Met wat fruit (mango!) of nootjes: heerlijk als dagelijks ontbijt!
Neem twee kopjes havermoutvlokken, meng ze met ongeveer twee kopjes water
tot een vloeibaar papje. Laat een paar dagen staan tot het deeg zuur
is - wat je ruikt, smaakt, of ziet aan de gasbelletjes.
Als het zo ver is neem je de helft van de desem, en lengt die aan met
warm water en wat zout. Hoe vloeibaarder het deeg, hoe dunner je de
pannenkoekjes kunt bakken, en hoe 'krokanter' ze zijn, vooral aan de rand. Maar ook: hoe breekbaarder. Bak ze daarom niet te groot:
Na het bakken vul je de andere helft weer aan met een kopje
havermoutvlokken en water tot een vloeibaar papje. Doe het deeg in een doosje en zet het in de
koelkast. De volgende dag is heel het deeg weer zuur. Je gebruikt
weer de helft, en vult de andere helft weer aan. En zo almaar
door ...
Smakelijk!