HET GUSTATIEVE BEELD (1)
Om beeld te zijn mag de smaak niet langer uitgaan van het origineel, maar van een andere
smaakbron zoals frambozensmaak die afkomstig is van een suikerbol in plaats
van uit fruit.
Dit voorbeeld leert ons meteen dat een frambozensnoepje of
frambozenkauwgum daarom nog niet als een gustatief beeld van de
framboos wordt ervaren. Dat komt omdat de tong ook een tastorgaan is,
dat meteen voelt dat de frambozensmaak niet van een zachte framboos
afkomstig is, maar van harde snoep of kauwgum, en dat geldt al helemaal
als we ook nog kijken. Hierdoor kan de gepaste perceptieve instelling
niet worden aangenomen, zodat de mimetische illusie niet kan ontstaan
(I, 11).
Het is dus maar de vraag of er wel gustatieve beelden
bestaan, en of niet alle pogingen in die richting gedoemd
zijn om abortieven beelden op te leveren (I, 8). Daarom zeggen we, net
zoals bij de zeep die naar lavendel ruikt, dat het ijs naar frambozen
smaakt, en niet dat ijs (het beeld van) een framboos is. Bij de tastzin
kan het eventueel onttoverende oog worden uitgeschakeld door niet te
kijken, maar smaken zonder te voelen is onmogelijk. Het probleem stelt zich niet bij tactilogustatieve
beelden: een hypothetisch snoepje dat ook zou aanvoelen als een echte
framboos en alleen visueel zou kunnen worden onttoverd.
De onmogelijkheid om beelden te maken wordt nog versterkt doordat er een ingebouwde rem is op het zoeken
naar nieuwe dragers: ze moeten namelijk ook eetbaar zijn. Daarom zijn er ook
nauwelijks tactilogustatieve mimetische media, tenzij dan mimetische
media die
ook nog visueel gelijkend zijn, en dan volledige duplicaten zijn, die
eventueel voor bedrog kunnen worden gebruikt: margarine als ersatzboter, surimi
als ersatzkrab.
Gustatieve mimetische media zijn dus eigenlijk alleen denkbaar als mimetisch substituut:
denk aan een zelfopvoering waarin de zelfopvoerder zichzelf speelt toen
hij voor het eerst bier dronk, en daarbij het echte bier in kwestie
drinkt.
Alleen als het mogelijk wordt om door rechtstreekse ingreep op de
sensoren smaakindrukken op te wekken, zou het mogelijk zijn om
gustatieve beelden te maken - al zouden we hier dan weer de koppeling
aan op dezelfde manier opgewekte tactiele indrukken nodig hebben om te
weten of we te maken hadden met het beeld van een framboos, dan wel met
het beeld van een snoepje met frambozensmaak.
HET GUSTATIEVE BEELD (2)
Het is niet onbelangrijk om te vermelden wat geen
gustatieve beelden zijn:
gewone extracten maken van smakende objecten (sap) of het vermalen van
de smakende substantie (zoals bij marsepein). (Op het marsepeinen varkentje komen we terug in III, 4).
Koeienmelk is een volledig
duplicaat (dat eventueel als verschillend
van moedermelk kan worden ervaren door de smaakzin zelf).
Ook het gebruik van voedsel of van koken
als metafoor is geen beeld, maar niet-verbaal discours. Dat geldt voor
het werk van Peter Kubelka die in zijn 'Eat Art' 'de relatie tussen
gastronomie en erotiek deconstrueert.
Al helemaal geen gustatieve beelden zijn visuele beelden van eten, zoals
in de traditionele tweedimensionale stillevens of de driedimensionale
ontbijttafels van Daniel Spoerri.
En uiteraard maakt de kok echt eten, geen gustatieve beelden ervan.
Gastronomie is dus design, geen kunst (van het maken van beelden).
CONCLUSIE
Vermits er tot nader order geen gustatieve beelden mogelijk zijn, mogen
we ons hier ontslagen achten van de plicht om gustatieve mimetische
media te bestuderen.