het beeld: mimesis herbekeken
deel V: de wisselwerking tussen verschijning en mimetisch medium

hoofdstuk 7: in het meervoudig beeld



INLEIDING

Tot slot moeten we aandacht hebben voor de wisselwerking tussen medium en verschijning bij optelling van meerdere enkelvoudige verschijningen tot een meervoudige verschijning. De optelling kan homogeen zijn of heterogeen. Onderzoeken we in hoeverre er daarbij nieuwe vormen van autonomie kunnen ontstaan.

In alle gevallen ontstaan merkwaardige nieuwe originelen zoals een retabel, een toneelstuk of een film, een opera, een roman.


HOMOGENE OPTELLING

Er is simultane en successieve optelling.

We vinden simultane van onveranderlijke visuele beelden in retabels, seriële beelden, en stripverhalen.

We vinden homogene optelling van (gewone, verbale, en muzikale) auditieve en visuele verschijningen in de film; van onveranderlijke visuele verschijningen (decor), veranderlijke driedimensionale audiovisuele visuele verschijningen (acteurs), en verbale auditieve verschijningen in het theater; van plurisensori:ele voorstellingen, al dan niet gecombineerd met auditieve verbale nabootsing in het verhaal; van verhalend recitatief waarin monoloog en/of dialoog, en koorzang zijn ingebed in het oratorium; herhaling van scènes opgedeeld in recitatief, arioso en aria (mono of duet en koor) in de klassieke nummeropera; van verschillende muzikale auditieve beelden in een suite of een symfonie; van muzikale en verbale voorstellingopwekkende tekens gemengd met gewone auditieve verschijningen ('van stoomfluiten en spreken) in 'Different trains' van Steve Reich, enzovoort.

Hier doen zich geen nieuwe fenomenen voor, behalve dan wat de weergave van de tijdsdimensie betreft.

Worden de afzonderlijke beelden simultaan gepresenteerd, dan kunnen er conflicten zijn tussen de tijdruimtelijke structuur van de presentatie en die van het origineel. Bij weergave van simultane gebeurtenissen stelt zich de vraag hoe de verhoudingen tussen de gebeurtenissen in de noumenale ruimte moet worden weerspiegeld in de mediumale ruimte: dat de vier temperamenten van links naar rechts of op een kruis worden gepresenteerd, betekent niet dat ze zich in de noumenale ruimte op gelijkaardige plaatsen bevinden. En dat conflict is nog groter als de simultane presentatie een tijdsverloop moet weergeven. Het conflict wordt hier niet opgelost door de ons vertrouwde methodes van aanpassing van de verschijning, neutralisering, of suggestie, maar door abstractie te maken van de ruimtelijke ordening van de mimetische media bij weergave van simultane verschijningen, en door lineaire lectuur van de samenstellende beelden bij weergave van verschijningen die elkaar opvolgen (van links naar rechts, van boven naar onder, in klokwijzerzin, van het centrum naar de periferie, voor en achter op panelen en retabels, en wat dies meer zij). Ook bij dergelijke lineaire lectuur kan een conflict ontstaan als gebeurtenissen worden weergegeven die simultaan plaatsgrijpen: die vallen dan weer buiten de lineaire lectuur.

Worden de beelden successief gepresenteerd, dan ontstaan er problemen niet alleen met eventuele gelijktijdigheid van gebeurtenissen, maar ook met eventuele verschillen tussen de opeenvolging van de presentatie (tijd van het vertellen) en de opeenvolging in de noumenale tijd (flashbacks en flashforward).

Vervolgens is er het probleem van de geleding van de ruimte en de tijd. Bij geleding van de ruimte zullen in de regel verschillende perspectieven op het gebeuren moeten worden gekozen (van close-up naar panorama of vogelperspectief) en bij geleding van de tijd fragmenten van uiteenlopende duur. Dat levert conflicten op als het mimetisch medium bepaalde vereisten stelt aan het formaat (zoals in het stripverhaal, waar de neiging bestaat alle beelden op dezelfde rij dezelfde hoogte te geven, of bij seri:ële presentatie, waar de neiging bestaat alle beelden hetzelfde formaat te geven). Hier is het bij visuele beelden meestal de verschijning die wordt aangepast aan het formaat omdat het beeldsubject zich meestal aanpast aan de grootteverhoudingen in het beeld. Dat geldt ook voor toneelstukken en opera's (scènes en bedrijven), romans (hoofdstukken, al vallen die niet noodzakelijk samen met de samestellende enkelvoudige beelden), delen van sonates of symfonieën.


HETEROGENE OPTELLING (1): SIMULTAAN

We vinden heterogene opteling van monochrome en polychrome visuele verschijningen op het Lam Gods; van tweedimensionale met driedimensionale beelden in vele jkathedralen (beelden versus glasramen) en retables; van verbale verschijning via verbale voorstelling in An Artist's Statement van Charlotte Young, of in While we were holding it together

Deze media zijn autonoom omdat er in het medium trappen zijn die ontbreken in de verschijning. Dit conflict kan gemilderd door aan elk soort medium een ander soort verschijning te koppelen - vroeger of later (oud en nieuw testament), of schijn en werkelijkheid zoals bij Charlotte Young. We krijgen dan pseudoheteronomie door aanpassing van de verschijning.


HETEROGENE OPTELLING (2): SUCCESSIEF:
"The first condition for the use of color in a film is that it must be, first and foremost, a dramatic factor. In this respect color is like music. Music in films is good when it is necessary. Color, too, is good when it is necessary.
1948, Eisenstein

Van heterogene optelling is er sprake als enkelvoudige verschijningen in zwart-wit afwisselen met dito verschijningen in kleur. Dat is het geval in "The Wizard of Oz" Woody Allen's The Purple Rose of Cairo (Allen, 1985, US) JFK (Stone, 1991, US) or Space Cowboys (Eastwood, 2000, US). Wings of Desire (remade as City of Angels) evenals in Tarkovksy Roublev. Het gaat hier om een autonoom mimetisch medium vermits de werkelijkheid gekleurd is. Opheffen van het conflict kan hier door aanpassen van de verschijning; de grauwe werkelijkheid in zwart-wit versus de wereld van de kunst in kleur, zoals in Anton Roublev.

Een bekend voorbeeld is de negende symfonie van Beethoven waar woordloze instrumentale muziek plots overgaat in woordhebbende instrumentaal-gezongen muziek, net zoals bij Mahler en Schönberg.

Complexere voorbeelden vind je in Ivana Müller


HET EFFECT VAN AUTONOME MEDIA OP HET ORIGINEEL

Zoals bij combinatie van voorstelling en waarneming is hier meestal een versterking van de eigenaard van de verschijning: de kleur in Anton Roublev is veel kleuriger na een lange zwart-witfilm, en het zwart-wit wordt retroactief pas goed grauw door het verschijnen van de kleuren. Veelal wijzen mediumale verschillen ook op belang (tweedimensionaal tegenover driedimensionaal).

 
 
ontdek
mijn nieuwe e-boek:


zelfomslag

het zelfbeeld
tussen spiegel en dagboek