INLEIDING
Nadat we in de vorige hoofdstukken de compositie hebben bestudeerd van
de vele soorten enkelvoudige beelden, komt het er in dit hoofdstuk op
aan om de compositie te onderzoeken van hun combinatie tot meervoudige
beelden.
Het is daarbij van belang onderscheid te maken tussen homogene optelling
- waarbij de compositie wat dat betreft bestaat uit herhaling en
heterogene optelling, waarbij verschillende soorten
(combinaties van) verschijningen elkaar afwisselen.
1.1 DE COMPOSITIE VAN DE MEERVOUDIGE VERSCHIJNING
BIJ
HOMOGENE OPTELLING
Bij homogene optelling (van monosensoriële, plurisensoriële,
menging-middellijk-onmiddelijk) bestaat de compositie qua sensorische
structuur van de elementen uit herhaling.
Alleen andere eigenschappen van de samenstellende enkelvoudige verschijningen
komen dan in aanmerking om als element van
een compositie te worden gekozen.
De meest voor de hand liggende compositie van die (niet-mediumale)
elementen is herhaling ( alle heiligen van de kerk in ovaal zoals op
Sint-Pietersplein of in parallelle rijen Karlsbrücke) of exemplarische
invulling (het 'thema' zoals Desastres de la Guerra). Wat
ingewikkelder is ordening in trappen van een
scala (scala van tempo's in suite en symfonie, scala van toonaarden,
scala van vormen in symfonie) of hiërarchische ordening rond een
centraal gegeven (symmetrieën allerhande, concentrische structuren, en wat
dies meer zij). Meer gesofistikeerd is de chronologische
ordening (de boom van Jesse of de profeten die op elkaars
schouder staan,
de fasen in leven van Christus of
Maria de Medici, de kruisweg in biografische of historische
roman, het verloop van een dag zoals in Ulysses).
Meest verfijnde ordeningen zijn de ontwikkelingsgang (van de opgang in de
Divina Commedia tot de Bildungsroman) of de dramatische spanningsboog
(expositie, ontwikkeling, ontknoping setup, conflict, resolution; protasis, epitasis, and catastrophe; exposition, rising action, climax, falling action, and revelation/catastrophe).
Ten slotte zijn er ook recursieve structuren (de overkoepelende sonatevorm
in de Grosse Fuge of de Brugvormen van Bartok). De laatste honderdvijftig
jaar zijn er ook toevalscomposities ontwikkeld. Vermelden we
in de muziek ook de overgang van fenomenale naar puur noumenale composities
die alleen door experten op papier zijn te achterhalen. Voor het oor klinken
ook deze supercomposities als ongestructureerd (zoals Cage treffend
concludeerde).
Per soort beeld zijn vele bijzondere composities mogelijk. Denk aan de structuur van
wisselingen in perspectief (vooral in de film, maar ook in de roman, de
overige beeldende kunsten en de muziek).
1.2 DE COMPOSITIE VAN DE MEERVOUDIGE VERSCHIJNING
BIJ
HETEROGENE OPTELLING
Hier kan de compositie ook de aard van de heterogeniteit componeren: de
afwisseling tussen kleur en zwart-wit in 'The Wizard of Oz', Woody Allen's The Purple Rose of Cairo (Allen, 1985, US) JFK (Stone,
1991, US) or Space Cowboys (Eastwood, 2000, US),
Wings of Desire (remade as City of Angels) evenals
Tarkovksy Roublev, of de afwisseling van 2D en 3D bij optelling van
visuele beelden
In het stripverhaal is er de afwisseling van beelden met dialoog, met narratieve
tekst, met door letters opgeroepen geluiden.
De afwisseling van dans met muziek (als enkelvoudig beeld), dialoog,
(eventueel als enkelvoudig beeld: monoloog) in theater en opera.
2. DE COMPOSITIE VAN HET MIMETISCH MEDIUM
Voor zover er hier sprake zou zijn van autonomie wordt ze
ongedaan gemaakt door aanpassing van het origineel. In alle gevallen valt de
compositie van de verschijning
samen met
die van het mimetisch medium.
3. DE COMPOSITIE VAN PRODUCTIEVE MEDIA
Alleen de productieve media van de samenstellende mimetische
media hebben hier eventueel een eigen compositie. Er zijn geen media die
speciaal voor optelling zijn bedoeld.
4. DE COMPOSITIE VAN MEDIIUMAAL VELD
Gaat het om onmiddellijke beelden, dan moeten die
worden geschikt in evenzoveel mediumale
velden in de tijdruimte. Onderzoeken we die tijdruimtelijke compositie eerst bij
onveranderlijke media, en daarna die bij veranderlijke media.
Bij onveranderlijke onmiddellijke mimetische media is - ruimtelijk gezien - de meest voor de hand liggende oplossing de
nevenschikking in de ruimte. Dat kan in hiërarchische formaties zoals een retabel (Lam
Gods, Isenheimer
altaar) of in nog meer complexe composities (glasramen in kathedralen,
Sixtijnse kapel), maar ook in lineaire reeksen (kruisweg).
Voorbeelden van lineaire (seriële) presentatie zijn:
de hooischelven en
kathedralen van Monet, de portrettenreeksen van Richter, industriële architectuur van de Bechers,
de Marilyns van Warhol. Driedimensionale mediumale velden kunnen worden geordend in friezen (kathedralen) of colonnades (Sint Pietersplein, Karslbrücke)
(waarbij de overkoepelende eenheid wordt gevormd door een kerk, een
plein, een burg, een muur). In al deze gevallen ontstaan - ruimtelijk
gezien - composities van werkelijke ruimte en beeldruimte. Bij
tweedimensionale beelden is het alsof de reële ruimte telkens opnieuw wordt
doorboord met kijkgaten op een andere wereld (denk aan de glasramen in een
kathedraal, of een reeks schilderijen op een muur). Alleen in het geval van
retabels wordt deze discontinuïteit gemilderd tot de lijsten die de luiken
van elkaar scheiden, zodat alleen het geheel zich als meervoudig mediumaal
veld van de werkelijke omgeving onderscheidt. Ook bij driedimensionale
beelden worden uit de werkelijke ruimte nissen uitgespaard. Dat wordt
verdonkeremaand als de beelden in de open ruimte op sokkels staan opgesteld:
er is immers geen waarneembaar verschil tussen de open ruimte van de
werkelijkheid en de open ruimte rondom de beelden - de scheiding is alleen
zichtbaar op de bodem en kan daar door een sokkel worden geaccentueerd.
Naast nevenschikking in de ruimte is er ook opeenvolging in de tijd binnen
één enkel mediumaal veld. Dat valt iets moeilijker te realiseren als de
mediumale velden vast zijn verbonden met de mediumdragers: denk aan de
tweedimensionale velden op een kalender, of aan de driedimensionale beelden
in een stoet. Daarom wordt vaak overgegaan tot projectie op éénzelfde
herbruikbare mediumdrager: denk aan de projectie van dia's of digitale
beelden op een scherm. Ook hier is er sprake van discontinuïteit: de donkere
tussenstadia tussen de beelden of de overvloeiers. Alleen als de overgang
subliminaal is, ontstaat hier (althans qua medium) een continuïteit. Ook
geuren moeten gepresenteerd in gescheiden ruimtes, omdat ze zich anders
vermengen zoals geluiden. Ook eventuele beelden van de tast moeten
ondergebracht in eigen mediumale velden. Merken we op dat eventuele
mediumale velden voor geur en tast, anders dan bij visuele en auditief
beelden, niet op basis van geur of tast alleen van de werkelijke omgeving
kunnen worden onderscheiden.
Inzake veranderlijke onmiddellijke mimetische media behoort nevenschikking van mediumale velden in de ruimte
tot de mogelijkheden: denk aan vele video-installaties ('Video garden'
van Nam June Paik).
Er ontstaat dan een conglomeraat van
velden uitgespaard in de reële ruimte. Inzake muziek of
theater is
ordening in onderscheiden ruimtes overbodig omdat die toch lineair
zouden moeten worden doorlopen, tenzij dergelijke aleatorische menging
is bedoeld - zoals in Fresco (1969) met simultane orkesten in diverse
ruimtes. Meer voor de hand ligt hier dan ook de opeenvolging in de tijd
binnen één gemeenschappelijk herbruikbaar mediumaal veld, zoals in de film,
theater, ballet en in de muziek. Daarbij ontstaat een continu mediumaal veld
waarvan het begin en het einde meestal nadrukkelijk worden gemarkeerd door
het doven van de lichten in de cinemazaal, door openen en sluiten van het
gordijn in het theater, door invallen en hernemen van het dagelijkse
geroezemoes in de concertzaal. Vaak is er reële tijd tussen de beeldtijd
(pauze). Film is meestal ononderbroken (behalve door reclame).
Bij middellijke mimesis kunnen we hier de tijdruimtelijke organisatie van het
voorstellingopwekkend medium bestuderen. Bij narratieve literatuur gaat
het om de auditieve stroom van woorden waaruit het enkelvoudig beeld is
samengesteld (zin, alinea, hoofdstuk of reeks hoofdstukken zoals bij Musil (denk aan de delen in Different Trains
van Steve Reich).
Strikt van dergelijke compositie van de mediumale velden te
onderscheiden zijn 'velden' waarin de
uitvoeringopwekkende tekens zijn ondergebracht bij literatuur en muziek. Die
zijn georganiseerd binnen blad van boek op regels. Bij poëzie is er
lay-out van de dichtvormen. Idem voor partituur. Maar er is geen
intrinsieke relatie>
Bij gemengde: stripverhaal: banden in krant, kleine banden in boek naast
bladvullende prenten.
Merken we op dat vooral het optellen van mediumale velden het
realiteitskarakter van de beeld benadrukt. Al enkelvoudige
onmiddellijke mimetische velden worden zorgvuldig
gecomponeerd (verhoudingen van
rechthoek). Maar dat geldt bij uitstek voor de compositie van
samengestelde mediumale velden (veelluiken) waarvan ook de plaats in de
reële ruimte (architectuur of tentoonstellingszaal) zorgvuldig wordt
gecomponeerd. Bij tijdelijke opeenvolging is dat niet nodig (althans wat
de ruimte betreft) omdat we
ons hier blijven bewegen binnen één enkel mediumaal veld: het
filmscherm, het podium met kijkkast, vaak in gespecialiseerde ruimte zoals theater of
concertzaal.
Merken we op dat meervoudige onmiddellijke mimetische velden vaak
heterogeen zijn: denk aan een retabel waar tweedimensionale en
driedimensionale beelden worden gecomponeerd. Nog meer ingewikkeld zijn de
gevallen waar onmiddellijke en middellijke mimesis worden gecombineerd,
zoals in de geïllustreerde roman of het stripverhaal, waar er een hele
compositorische code is van tekstballonnen en tekstkaders. Het probleem is
bijzonder acuut wanneer twee verschillende originelen daarbij verschijnen in
hetzelfde gecombineerd mediumale veld (de. foto van lachend gezicht
gecombineerd met geluid van wenen, of een driedimensionale acteur
gecombineerd met de tweedimensionale opname ervan).
5. DE COMPOSITIE VAN COMPOSITIES
Vermits hier geen parameters zijn van de gecomponeerde verschijning,
is er ook geen relatie tussen de compositie van die parameters.
Wel is er een mogelijke relatie tussen de compositie van de delen
en die van
het geheel:
Dante ontwikkelde de terza rima speciaal om zijn commedia te schrijven,
omdat die als een puzzel prachtig in elkaar zou passen, om het getal 3
ook, dat geheel zijn werk ordent en doorstraalt.
Drie-eenheid, de 33 levensjaren van Jezus Christus, de drie delen van
zijn boek: Hel, Louteringsberg en Paradijs.
6. EFFECT VAN DE COMPOSITIE OP DE AARD VAN DE
VERSCHIJNING
Door het ordenen van de verschijning in een idealiter organisch
gestructureerd verloop wordt de wereld een steeds meer geordend geheel
waaraan een zin kan worden toegekend die anders hoogstens verbrokkelde
fragmenten toekomt.