.
Het standaardvoorbeeld is hier de roman, waarin voorstellingen (de
narratieve delen) worden gecombineerd met onmiddellijke beelden van
dialogerende personages.
Terwijl bij indirecte rede de intonatie en de klank van de gesproken
woorden er niet toe doen, stellen we ons bij onmiddellijke beeld
wel degelijk een concrete stem voor - zoals duidelijk tot uiting komt
als een verteller luidop voorleest, en dan van 'stem' verandert als hij
het spreken van zijn personages nabootst. De na te bootsen woorden
worden dan tussen aanhalingstekens geplaatst. Het verhaal wordt dan tijdelijk tot 'luisterspel' of tot
'toneel'.
Ook
'Different Trains' van Steve Reich is een voorbeeld: optelling van enkelvoudige
mimetische verschijningen die
deel uitmaken van een scala van gewoon auditief beeld (stoomfluit of sirene)
gecombineerd met muzikale voorstellingopwekkende tekens, verbale
voorstellingopwekkende tekens gecombineerd met muzikale, en op zichzelf
staamde muzikale
voorstellingopwekkende tekens.
Scènes in oratorium waar telkens een verhalend deel (recitatief) wordt
afgewisseld met aria.
De combinatie is standaard bij de meeste muziek waarbij de muzikale mimesis
van de muzikanten wordt gecombineerd met muziek die de visuele en/of
interoceptieve voorstelling van imaginaire dansers oproept.
2. HETEROGENE OPTELLING VAN (COMBINATIES VAN) MIMETISCHE MEDIA (1): SIMULTAAN
We hebben het hier wel degelijk over de simultaniteit van de mimetische media, niet over die
van de verschijningen: een kruisweg, die als verschijning een verloop in de
tijd is, kan als mimetisch medium ofwel simultaan in de ruimte zijn gespreid
(kruisweg) of successief in de tijd (film).
COMBINATIE VAN DIVERSE SOORTEN VISUELE
MIMETISCHE MEDIA
Monochroom en polychroom: simultaan op Lam Gods
Tweedimensionaal en driedimensionaal: Rauschenberg, retabels met panelen en beeldhouwwerken, toneel
met acteurs die optreden voor tweedimensionale filmbeelden.
Veranderlijk en onveranderlijk: toneel met schermen waarop bewegende
beelden en stilstaande foto's.
Bewegend met niet-bewegend (niet zoals bij Claerbout in
enkelvoudige beeld): voorbeeld?
Ook optellingen van enkelvoudige beelden met telkens ander medium naar
neutralisering, scala, en componeerbaarheid.
DRIEDIMENSIONALE ACTEURS GECOMBINEERD MET
VERBALE
VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS
Ivana Müller
While
we were holding it together: visueel driedimensionaal beeld (tableau vivant)
gecombineerd met 'I imagine...': voorstellingopwekkende tekens die meestal
niet passen of een ongewone interpretatie geven aan het tableau vivant (volgens de stelling dat het beeld niet voor zich spreekt). Al
deze heterogene combinaties worden wel homogeen herhaald.
Deze combinatie onderscheidt zich van audiovisuele
optelling doordat een audiovisueel beeld een enkelvoudig beeld is, terwijl
het hier het gaat om media voor twee verschillende simultane beelden.
DRIEDIMENSIONALE DANSERS EN
VOORSTELLINGOPWEKKENDE MUZIEK
We zagen dat bij gesofisticeerde (dans- of spraak-) muziek de muziek de
voorstelling blijft oproepen van bewegingen die niet passen bij de
bewegingen van de dansers op de scène, en hoe bv. in het Zwanenmeer de
dansers dan kunnen gaan functioneren als gemotiveerde voorstellingopwekkende
tekens, zoals bij de imitaties van Sartre of in de pantomime. Een andere elegante oplossing bestaat
erin om een soort visueel contrapunt te maken bij de auditieve mimesis
van de muziek, maar vaker bij bewegingopwekkende muziek die de beweging
van de dansers dicteert, maar, omdat ze niet volledig kan worden
ingevuld, tevens ook voorstellingen opwekt. We krijgen dan een simultaan
samengesteld beeld, zoals vaker bij De Keersmaecker.
VERBAAL ONMIDDELLIJK
BEELD
GECOMBINEERD MET VERBALE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS
We hebben het hier niet over de enkelvoudige voorstelling met meerdere
sensorische dimensies, zoals vaker in de lyriek, maar over raamverhalen waarin de verteller
zelf een personage is in een verhaal. Een eenvoudig voorbeeld is een
personagedat tijdens een dialoog een verhaal vertelt (het verhaal
over de dood van Hujus door Joachim in hoofdstuk III van de Zauberberg).
Ingewikkelder zijn 'De vertellingen van duizend-en-één-nacht' waarin de
verteller Scheherazade opvoert die zelf een verhaal vertelt (waarin het
spreken van de personages al dan niet in directe rede kan zijn weergegeven
zodat er een derde laag van onmiddellijke verbale mimesis ontstaat. Nog ingewikkelder liggen de zaken in Gulliver's Travels, waarin Jonathan
Swift een zekere Richard Sympson opvoert die in een inleiding aankondigt
dat hij de dagboeken van Gulliver aan de wereld kenbaar wil maken. Swift
(die zelf niet in beeld komt) voert dus een verbaal nagebootste verteller op -
Richard Sympson - die het dagboek opvoert van Gulliver. De lezer moet dus
bij het lezen eerst de rol spelen van Richard Sympson, en daarna die van
Gulliver. In Defoe's Robinson Crusoe voert Defoe (die zelf evenzeer uit
beeld blijft als Swift) eerst Robinson Crusoe op als nagebootste
verteller die vertelt hoe het dagboek is ontstaan: 'I was born in the
year 1633'. In het vierde hoofdstuk die nagebootste verteller zelf zijn
dagboek: 'I began to keep my journal; of which I shall here give you the
copy'. Ook in romans in de ik-vorm (autobiografie) horen we de stem van
een imaginair personage, en in briefromans reconstrueren we de stem via
de geschreven tekst. Ook in deze gevallen is er in de regel nog een
vierde laag, omdat de verteller vroeg of laat weer zelf tot
(toneel)speler wordt die zichzelf of andere personages opvoert, zoals
wanneer Robinson Crusoe een dialoog tussen hemzelf en Vrijdag speelt.
AUDIOVISUEEL ONMIDDELLIJK
BEELD
GECOMBINEERD MET AUDITIEVE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS
Op het toneel of in de film kan een acteur een
verteller audiovisueel nabootsen, zoals
oom Isaac
die een verhaal vertelt aan Fanny en Alexander in de gelijknamige film
van Ingmar Bergman. We krijgen dan een tijdelijk samengaan van middellijke en
onmiddellijke mimesis in één enkelvoudig beeld.
De vraag stelt zich of hier sprake is van echte simultane, dan
wel van successieve combinatie. In het geval van oom Isaac blijft hij
wel de hele tijd vertellen, maar de aandacht verschuift weldra van de nagebootste
verteller naar de vertelling. Dat is duidelijk te zien in de verfilming:
in het begin zien we de situatie waarin hij vertelt, maar geleidelijk
verschuift de aandacht naar het verhaal zelf. Bergman zoomt in op het
aangezicht van de verteller, zodat we alleen diens woorden horen en zijn
ogen zien, waarvan de expressie, zoals bij een echte verteller, mee
bijdraagt tot het scheppen van de juiste sfeer. Die ontwikkeling wordt
voltooid doordat Bergman vervolgens enkele scènes uit het verhaal
visualiseert, terwijl in de auditieve dimemsie de verteller auditief
aanwezig blijft. Pas na afloop van het verhaal zien we de nagebootste
verteller weer spreken tegen de kinderen in de kamer. Bij een andere verhaalscène van Bergman,
die van Alma in 'Persona' blijven de verteller en haar toehoorster de
hele tijd in beeld, terwijl de toeschouwer zich intussen ook de
hoofdzakelijk visuele voorstelling maakt van de vrijscène op het strand.
Deze scène ontleent haar charme juist aan het voortdurend heen en weer
balanceren tussen middellijke en onmiddellijke mimesis.
De (toneel)speler die tot nagebootste verteller wordt, kan zelf weer tot
(toneel)speler van andere personages worden, zoals wanneer Isaac de dialoog
weergeeft tussen een oude en een jonge man. Ook hier krijgen we dan een laag
waarin het spreken van de acteur tegelijk de nabootsing is van zijn
vertellen en van het spreken van de personages in zijn vertelling.
AUDIOVISUEEL ONMIDDELLIJK BEELD MET AUDITIEVE
VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS
Combinatie van eenzelfde bewegend onmiddellijk visueel beeld met
enerzijds verbale auditieve mimesis en anderzijds een door
uitvoeringopwekkende tekens opgeroepen alternatief auditief beeld. Een
verdichting van twee beelden dus via een gemeeschappelijk bewegend visueel
beeld:
An Artist's Statement from
Charlotte Young
3. HETEROGENE OPTELLING VAN (COMBINATIES VAN) MIMETISCHE MEDIA (2): SUCCESSIEF
COMBINATIE VAN DIVERSE SOORTEN VISUELE
MIMETISCHE VERSCHIJNINGEN
Monochroom en polychroom: successief in Alexander Roublev van Tarkovsky
VISUEEL BEELD GECOMBINEERD MET (VISUELE)
VOORSTELLING OPGEROEPEN DOOR DAT VISUEEL BEELD
Heel wat schijnbaar enkelvoudige beelden die eruit zien als in zich
besloten tijdruimtelijke eenheden, verwijzen in feite als geheel of in
één van hun elementen expliciet naar een tijdruimte buiten het
beeld.
Het kan hier gaan om elementen die uitdrukkelijk het bestaan van een
plaats buiten de ruimte van de beeld veronderstellen. We
denken hier aan de voorbeelden die we reeds bespraken in III, 5
(voorstellingopwekkende beelden): het personage dat niet kijkt naar een object in het beeld, maar
ofwel naar
de toeschouwer, zoals bij vele portretten, ofwel naar een niet getoonde
aanwezigheid, zoals wanneer Christus aan zijn kruis naar de
niet-afgebeelde vader in de hemel kijkt, of de handeling in de beeld die is gericht op iets buiten het beeld:
als soldaten een kanon laden dat gericht is naar een plaats die buiten
de
beeld valt. We zagen dat er in dat geval voorstellingen ontstaan die
zich bij het onmiddellijke beeld voegen in een meer omvattend enkelvoudig beeld. Maar
een onmiddellijke verschijning kan ook een daarvan te onderscheiden
tweede middellijke verschijning oproepen. Dat is bij uitstek het geval
als er geen sprake is van ruimtelijke, maar van tijdelijke verwijzingen: elementen die uitdrukkelijk het bestaan veronderstellen van
gebeurtenissen die zich afspelen voor of na de tijd van de
beeld. Zo verwijzen in de
Marat van David de wonde, het moordwapen op de grond
en de brief met de
introductie van Charlotte Corday naar een gebeuren voor de tijd van het
beeld: de moord
door Charlotte Corday. Daardoor wordt de eeuwige rust van het
beeld verstoord, en wordt de beslotenheid van de tijdruimtelijke
capsule opgeheven: de beeld wordt pas begrijpelijk
als momentopname uit een proces dat zich in de werkelijkheid afspeelde. Bij Paul Jacques Aimé
wordt die aantasting van het beeld verhinderd doordat Corday zelf
aanwezig is (de moord is pas volbracht).
Ook hier wordt de combinatie bepaald door technische pre-adaptatie.
AUDITIEVE VOORSTELLINGOPWEKKENDE TEKENS GECOMBINEERD MET ONMIDDELLIJK BEELD
VAN HET VERHAAL
Klassiek is hier een verteller die een verhaal begint te vertellen dat
we ons voorstellen, en dat vervolgens op toneel of in de film onmiddellijk
wordt getoond. Een auditief (of in stomme film visueel)
voorstellingopwekkend medium wordt dan opgevolgd door een onmiddellijk
audiovisueel mimetisch medium.