duplicaat, variant, transformatie, en ... beeld


Hans Op de Beeck Table


in het labyrint van de gelijkenissen en de verschillen




INLEIDING

Op een schilderij worden driedimensionale objecten omgezet in tweedimensionale configuraties op een plat vlak en in verf, en in een beeldhouwwerk wordt een lichaam van vlees en bloed omgezet in marmer. Dat fluistert velen de gedachte in dat ze beelden maken als ze de vorm, de kleur, het materiaal of de schaal van een object veranderen. In werkelijkheid ontstaan daarbij alleen nieuwe varianten of transformaties van bestaande objecten. Onderzoeken we daarom waarin duplicaten of getransformeerde of gevarieerde objecten zich onderscheiden van beelden - en ontwarren we daarbij een knoop die al sinds Plato de filosofie van het beeld in een wurggreep houdt.


DUPLICATEN, VARIANTEN, EN TRANSFORMATIES

Van vele objecten bestaan er meerdere exemplaren of versies.

Ze kunnen in alle opzichten identiek zijn. Dan noemen we ze duplicaten. (De term 'kopie' is minder toepasselijk omdat hij een origineel veronderstelt, en dat is bij serieproductie niet het geval).

Maar ze kunnen ook verschillen naar vorm, oriëntatie, kleur, materiaal, schaal, en bij veranderlijke objecten ook naar tempo en dus duur - en dat alles afzonderlijk of in alle mogelijke combinaties.

Gaat het om verschillen tussen objecten die naast elkaar blijven bestaan - denk aan vele automodellen in verschillende kleuren - dan noemen we die objecten varianten. Gaat het om een object dat door het aanbrengen van een verschil wordt omgezet in een ander - zoals wanneer we een rode stoel blauw verven of een auto samenpersen - dan noemen we dat object een transformatie.

Verwarring kan ontstaan doordat wat wij een transformatie noemen zelf een variatie kan zijn in een reeks, zoals wanneer we in een reeks bics met verschillende kleuren er eentje door verwarmen van vorm zouden laten veranderen. Verwarring kan ook ontstaan doordat niets ons beleet te zeggen dat een transformatie een variatie is van het getransformeerde object. Maar omdat dat oorspronkelijke object er niet meer is, past het beter om ons te houden aan de afspraken en te spreken van een transformatie van het oorspronkelijk object.

Geven we een overzicht van de vele mogelijkheden.

Varianten naar vorm zijn de vele bladeren van een boom , de vele croissants van de bakker, de jaarlijks vernieuwde varianten van een automodel, of de kolommen in verschillende lengtes van Buren in 'Les Deux Plateaux' (1986).

id

Transformaties qua vorm kunnen worden verkregen door uitrekken of samendrukken in één of meerdere richtingen, door smelten, verpletteren (de 'compression voiture' van Arman), of in stukken hakken (de cello van Arman).

compression voiture

Varianten naar oriëntatie¨zijn heel geliefd in de polyfone muziek (spiegel, kreeft, en kreeft van de spiege). Maar we vinden ze ook bij symmetrisch, concentrisch, of in andere patronen opgestelde objecten, zoals in 3LS (1965) van Robert Morris, of bij objecten waarvan de onderdelen naar richting variëren, zoals bij de 'Uncarved blocks' van Carl André (1976).

uncarved blocks

Transformaties naar oriëntatie zijn het urinoir en het fietswiel van Duchamp, of de gevloerde bok van Peter de Meyer.

Varianten naar kleur zijn legio in de massaproductie: auto's in verschillende kleuren (geheel of gedeeltelijk); blauwe, rode, groene of zwarte bics; maatkledij in dezelfde stof maar verschillende kleuren; vele identieke gsm's in verschillende kleuren, en ga zo maar door.

bics

Transformaties qua kleur zijn de 'Globe bleu 1957 of de 'Nike Big' van Yves Klein, de witgeschilderde piano van Günther Uecker, of het 'Tivolikasteel' (Mechelen, 1990) van Jan Fabre:

globe bleu


uecker piano

Varianten naar materiaal zijn zetels in telkens andere stoffen of in leer, kasten in verschillende houtsoorten of polyester, de zaag van Rick Beck in glas, de houten betonmolens van Delvoye, de passagiersboten in baksteen in Koksijde.

Transformaties naar materiaal worden verkregen door bakken, verbranden (Arman: piano flamboyant), nat maken of drogen (gedroogde vis), of in de muziek door verandereing van instrument of door elektronische bewerking.

arman piano

Varianten naar schaal vinden we al in de landbouw en de veeteelt: pony's, dwergkonijntjes, en bonsaiboompjes, maar bij uitstek in de industriële productie: de vele maten van schoenen of broeken, potten en pannen, ladders, enz. Meer drastische veranderingen van schaal vinden we bij uitstek in de wereld van het speelgoed: miniatuurauto's en miniatuurtreintjes, miniatuurkinderwagens, miniatuurbedjes, miniatuurhuisjes (het poppenhuis van Petronella Oortman).


bonsaiboompje

minaituurauto
poppenhuis

Ook vergrotingen komen voor: de wasknijper van Oldenburg (1976), de 'Giant Spoon' van Bob Budd 'Eat for England' (2006).

wasknijper Oldenburg


giant spoon

Zeldzamer - want technisch moeilijker te realiseren - zijn transformaties naar schaal: alleen denkbaar als ballon, moeilijker met planten, dieren en mensen, omdat men die niet zomaar kan laten krimpen of uitzetten. (De gekrompen schedels van de Jivaro's zijn beelden, zie verder).

Nauw verwant zijn de varianten of transformaties naar duur, zoals vertraagde of versnelde film of geluidsopname, of de aloude augmentatio of diminutio in polyfone muziek.

Al deze eigenschappen kunnen afzonderlijk veranderen of in alle mogelijke combinaties. Gecombineerde verandering is vaak onvermijdelijk, omdat verandering van de ene variabele zijn gevolgen heeft voor de andere: zo houdt verandering van materiaal in de regel ook een verandering van kleur in. Ook verandering van schaal leidt vaak tot veranderingen in materiaal - met name als het materiaal niet homogeen is zoals metaal of plastic, maar gestructureerd zoals hout, steen, textiel. Zo zijn sommige reuzenwasspelden van Oldenburg wel in hout gemaakt, zoals echte wasspelden, maar door de verandering van schaal neemt de schaal van de nerven van het hout in verhouding af. Hetzelfde geldt voor het textiel waarmee de gordijnen van een poppenhuis of de zeilen van een zeilboot op schaal worden gemaakt. Dat belet niet dat er ook veranderingen zijn die vrijelijk worden gecombineerd. Zo zijn in 'Table' van Hans Op de Beeck schaal en kleur veranderd:

Table

VARIATIE OF TRANSFORMATIE VERSUS BEELD

Dan is duidelijk dat verandering volgens één van bovenvermelde dimensies van een ding geen beeld maakt. Varianten zijn geen beelden van elkaar: we ervaren de ene croissant niet als een beeld van de andere, een gele Ferrari niet als een beeld van een rode; een polyesterversie van een meubel niet als een beeld van de houten versie, en een bonsaiboompje niet als een beeld van de grotere versie. Ook transformaties zijn geen beeld van het getransformeerde object: we ervaren een gesmolten fles niet als een beeld van het rechtopstaande origineel, de blauwgeschilderde wereldbol niet als beeld van de onbeschilderde, de verbrande piano niet als een beeld van de echte, en een opgeblazen ballon niet als een beeld van de slappe.


BEELDEN VAN TRANSFORMATIES

Varianten en transformaties zijn geen beelden, maar het beeld is wel de natuurlijke habitat van getransformeerde objecten. Dat geldt al als de kunstenaar ernaar streefde om een zo getrouw mogelijke 'kopie' van een werkelijk object te maken. Niet altijd slaagt hij daar immers in, zodat hij ons geen duplicaat, maar een transformatie te zien geeft. Maar het geldt bij uitstek voor de doelbewust omgevormde werkelijkheid, die we bij uitstek in het beeld aantreffen, omdat de werkelijkheid hier niet langer beperkingen oplegt: in de werkelijke wereld valt het (voorlopig) niet altijd mee om een levend wezen te transformeren, maar in het beeld is dat een koud kunstje. Daarom beheersen goede kunstenaars in de eerste plaats de kunst van het ontwerpen van nieuwe - getransformeerde - werelden.

Transformaties van vorm kunnen automatisch tot stand komen zoals bij de vervorming door weerspiegeling in onregelmatige oppervlakken, zoals op de foto's van Kertesz.

Kertesz

Maar ze kunnen net zo goed met de hand (Salvador Dali, Tony Cragg) of met photoshop worden verkregen , zowel twee- als driedimensionaal (3D-printing).

Slappe horloge Dali
cragg cathedral

Naast vervormingen van het origineel, zijn er in het beeld ook vervormingen op het niveau van het medium: denk slechts aan het omzetten van schaduwen in arceringen, die niettemin toch worden gelezen als continue overgangen.

Wijdverbreid is de transformatie door het veranderen van kleur, zowel op een tweedimensionaal vlak (blauwe paarden van Franz Marc) als op een driedimensionale volume (Niki de Saint Phalle, of het reuzentruweel van Oldenburg, waarbij, anders dan bij de hamburger, waar er 'stuntelige' pogingen zijn om kleur en materiaal na te bootsen, het materiaal ook nog in een afwijkende kleur is geschilderd):


burger oldenburg
nana
truweel

De verandering kan ook hier alleen in het medium waarneembaar zijn: in een zwart-witbeeld wordt kleur omgezet in toon, terwijl we niettemin niet aannemen dat we met een kleurloos origineel hebben te maken. Ook in het truweel hierboven is de kleur 'geneutraliseerd'.

Iets minder voor de hand ligt de verandering van materiaal. Op tweedimensionale beelden moet het materiaal tot nader order worden gesuggereerd door een monomaterieel medium (verf, inkten). In driedimensionale beelden kunnen bestaande materialen worden gebruikt (de stof van de kleren van het beeld, het metaal van een zwaard), maar vaker neemt men ook hier zijn toevlucht tot een medium in een ander materiaal - zoals wanneer gepolijst marmer naakte huid suggereert, planten hondenharen (Koons' Puppy), plastic keramiek (Oldenburg), of plaatser het zeil van een circustent  (John van Oers hieronder) of glas (Hans Op de Beeck in Still Life 8, 2011). Waar een suggestief materiaal wordt gebruikt, heeft dat altijd een impact op de aard van de gesuggereerde materialen, zodat de originelen navanant worden getransformeerd - denk slechts aan het verschil tussen een fresco en een schilderij in olieverf.

van oers circus

Vooral bij originelen die uit meerdere materialen zijn samengesteld, gaat men vaak over tot het neutraliseren - het 'tussen haakjes zetten' - van de materialiteit (vergelijkbaar met het neutraliseren van de kleur in zwart-witbeelden): denk aan beeldhouwwerken in marmer, brons of hout, staal (wasspelden Oldenburg) of glas (Vanitas van Hans Op de Beeck).

op de beeck vanitas

Ook de schaal van het medium kan veranderen. Vele beelden zijn 'levensgroot' - denk aan de wassen beelden van de Andrea, Sam Jinks, aan de paus in het beeld van Maurizio Catellan, of aan de paarden van Berlinde de Bruyckere:

de andrea naakt

de bruyckere paard

Maar vaker is het medium veel groter of veel kleiner dan de originelen. Ook hier wordt - bij adequate benadering als beeld - de schaal van het medium over het hoofd gezien: we geloven niet dat de persoon op een pasfoto, de figuurtjes in een kerststal, of de gekrompen hoofden van de Jivaro's dwergen zijn, noch dat de David van Michelangelo, de pasgeboren baby van Ron Mueck, de reuzenbeelden van Nero en Boeddha, of de Jesus Redemptor in Buenos Aires reuzen zijn. En dat geldt ook voor de reuzenspin van Louise Bourgeois, de inflatables van Paul McCarthy, of de reuzeneend van Florentijn Hofman.

michelangelo david


ron mueck baby



jivaro hoofd








HET BEELD ALS BIJZONDER SOORT TRANSFORMATIE

Dat er in het beeld vaak getransformeerde objecten verschijnen, mag ons niet uit het oog doen verliezen dat het beeld als zodanig inderdaad ook een transformatie is, maar dan één van een bijzondere soort: het beeld is namelijk een zintuiglijk gereduceerd object. Ofwel ontbreken sommige zintuiglijke dimensies - zoals wanneer we in de spiegel alleen de visuele dimensie van een object te zien krijgen, terwijl de auditieve en tactiele ons worden onthouden; of zoals wanneer we bij de opname van een stem alleen de auditieve dimensie van een individu te horen krijgen, terwijl de visuele en tactiele ons worden onthouden. Ofwel ontbreken alle zintuiglijke dimensies - zoals in voorstellingen in de geest die al helemaal niet meer waarneembaar zijn..

Al hebben de objecten in het beeld vaak een andere vorm, een andere schaal, of een andere kleur dan de werkelijkheid, tot beeld worden die objecten pas als (sommige of alle) zintuiglijke dimensies ervan niet waarneembaar zijn - als er sprake is van zintuiglijke reductie. Dat blijkt alleen al uit het feit dat niet alle beelden objecten tonen die naar vorm, kleur, materiaal en schaal verschillen van het origineel: vele beelden zijn integendeel in al deze opzichten 'natuurgetrouw' - denk slechts aan een spiegelbeeld. Variaties of transformaties zonder zintuiglijke reductie zijn dus - ook als ze door makers van beelden worden geproduceerd - geen beelden, maar vormen van tentoongestelde werkelijkheid.


VARIATIES EN TRANSFORMATIES VAN BEELDEN

Vooraleer te besluiten, zal het niet overbodig zijn erop te wijzen dat - met uitzondering van voorstellingen - beelden zelf ook objecten zijn. En zoals van alle objecten, kunnen er dus ook duplicaten van worden gemaakt (reproducties, afdrukken van eenzelfde prent of foto, afgietsels van beelden, enz.), of varianten en transformaties (pastiches enz.).

Voorbeelden van variaties naar vorm zijn alle variaties van Mondriaan op eenzelfde basisformule (constante kleur, materiaal en schaal) van eigen werk, de omzettingen in andere media en stijlen van Lichtenstein, de geschilderde foto's van Luc Tuymans, - om nog maar te zwijgen van de aloude Mona Lisa's met snorren en andere toevoegsels.

mondriaan ruit
monderiaan

Voorbeelden van variaties naar kleur zijn Albers' 'Grey Instrumentation' , de kleurvariaties van Warhols Marilyns, of de blauwgeschilderde Nike van Yves Klein:

albers grey

Voorbeelden van variaties qua materiaal (die meestal gepaard gaan met variaties van kleur) zijn legio in de beeldhouwkunst: veel beelden zijn zowel in brons als in marmer beschikbaar.

brancusi torse

brancusi torse

Voorbeelden van variaties qua schaal zijn de talloze schaalmodellen van bekende beelden die te koop worden aangeboden in toeristenwinkels, of aan het vergrote anatomische model van Damien Hirst:

hirst model

Ook voorstellingen kunnen worden gevarieerd of getransformeerd - denk slechts aan de noodgedwongen transformatie die het gevolg is van vertalingen van verhalende literatuur. (We laten de nochtans in de muziek erg geliefde variaties hier buiten beschouwing, omdat het niet altijd gaat om variaties van beelden: zie 'Mimesis en muziek')

Dat er variaties en transformaties van beelden zijn, toont nog maar eens aan dat het niet volstaat om iets te variëren of te transformeren om een beeld te produceren: de voorbeelden hierboven waren al beelden vooraleer er varianten van werden gemaakt of vooraleer ze werden getransformeerd, en dat ze worden gevarieerd of getransformeerd maakt ze niet tot beelden van beelden: van de Mondriaans of de Albersen hierboven zeggen we niet dat ze beelden zijn van elkaar. Het zijn gewoon varianten van een beeld (of beelden van variante originelen).


MENGING VAN BEELDEN, VARIATIES EN TRANSFORMATIES

Het maken van het nodige onderscheid wordt niet alleen bemoeilijkt doordat op vele beelden getransformeerde originelen verschijnen, en omdat beelden zelf getransformeerde objecten zijn, maar ook omdat beelden vaak worden gecombineerd met duplicaten, varianten of transformaties. Dat is al het geval als poppen worden gecombineerd met kinderwagens op schaal (varianten), maar ook in Still Life (8), 2011 van Hans Op de Beeck, waar karaffen die zijn nagebootst in plaaster zijn gecombineerd met een echt tafellaken op een echte tafel.


BESLUIT

Beelden moeten dus duidelijk worden onderscheiden van werkelijke objecten, ook als die werkelijke objecten geen unieke exemplaren zijn, maar duplicaten, varianten en transformaties. De kunst van het maken van variaties of transformaties is een andere kunst dan de kunst van het maken van beelden: de hierboven besproken objecten van Duchamp, Otto Piene, Günther Uecker, Arman, Yves Klein, Carl André, Damien Hirst, en Hans Op de Beeck, zijn geen beelden - laat staan 'sculpturen' - maar werkelijke objecten.

© Stefan Beyst, juli 2015.


SAMENVATTING

Van vele objecten bestaan meerdere versies. Zijn ze identiek, dan zijn het duplicaten. Verschillen ze (naar vorm, naar kleur, naar materiaal , naar oriëntatie, naar schaal, naar duur) dan zijn het varianten als ze naast elkaar bestaan, en transformaties als een bestaand object wordt veranderd in een ander. Duplicaten, varianten en transformaties zijn geen beelden. Dat ze vaak met beelden worden verward, komt omdat beelden bij uitstek getransformeerde objecten tonen, én omdat het zelf ook transformaties zijn, maar dan van een bijzondere soort: zintuiglijk gereduceerde objecten. Met uitzondering van voorstellingen zijn alle beelden ook werkelijke objecten. Er kunnen dus ook duplicaten, varianten of transformaties van worden gemaakt. Pas wie goed onderscheid maakt tussen beelden en duplicaten, variaties, of transformaties kan zien dat ze vaak met elkaar worden gemengd.


ZOEK DE FOUTEN

Voor wie nu denkt 'en dan?', zoek de fouten in volgende gedachtegangen:

Voor de filosofen: 'A Constable painting of Marlborough Castle is more like any other picture than it is like the Castle, yet it represents the Castle and not another picture – not even the closest copy'. 'The plain fact is that a picture, to represent an object, must be a symbol for it, stand for it, refer to it; and that no degree of resemblance is sufficient to establish the requisite relationship of reference. Nor is resemblance necessary for reference; almost anything may stand for almost anything else. A picture that represents - like a passage that describes - an object refers to and, more particularly, denotes it. Denotation is the core of representation and is independent of resemblance'. (Languages of Art 1968, p.5).

Voor kunstenaars en andere niet-filosofen: 'By handcrafting all the elements in monochromic grey, you get a kind of reduction of the information. So when you shape and handcraft things yourself, avoid the use of ready-made objects, and choose the textures, colors and skin of the materials yourself, it becomes an overall sculptural environment. If I would use ready-made seats and tables and architectural parts, it would become a simulation, like a film set is a simulation of the real. My work is an evocation or a representation, but not a simulation. Just like a couple of my large-scale installations where the fakeness is extremely obvious. This is very important because when it’s obviously fake, it’s not a simulation but an interpretation of the real thing. It’s like a painting, if you look at an old landscape painting and if you accept the proposition of the painter, you can really mentally wander around in this painted evocation. That’s the beauty of painting. My root is also in painting. Somehow I like the evocation of something fictional, but at the same time credible.' Interview met Hans Op de Beeck.

 fndeel fbvolg    twitter
 
nu ook het boek:

'het beeld: mimesis herbekeken'
 
 
beeld van de week

zelfomslag