DE EROTISCHE VERSCHIJNING VAN DE MENS
Hoofdstuk twee van 'Het erotische oog en zijn naakt'
Nadat we in het
eerste hoofdstuk kennis hebben gemaakt met
het begerige oog, moet onze aandacht uitgaan naar wat dat oog wil zien:
het mooie lichaam. Het mooie lichaam als zodanig zal in de volgende
hoofdstukken uitvoerig aan bod komen. In dit hoofdstuk situeren we de
erotische verschijning eerst in een breder - evolutionair, historisch en
sociaal - kader.
Hieronder zijn afbeeldingen te zien van het naakte lichaam. Wie
minderjarig is of aanstoot neemt aan het naakt, wordt dringend verzocht
dadelijk deze pagina onmiddellijk te verlaten.
(1) SCHOONHEID ALS DE BRON VAN LIEFDE
...toutes les hideurs de fécondité’
Charles Baudelaire (Les Fleurs du Mal).
De erotische verschijning van de mens heeft veel met voortplanting van
doen, maar nauwelijks iets met de strikte daad van de bevruchting.
Eerder is moederzorg het uitgangspunt voor de erotische verschijning: de
ogen om in te kijken, de warme en zachte huid om tegen aan te liggen, de
zachte ronding van de borst om te omvatten, en niet in het minst de
lippen om te kussen.
Zeker, ook de voortplantingsorganen spelen een
belangrijke rol, en wel als 'zesde zintuig': de paringsdaad dient niet zozeer
om te bevruchten, dan wel om orgastische lust te verschaffen. Maar met
het erotische oog onderhouden ze een nogal dubbelzinnige relatie. Bij de
mens signaleren de vrouwelijke geslachtsorganen immers niet langer de
vruchtbare periode. De vaak indrukwekkende vaginale zwellingen van apen
en primaten (zie
foto) slinken bij de mens tot de erg bescheiden kleine
schaamlippen,
die ook nog schuilgaan achter het schaamhaar,
en - als gevolg van het rechtop lopen (en neotenie) - tussen de benen
verdwijnen. Een vruchtbare cyclus verraadt zich alleen door het bloed
van de menstruatie. Ook de geuren die vruchtbaarheid signaleren zijn bij
de mens nauwelijks waarneembaar. (Klik op de naam van de fotograaf of
op de foto om een grotere afbeelding te zien. Klik op de naam onder de
grotere afbeelding om de website van de kunstenaar te vinden).
Het erotisch oog van de mens is dan ook gevoelig voor een heel ander
soort visuele schoonheid: de optische kwaliteiten van het naakte lichaam
vervangen de aantrekkingskracht van de vaginale zwellingen. Schoon aan
dat naakte lichaam en zijn aangezicht zijn vooral de eigenschappen die
toelaten visueel vooruit te grijpen op het genot van de tastzin: de
glooiingen en rondingen van het lichaam, de zachtheid en gaafheid van de
huid, de vorm en de kleur van ogen en lippen. En dat zijn heel andere
eigenschappen dan gerimpelde of geplooide huid
van de geslachtsorganen:
het hevige roze, rood en purper van de vaginale
zwellingen en de opgerichte penis, die ook nog eens slijmerig zijn:
Alleen de kleur van lippen,
tepels en vingernagels of de roze blos op de huid herinneren aan het
archaïsche voorstadium.
Het erotische oog van de mens valt dus niet op
geslachtsorganen, maar op de schoonheid
van het naakte lichaam en het aangezicht, zoals in dat prachtige
schilderij van Titiaan, een zeldzaam voorbeeld waarin de schoonheid van
aangezicht en lichaam perfect harmoniëren:.
|
Pas als de partners, aangetrokken door elkaars visuele schoonheid,
elkaar beginnen aan te raken, lokt de opwinding van de tastzin de
bereidheid van de geslachtsorganen uit.
De gehele verschuiving van de geslachtsorganen naar het oppervlak van de
naakte huid wordt versterkt doordat het uitzicht van de geslachtsorganen
doet denken aan eerder negatief beladen verschijnselen. Bij de meeste
zoogdieren komen de geslachtsorganen te voorschijn door een opening of
een spleet in de pels. Daarom herinneren ze aan openingen in de huid,
zoals het binnenste van de oogleden of de lippen, indien al niet aan de
dreigend
geopende muil van roofdieren en de
bijbehorende wonden en rauw vlees.
|
Niet voor niets trekken kinderen hun oogleden naar beneden of steken ze
hun tong uit als ze een afschrikwekkend gezicht willen laten zien. Niet
alleen de vorm, ook de kleur van de geslachtsorganen doet denken aan een
wonde: rood is immers de kleur van bloed. Maandstonden versterken dit
effect alleen maar. Vandaar dat de niet geïnformeerde toeschouwer de
vaginale zwellingen van primaten vaak interpreteert als wonden,
zoniet als kankers.De slijmerige huid roept bovendien vaak associaties
op aan de archaïsche huid van reptielen, weekdieren of vissen.
De gehele verschuiving in de waaier van vormen en kleuren verklaart
waarom onze blik verstart als we onverhoeds de vagina of de ontblote
eikel te zien krijgen, en waarom een zekere terughoudendheid - de
oervorm van schaamte? - ons ertoe aanzet om ze op één of andere manier
aan het zicht te onttrekken. De tegenstelling tussen de onbeschaamde
blootstelling van de vaginale zwellingen van de bonobo en de schuchtere
beweging waarmee de Venus van Urbino hierboven haar schaamte bedekt,
spreekt boekdelen. Er schuilt enige waarheid in het gezegde van Da Vinci
dat de paringsdaad en de geslachtsorganen zo afstotelijk zijn, dat de
menselijke soort al lang zou zijn uitgestorven, als het gelaat - denk
aan de Mona Lisa - niet zo mooi was geweest. En niet voor niets
laat Baudelaire zich vol afgrijzen uit over ‘toutes les hideurs de la
fécondité’.
De diepgewortelde weerzin om de geslachtsorganen te aanschouwen en de
neiging om ze aan het zicht te onttrekken, versterken alleen maar de
reeds besproken inspanningen van de natuur om bij de mens de
tekens voor vruchtbaarheid te verbergen. Ze verklaren ook de neiging om
de aanwezigheid van een vagina over het hoofd te zien en ze te lezen als
de pure afwezigheid van een penis. De associatie met een wonde maakt een
verdere mislezing van deze afwezigheid mogelijk als het resultaat van
castratie, mislezing die veel voorkomt bij kleine kinderen.
Eenzelfde houding nemen we aan als we onverhoeds worden blootgesteld aan
geslachtelijke geuren. De weerzin ertegen kan zich uitbreiden tot de
natuurlijke lichaamsgeuren, wat ongetwijfeld aan de basis ligt van het
gebruik van parfum. Deze weerzin verschuift ook naar de
uitscheidingsfunctie, zoals blijkt uit het oude gezegde ‘inter urinas et
faeces nascimur’ ('Tussen pis en kak worden we geboren').
Beweren dat het uitzicht van de geslachtsorganen een overblijfsel is uit
onze dierlijke voorgeschiedenis, betekent niet dat ze hebben afgedaan
als verleidingsmiddelen. Wel integendeel: de aanblik van de
geslachtsorganen oefent een vaak onweerstaanbare aantrekkingskracht uit
op de aanbidders van de opgerichte penis of de opgewonden vagina (zie
afbeelding Tsukioka Settei hieronder). Maar het is pas als de schoonheid
van het lichaam de ogen voldoende hebben opgewarmd, dat ze in staat zijn
om de aanblik van de geslachtsorganen te waarderen. Omgekeerd
verschijnen de geslachtsorganen zelf pas in al hun glorie na voldoende
voorafgaande opwinding. Dat is heel wat anders dan - met Bataille - te
beweren dat de essentie van de erotische drift erin bestaat de
schoonheid van het gezicht te ontwijden door het ontbloten van de
afzichtelijke geslachtsorganen.
(2) DE WEDERKERIGHEID VAN MENSELIJKE
SEKSUELE VERLEIDING
‘Eiusdem libidinis est videri et videre’
(Zien en worden gezien is hetzelfde verlangen)
Tertullianus
Schoon is in de dierenwereld het geslacht dat het meest concurreert om
de toegang tot het andere geslacht. Welk geslacht concurreert hangt af
van de verdeling van de ouderzorg. Het meest kieskeurig is het geslacht
dat het meest in kinderen investeert: het vergooit zijn inspanningen
niet aan dragers van minderwaardig erfelijk materiaal. Afgezien van
uitzonderingen - zoals de inmiddels beroemde zeepaardjes en
stekelbaarzen - zijn het meestal de wijfjes die het meest investerenin de ouderzorg. Daarom zijn zij in de regel het meest kieskeurig.
Mannetjes verhogen omgekeerd hun voortplantingssucces door zoveel
mogelijk wijfjes te bevruchten. Waarom ze minder kieskeurig zijn en des te
competitiever (Schopenhauer, Trivers). De toegenomen concurrentie tussen
mannetjes, al dan niet aangevuld door vrouwelijke voorkeur voor de meest
geschikte partner, leidt er toe dat bij de meeste dieren de mannetjes
het schone geslacht zijn.
Bij de mens is het aandeel van de man in de ouderzorg aanzienlijk. De
rol van de vader beperkt zich niet langer tot bevruchting, maar omvat
ook de bescherming en de voeding van de jongen. Vader en moeder gaan
over tot een verdeling van de taken binnen het kader van geslachtelijke
arbeidsdeling. Wat dan weer leidt tot een bijkomende pedagogische
inspanning van de man:alleen van een vader kan de zoon zijn
mannelijke rol leren. De reproductieve inspanning van de man verschuift
dus van tomeloze paringsdrang naar opvoeding. Ook de vrouw concurreert
voortaan, niet alleen om een geschikte fertiele partner, maar ook om een
economische aantrekkelijke medewerker en een vader die zijn kinderen ook
nog zal opvoeden. Dit leidt tot toegenomen concurrentie tussen vrouwen,
en toegenomen kieskeurigheid vanwege mannen, die hun vaderlijke zorg
alleen maar willen besteden aan de kinderen van een zorgvuldig
uitgekozen vrouwtje. Vandaar het nogal uitzonderlijke verschijnsel dat
bij de mens ook de vrouw een schoon geslacht is. Het verschijnen van de
mooie vrouw is de tegenhanger van het verschijnen van een beschermende,
voedende en opvoedende vader.
Menselijke verleiding kan dan ook niet langer eenzijdig zijn: ze wordt
wederkerig. Verleiding wil worden beantwoord door verleiding, en
bewondering door bewondering. Het verliefde oog krijgt alleen de
schoonheid van het geliefde lichaam te zien als het toekijkt vanuit een
lichaam dat zelf schoonheid
uitstraalt.
Maar er is meer. Ook de wederkerige hulp - de ‘economische’ zorg - wordt
een expressie van liefde, zozeer zelfs dat we kunnen spreken van een
‘economische coïtus’. Seksuele en economische coïtus versterken elkaar
en worden tot elkaars expressie: de mens heeft de onweerstaanbare
neiging om de partner die hem economisch bijstaat ook seksueel te
bevredigen en, omgekeerd, degene die hem seksueel bevredigt ook
economisch bij te staan. Dat is heel wat anders dat het zogenaamde ‘sex
for meat’, dat het eenzijdige gedrag van sommige primaten bepaalt (Symons).*
(3) DE RUIL VAN SCHOONHEID TEGEN RIJKDOM
‘Donner son corps, garder son âme’
Blijft dan te verklaren waarom de vrouw doorgaat als het schone geslacht
tout court, terwijl mannelijke schoonheid, die nochtans niet is te
versmaden, vaak aan de vrouwelijke belangstelling lijkt te ontsnappen.
In tegenstelling tot vele andere soorten zijn er bij de mens evenveel
vruchtbare mannetjes als vrouwtjes. Maar tot voor kort waren
geslachtsrijpe vrouwen ook moeders, die ofwel zwanger waren, ofwel
kinderen zoogden. Dat leidt tot een drastische reductie van het aantal
beschikbare vrouwen. Alleen in principe vermindert het aantal
beschikbare mannen in gelijke mate als ze vader worden: het is een man
niet aan te zien dat hij vader is. Vermits een vrouw die zwanger is of
borstvoeding geeft niet erg verleidelijk is voor een man, behalve dan
voor de vader van haar kinderen, is het aantal aantrekkelijke mannetjes
veel minder schaars dan het aantal aantrekkelijke vrouwtjes. Daar komt
bij dat vrouwelijke schoonheid veel vergankelijker is, en afneemt door
herhaalde zwangerschap. Deze schaarste aan vrouwelijk schoon verklaart
waarom al sedert de oertijden de vrouwelijke schoonheid in het centrum
van de belangstelling staat. Van oudsher wordt de mooie vrouw omringd
door een legertje mannen die concurreren om haar gunsten.
Eveneens van oudsher proberen de mannen de macht te breken van de mooie
vrouw die hen onderschikt door haar pure schoonheid. Ze deden dat door
hun economische en politieke macht te vergroten. De eerder egalitaire
stameconomie werd een paar duizend jaren geleden aangevuld en ten slotte
vervangen door koop en verkoop tussen mensen die niet langer aan elkaar
verwant waren door afstamming of huwelijk. Verschillen in rijkdom doen
hun intrede. Door de onderschikking van andere mannen neemt de
economische en politieke macht van een heersende minderheid toe. Het
volstaat om te kijken naar het verschil tussen een farao en een boer,
tussen een feodale heer en zijn lijfeigenen,of tussen een
kapitalist en een arbeider om zich daarvan te vergewissen.*
Dat heeft dramatische gevolgen voor de mannelijke schoonheid. In de
oertijden kwam de economische en seksuele aantrekkelijkheid in de eerste
plaats tot uiting in fysieke schoonheid - spieren, lengte,
beweeglijkheid en handigheid - zoals ze vandaag nog genoten wordt in het
bezig zijn van atleten:
Een rest daarvan is nog te zien op het bekende beeld van Michelangelo,
waar de man is afgebeeld als naakte krijger.
Omgekeerd neemt sedert de intrede van de maatschappelijke arbeidsdeling
de gevoeligheid voor de puur uiterlijke tekens voor economische en
politieke macht van de man alleen maar toe: zijn lichaam verdwijnt
helemaal op de achtergrond.
|
Fysieke schoonheid is van
geen tel meer, des te minder omdat economische en politieke macht in de
regel alleen toeneemt met de leeftijd, terwijl lichamelijke schoonheid
alleen maar afneemt. Om dezelfde reden werpt de economische en politieke
macht van de vrouw veel minder gewicht in de schaal dan haar
schoonheid.
Een fundamentele asymmetrie beheerst voortaan vele seksuele relaties: de
ruil van schoonheid tegen rijkdom of gunsten als zodanig. Wederkerige
seksuele aantrekking en economische samenwerking zijn niet langer de
fundamenten van de liefde. Alleen na een dergelijke reductie verarmt de
complexe en wederkerige liefdesrelatie tot de pure uitwisseling van ‘sex
for meat’, die nog altijd op de meeste plaatsen in de wereld de
verhouding tussen de geslachten bepaalt. Alleen deze ontwikkeling
verklaart waarom vele vrouwen de mooie man zo in de kou laten staan -
althans wat het huwelijk betreft: de schoonheid van de man wordt wel
degelijk gewaardeerd zolang het maar niet om vaste relaties gaat.*
(4) HET ONTSTAAN VAN VOYEURISME EN
EXHIBITIONISME
"Here I am, bent over the keyhole; suddenly I hear a footstep.
I shudder as a wave of shame sweeps over me.
Somebody has seen me.
Jean-Paul Sarte in 'Being
and Nothingness'
Het ogenblik is gekomen om de termen 'voyeurisme' en 'exhibitionisme' te
introduceren. Dit zijn immers geen oervormen van de kijk- en toondrift,
zoals de door Kraftt-Ebing ingevoerde en door Freud gepopulariseerde
termen impliceren. Het zijn de eenzijdige afstammelingen van de
oorspronkelijk wederkerige verleiding. In tegenstelling tot de minnares
die haar minnaar bewondert en verleidt, is een exhibitioniste er alleen
op uit om te worden bewonderd. Ze is geenszins geneigd om op haar beurt
de schoonheid van de aanbidder te bewonderen - laat staan om zich
lichamelijk over te geven. Omgekeerd is een voyeur er alleen maar op uit
om te bewonderen. Hij denkt er niet aan dat de bewonderde oog zal hebben
voor zijn schoonheid - laat staan hem tot de tempel zal toelaten.
|
In bovenstaande prent van Dürer is het wederkerige tonen en bekijken
vervangen door het eenzijdige kijken naar iemand die zich alleen maar
toont. De symmetrische ruimte van de liefde wordt gehalveerd tot
eenzijdige - perspectivische - ruimte. Daarin verschijnt een lichaam dat
zich toont voor de blik van een toeschouwer die alleen als kijkend oog
buiten het schilderij het beeld aanschouwt, zoals op het schilderij van
Venus en Amor hieronder.
cranach
|
|
Een eerste hefboom die het eenzijdige voyeurisme en exhibitionisme
loswrikt uit hun oorspronkelijke wederkerigheid is de ruil tussen
schoonheid en rijkdom. Onder dit regime bewondert de man de schoonheid
van de vrouw, terwijl de vrouw alleen oog heeft voor zijn economisch
vermogen, niet voor zijn schoonheid. Het opvoeren van de vrouwelijke
schoonheid verandert in een pure vertoning die de onwil maskeert om zich
echt over te geven. Omgekeerd verengt de mannelijke bewondering tot puur
voyeurisme. Vermits niet zijn fysieke, maar alleen zijn economische en
politieke aantrekkingskracht het vrouwelijke exhibitionisme uitlokken,
kan hij niet vrijen met een seksueel opgewonden partner. Men kan terecht
stellen dat de man de vrouw reduceert tot haar lichaam, als men de
omgekeerde reductie van de man tot zijn economisch en politiek vermogen
niet uit het oog verliest. Eeuwenlang raakten vrouwen opgewonden bij het
zicht van kronen, uniformen en titels of andere attributen van
mannelijke macht zoals kastelen en villa’s, koetsen en sportwagens,
parken en zwembaden. De reductie van de man tot puur uiterlijke
attributen is zo mogelijk nog erger dan de reductie van de vrouw, die
tenminste nog in haar lichaam mag blijven wonen.
Niet alleen de asymmetrie van de ruil tussen schoonheid en rijkdom
ontkoppelt voyeurisme en exhibitionisme. Verschillen in schoonheid zijn
wellicht nog ingrijpender. Niet alle vrouwen zijn even mooi, en de
verschillen springen des te meer in het oog naarmate in de loop van de
geschiedenis de contacten tussen de mensen toenemen. Alleen de meest
prestigieuze mannen kunnen de mooie vrouwen krijgen. De minder machtige
en minder rijke mannen moeten tevreden zijn met mindere schoonheden. Van
de begeerlijkste vrouwen kunnen ze kunnen alleen maar dromen. In de
reële wereld moeten ze zich beperken tot het visueel genot van hun
schoonheid. Die ontsteekt wel het vuur, maar levert geen brandhout. Het
begeerde lichaam begeert niet, en het begerende lichaam wordt niet
begeerd. In deze bodem wortelt een structureel voyeurisme: onder het
regime van de verschillen in schoonheid is een meerderheid van mannetjes
gedoemd slechts voyeuristisch te genieten van de mooie vrouwen die
worden gemonopoliseerd door een prestigieuze minderheid. Ze vinden
soelaas in de gedachte dat die minderheid - steeds onder het regime van
de ruil tussen schoonheid en rijkdom - al evenmin het brandhout kan
verteren: zo moesten haremhouders tot voor kort hun harems beschermen
met een legertje eunuchen en ook vandaag nog wordt menige rijkaard
bedrogen door zijn tuinman of portier. In de volgende hoofdstukken
beschrijven we hoe de onbereikbare mooie vrouw nog onbereikbaarder wordt
als ze zich toont in het beeld.*
(5) MANNELIJK GESLACHTSORGAAN TEGENOVER
VROUWELIJK LICHAAM
‘But to the girdle do the gods inherit
Beneath is all the fiends;
There’s hell, there’s darkness,
there is the sulphurous pit -
Burning, scalding, stench, consumption,
Fie, fie fie! Pap, pah!
Shakespeare, King Lear.
Het naakte lichaam neemt bij de mens de plaats in van de
geslachtsorganen. Maar mannelijkegeslachtsorganen blijven duidelijk
zichtbaar, terwijl de vrouwelijke van nature zijn verborgen. Daarom is
de verschuiving van geslachtsorgaan naar lichaam veel meer uitgesproken
bij de vrouw dan bij de man.
De schoonheid van het vrouwelijke lichaam wint nog aan belang doordat
mannelijke schoonheid in vele opzichten de tegenstelling is van
vrouwelijke schoonheid. Zo staan de baard en het kale hoofd van de rijpe
man tegenover de weelderige haardos en de
naakte kin van de jonge vrouw.
Op de plaats van de seksueel aantrekkelijkste onderdelen van het
vrouwelijk lichaam - lippen en wangen in het gelaat, en borsten, buik en
billen op het lichaam - zijn bij de man baard en beharing, spieren en
knoken te
zien.
Vooral bij blanken staat het behaarde mannelijke lichaam in een schril
contrast met de opwindende schoonheid van een compleet haarloos - naakt
-
vrouwenlichaam.
Men kan het effect van de haarloze gladheid van het naakt meten door
zich een vrouw voor te stellen met haar op haar borsten, billen en buik.
Puur optisch gezien zijn botten, spieren en haren van de man evenwaardig
aan zachte, naakte rondingen van de vrouw. Maar het oog ziet ook de
genoegens van de tastzin mee. En dat maakt een heel verschil. De weelde
voelen van een zachte huid is veel leuker dan af te ketsen op de harde
spieren of knoken. Een zachte vrouwenwang voelt heel anders aan dan een
knokige en stekelige mannenkaak, en niet alleen kinderen nestelen zich
liever tussen warme borsten of in een zachte schoot dan tegen harde
spieren of scherpe botten. Omdat mannelijke schoonheid in dat opzicht
niet zozeer de tegenstelling, dan wel de ontkenning is van de
vrouwelijke, geeft menige vrouwelijke schone de voorkeur aan een lelijke
man: het stelt haar eigen schoonheid des te sterker in het daglicht. Dat
is de waarheid aan het verhaal van de schone en het beest. Het verhaal
doet de ronde dat de Spaanse koninginnen met apen gingen wandelen om des
te sterker de regelmaat van hun gelaat en de verzorgdheid van hun
voorkomen te laten uit komen. Nergens wordt de tegenstelling - versterkt
door die tussen de oude prestigieuze man en het mooie jonge meisje -
duidelijker afgebeeld dan in onderstaande tekeningen van Royo.
royo
|
|
|
|
Geen wonder dat mannelijke schoonheid er vaker de voorkeur aan geeft om
aan te leunen bij de vrouwelijke: de kin blijft dan baardloos, de
haardos weelderig, het lichaam onbehaard en het vlees zacht, terwijl de
stoere erectiele frontaliteit plaatsmaakt voor de charmerende lichte
afwijkingen van de verticale en horizontale loodrechten van het kruis:
albrecht dürer
|
|
Maar terwijl de vrouwelijke geslachtsorganen tussen de benen verdwijnen
en en schuilgaan achter het schaamhaar, blijft de schacht van de penis
aan de blikken van allen blootgesteld, zeker als hij zich trots
opricht.Alleen de kracht van de
erectie kan dan de begeerte doen ontbranden, maar
de tegenstelling tot de vrouwelijke schoonheid van het lichaam springt
des te sterker in het oog.
Op vlak van schoonheid valt de tegenstelling tussen man en vrouw dan ook
uiteen in twee tegenstellingen: de vrouwelijke geslachtsorganen als
negatie van de penis, en het mannelijk lichaam als negatie van het
vrouwelijke naakt.
Deze twee tegenstellingen worden vaak verdicht in de fundamentele
oppositie tussen de harde dooraderde penis en het zachte naakte
vrouwenlichaam.Onder naakte vorm zien we de tegenstelling in de prent
van Tsukioka Settei
- waarbij het interessant is om te weten dat de vrouw eigenlijk een
mannelijke travesti is.
Bij Thomas Kreyn wordt de tegenstelling op de spits
gedreven door een manshoge penis tegen te stellen aan het mooie lichaam
van de vrouw:
Bij
Michelangelo
vervangt een zwaan - die als enige onder de vogels iets heeft wat op een
menselijke penis lijkt - de tot penis gereduceerde man. Daardoor kan de
kunstenaar de eikel vervangen door het meer esthetische hoorn van de
snavel en de dooraderde huid door de dito blanke veren.
naar michelangelo
|
Dezelfde esthetiserende
trend - waar we uitvoerig op terugkomen in
hoofdstuk drie - zien we aan het werk in de foto van Shakablov waarmee we dit hoofdstuk openden: het volstaat om zijn foto
te vergelijken met die van de bonobo om er zich rekenschap van te geven
hoezeer de kunstenaar hier het werk van de natuur voltooit.
Hoe dan ook, de
archaïsche natuur van de penis maakt hem ongeschikt voor puur visueel
genot. Al ontbreekt het vooral de opgerichte penis niet aan enige
charme, menig vrouwelijk oog geeft de voorkeur aan het gespierde
lichaam, maar bij uitstek aan de uiterlijke tekens van weelde of macht -
in de eerste plaats de scepter, die altijd is opgericht en een minder
archaïsch uitzicht heeft (zie de Napoleon van David hierboven). Deze
verschuiving van penis naar lichaam en uiterlijke attributen komt goed
van pas. Want de vrouw hecht meer belang aan prestige dan aan het
orgasme, laat staan aan bevruchting, waarvan de penis tenslotte nog
altijd het orgaan is....
(6) HET GELAAT EN DE ROMP.
‘Je bent een vrouw als alle andere.
De hoofden zijn verschillend. De knieën zijn allemaal zwak...
Zo gaat het bij de dieren’
B. Brecht, Baal.
Normaal gesproken versterken seksuele en economische coïtus elkaar.
Seksuele aantrekking is in de eerste plaats een uitdrukking van de
algehele toewijding van de partners voor elkaar. Waar schoonheid tegen
rijkdom of prestige wordt geruild en de minder mooien heimelijk naar een
betere partij verlangen, ontwikkelt zich daarom een tegenstelling tussen
de economische en de seksuele mens. Geest en lichaam zijn niet langer
twee verschijningswijzen van één en hetzelfde wezen, ze komen tegenover
elkaar te staan als onverzoenlijke tegenstellingen. Dit alles
kristalliseert zich in de tegenstelling tussen het portret, dat de ogen
als spiegel van de ziel laat verschijnen in een sprekend gezicht, en het
naakte
lichaam.
Waar geest en lichaam steeds weer in elkaar overgaan, gaat ook het
gezicht met de ogen als spiegels van de ziel uiteindelijk deel uitmaken
van de erotische verschijning van het lichaam. Bij Titiaans ''Venus van
Urbino' hierboven echoën de curven van het gelaat, de ogen, de lippen en
de kin de golvingen van het uitgestalde lichaam. Alleen als de erotische
incarnatie wordt afgedwongen of geveinsd, weigeren de ogen op te gaan in
de erotische verschijning. Ze blijven een blik die ons vragend,
beschuldigend of spottend aankijkt, of die zich verbergt in een
neerwaartse of zijwaartse beweging of achter het luiken van de oogleden
(zie hoofdstuk negen).
Daarom geeft, onder het regime van de ruil van schoonheid voor rijkdom
en verschillen in schoonheid, menig erotisch oog de voorkeur aan een
naakt zonder aangezicht, een pure romp zoals in de afbeeldingen
hierboven. De incarnatie wordt dan tot ‘belichaming’ in de letterlijke
betekenis van het woord (zie hoofdstuk negen).
We zien de overgang duidelijk door een aantal naakten te vergelijken.
Titiaans 'Venus van Urbino' heeft zich bereidwillig voor onze blik op
het bed gespreid en de begerende uitdrukking op het gelaat consoneert
welluidend met die van het gehele lichaam.Bij de
Giorgione hieronder etaleert het lichaam zich ongegeneerd, maar de
blik gaat schuil achter geloken oogleden - wat dan weer de resonerende
opgang van het gelaat in het lichaam mogelijk maakt.
|
|
|
Maar uit het lichaam van de Olympia van Manet kijken ogen die ons het
ongestoorde genot van het lichaam beletten.
En in ‘L’origine du Monde’ van Courbet zien we alleen de romp met
gespreide benen: het gelaat met de blik die geen verschijning wil worden
werd uit het kader gezoomd.
|
|
|
De innerlijke tegenhanger van het verschijnen van een lichaam zonder
gelaat is de ervaring van seksuele overgave als een verlies of een
vernietiging van de ziel of de persoonlijkheid, de complete
tegenstelling van het gevoel van geliefden, die het alleen maar een
verrukking vinden als ze na de zorg om elkaar ook nog als puur lichaam
voor elkaar een bron van genot kunnen zijn.
De echo van de tegenstelling tussen aangezicht en romp is de klacht van
menige vrouw dat ze alleen maar wordt geliefd om haar lichaam, niet om
haar persoonlijkheid: de zogenaamde ‘objectivering’ van de vrouwelijke
persoon, haar reductie tot een puur lichaam, overgeleverd aan de geile
blik van een soeverein mannelijk subject. De klacht is pas verantwoord
als hij ook wijst op de complementaire miskenning van de man. De tot
lichaam gereduceerde vrouw weigert immers omgekeerd om het lichaam van
de man te laten verschijnen. De mannelijke belichaming beperkt zich tot
puur ‘oog worden’: de ‘incarnatie’ van de vrouw staat tegenover de
‘en-oculatie’ van de man. De omhelzing van het liefhebbende paar
verwordt tot de ongelukkige ontmoeting van een oog zonder lichaam, dat
is gedoemd te kijken naar een lichaam zonder aangezicht en dat
rechtstreeks is verbonden met een opgerichte penis die wanhopig op zoek
is naar de schoot waarin hij tot rust zou kunnen komen.
Van deze ongelukkige ontmoeting is de
octopus van Hokusai met zijn begerige ogen en gretige armen een
onovertroffen voorstelling: hij heeft ook nog twee ogen op de tentakel
die de mond kust. En de vrouw die het monster niet aankijkt, wordt
geacht te genieten...
hokusai
|
|
De onthoofding van de vrouw en de oogwording van de man is slechts de
prelude tot de epifanie van het alziende oog van de Christus Pantokrator.
Vanuit hemelse hoogten kijkt het neer op het ge-enoculeerde wezen dat
door het Sartriaanse sleutelgat spiedt naar een lichaam zonder gelaat
dat zijn ogen ten hemel opslaat.Van deze god is Mozes - op wiens
mimetisch taboe we uitvoerig terugkomen in
hoofdstuk elf - alleen maar de vertegenwoordiger op aarde.
Zo wordt de cirkel gesloten.
©
Stefan
Beyst,oktober
2003
zie ook:
stefan beyst over kunst
Reacties: beyst.stefan@gmail.com
.
Stefan
Beyst is ookde auteur van
'De extasen van Eros'
waarin de wederwaardigheden van het erotisch oog worden gesitueerd
in de bredere context van de lotgevallen van de liefde als zodanig.
|