INLEIDING
De classificatie van de (beelden als) mimetische media, zoals beschreven in vorig
deel, mag niet worden verward met het systeem van de (beelden als)
verschijningen. Dat beide zo gemakkelijk door elkaar worden
gehaald, komt omdat de
meest opvallende beelden de onmiddellijke beelden zijn, en omdat bij die
beelden beide classificaties grotendeels lijken samen te vallen.
Niettemin moeten beide duidelijk worden onderscheiden. Al in I, 5 toonden we aan dat de intrazintuigllijke suggestie
verantwoordelijk is voor een verschil tussen suggererend mimetisch
medium en gesuggereerde verschijning. In hoofdstuk V zullen we nog meer
discrepanties tussen mimetisch medium en verschijning in het daglicht
stellen.
En al sedert I, 2 weten we dat er vooral bij middellijke mimetische media aanzienlijke
verschillen zijn tussen mimetisch medium en verschijning. Zo horen verbale voorstellingopwekkende tekens bij de auditieve tekens, terwijl ze
verschijningen voor de meest uiteenlopende zintuigen oproepen. Bovendien
omvatten voorstellingen ook innerlijke verschijningen, een zintuiglijk
domein tot hetwelk geen enkel mimetisch medium kan behoren. En zowel
waarneembare als voorgestelde verschijningen kunnen hetzelfde
zintuiglijke domein bestrijken. Ten
slotte leerden we in I, 2 ook dat er ook mediumloze verschijningen zijn, die al helemaal niet
zijn onder te brengen in een classiciatie van de mimetische media. Redenen
genoeg dus om een afzonderlijke classificatie te maken voor de
verschijningen - de enige classificatie die er inzake beelden echt toe
doet.
Dat onmiddellijke mimetische media niettemin grotendeels samenvallen met het beeld
als verschijning, maakt dat vele indelingen die we daar aanbrachten ook
van toepassing zijn op het beeld als verschijning in het algemeen
(indeling naar zintuiglijk domein, naar veranderlijk en onveranderlijk,
naar de mogellijkheid tot opdeling in kleinste elementen, enzovoort),
terwijl andere alleen van toepassing zijn op mimetische media (zoals
tweedimensionaal en driedimensionaal). Alle onderdelen van het systeem
van de verschijningen die al aan bod kwamen in het deel over de
mimetische media worden in dit deel dus niet hernomen, al moeten ze er
wel bijgedacht om een totaalbeeld te krijgen op de vele soorten beelden
als verschijning. Vermits bij de
classificatie van middellijke mimetische media de verschijningen zelf
buiten beschouwing bleven, worden ze hier pas geïntroduceerd.
In dit deel maken we eerst een classificatie naar waarneembaarheid (en eventuele
mengingen), dan naar zintuiglijk domein
(unisensorieel, plurisensorieel), en ten slotte naar veranderlijkheid of
onveranderlijkheid. We besluiten met een hoofdstuk over
aanschouwelijkheid en over de rangschikking in hogere en lagere
verschijningen.