het beeld: mimesis herbekeken
deel VI: de compositie van verschijning en mimetisch medium

hoofdstuk 6: bij menging van onmiddellijk en middellijk beeld



INLEIDING

Ook hier beperken we ons tot enkelvoudige verschijningen en hebben het dus niet over dubbelbeelden waarbij een enkelvoudige verschijning in een onmiddellijk medium wordt gecombineerd met de enkelvoudige verschijning van een ander origineel in een middellijk medium. Wel ter sprake komen: enkelvoudige narrataieve beelden uit een stripverhaal, beeld met verhaal of voorstellingopwekkende muziek, roman met directe rede, lyrisch lied met verhalende elementen, en enkelvoudige verschijningen (scènes) in een oratorium.

Ook hier moeten we niet de compositie van de afzonderlijke onderdelen bestuderen, tenzij dan in zoverre ze element worden in de compositie van de samenstellende onderdelen.


1. DE COMPOSITIE VAN DE GEMENGDE ONMIDDELLIJKE EN MIDDELLIJKE VERSCHIJNING

Voorbeelden zijn hier vogelzang met visuele voorstelling van vogel, dansmuziek met visueel-interoceptieve voorstelling van de dansers, maar ook lied waar dialoog is gezongen en ongevend verhaal voorgesteld of dito roman met directe rede.

We kunnen de compositie onderzoeken van de samenstellende beelden, maar specifiek voor het gemengde beeld is de verhouding tussen het waargenomen en het voorgestelde onderdeel. In 'Die Krähe' hebben we eerst de visuele voorstelling van het wandelen met in het gezelschap van de kraai, en daarop het spreken van de wandelaar tot de kraai. Enigszins anders is de compositie in 'Der Erlkönig': visuele voorstelling bij begin en einde, afgewisseld met omniddellijke vebale elementen, die hier zelf zijn gestructureerd als dialoog. Vergelijkbare afwisseling krijgen we in 'Differnt Trains', waar een complexere structuur is van door auditieve voorstellingopwekkende tekens opgewekte voorstellingen van treinen, afgewisseld met stukken onmiddellijke auditieve beelden van stoomfluiten en stemmen. In Steppen van Midden-Azië zijn de visuele voorstellingen (een karavaan in de steppen, de voorstelling van het dominante thuisland en het onderworpen Oosterse gebied) gelijktijdig met het auditieve oproepende beeld. In Nacht op de kale berg is auditieve mimesis van de dansmuziek de hele tijd gelijktijdig met de visuele en interoceptieve voorstellingen van de dans van de heksen.

In de regel veel minder gestructureerd is de inbedding van de directe rede in de opgewekte voorstellingen in het verhaal.



2. DE COMPOSITIE VAN HET MIMETISCH MEDIUM

Vanwege de aanwezigheid van middellijke mimesis is er hier een verschil tussen de compositie van de verschijning en die van het mimetisch medium, die alleen maar wordt versterkt doordat de duur van de verschijning in beide dimensies niet hoeft samen te vallen. Zo blijft in Erkönig en de Krähe de visuele voorstelling voortduren bij weergave van de dialoog of monoloog. Er zijn dus twee composities, die partieel samenvallen: wat in het medium een alternatie is van voorstellingopwekkend en onmiddellijk, is in de opgeroepen verschijning een alternatie van auditieve dialoog over continuïteit van visuele voorstelling.

Terwijl er functioneel gezien een bepaalde volgorde is waarin onmiddellijk en middellijk mimetisch medium met elkaar zijn gecombineerd, is er puur sensorisch gezien alleen maar een opeenvolging van woorden, of een opeenvolging van klanken, in patronen die bovendien vaak worden gehomogeniseerd (strofen van 'Die Krähe, opeenvolging van melodieën in ''De steppen van Midden-Azië').



3. DE COMPOSITIE VAN PRODUCTIEVE MEDIA


Op uitvoerend vlak hebben we hier uiteraard de gevonden verteller of zanger die zowel spreken kan nabootsen als voorstellingen oproepen met woorden.

De combinatie is voor de hand liggend omdat woorden zowel mimetisch als voorstellingopwekkend kunnen worden gebruikt


4. DE COMPOSITIE VAN MEDIUMAAL VELD
\
Vermits de voorstelling geen eigen mediumaal veld hebben, geldt voor de onmiddellijke beelden die gecombineerd zijn met voorstellingen of die als voorstellingopwekkend teken dienen hetzelfde als wat geldt voor onmiddellijke beelden op zich.

In het stripverhaal worden de voorstellingopwekkende tekens in een eigen mediumaal veld ondergebracht, net zoals de uitvoeringopwekkende tekens (de teksten van monologen en dialogen): die zijn van het visuele beeld gescheiden door eigen mediumale velden (tekstballonnen, kaders voor tekst).



5. DE COMPOSITIE VAN COMPOSITIES


De compositie van de samenstellende elementen van het gemengde beeld bespraken we al in paragraaf 2.

Vermits de relatie tussen onmiddellijk en middelijk beeld niet kan worden opgesplitst in parameters, is er hier ook geen compositie van de compositie van de diverse parameters.


6. DE RELATIE TUSSEN DE COMPOSITIE VAN DE VERSCHIJNING EN DIE VAN HET MIMETISCH MEDIUM

We zagen al hoe de autonomie van de afwisseling tussen onmiddellijk en middellijk kan worden gemilderd door de overgang te synchroniseren met de verschuivingen en/of intensivering van de aandacht.

Anders dan bij audiovisuele combinatie loopt de combinatie hier niet synchroon. In Krähe is er eerst oproepen van voorstelling, die dan blijft voortduren als de monoloog begint. Dat geldt ook voor stripverhaal waarin eerst een verhalend kader ('die avond') en dan (of eronder): visueel beeld. Maar het verloop valt wel samen met het verloop van de aandacht over de dimensies


 
 
ontdek
mijn nieuwe e-boek:


zelfomslag

het zelfbeeld
tussen spiegel en dagboek