INLEIDING TOT ' HET
EROTISCHE OOG EN ZIJN NAAKT'
een onderzoek naar de wederwaardigheden van de kijkdrift en de
toondrift
door Stefan Beyst
"Ooit zal de mens verantwoording moeten afleggen,
omdat hij verzaakte aan geoorloofde geneugten'
(Talmud)
HET OPZET
Te oordelen naar de massale productie van erotische beelden in
fotomagazines en films, op televisie, video en internet - om nog maar te
zwijgen van de miljarden blikken die dagelijks worden geworpen op échte mooie lichamen gedurende wat in het Engels zo treffend
‘girl-watching’ wordt genoemd, nemen voyeurisme en exhibitionisme de
menselijke geest wellicht nog meer in beslag dan seksuele
omgang in strikte zin.
Toch lijken de mensen een zekere gène aan de dag te leggen als dit
onderwerp ter sprake komt. Ook de onderzoekers, die er anders niet voor
terugdeinzen om in de duisterste uithoeken van de menselijke
ziel te gaan speuren, lijken maar al te graag voorbij te gaan aan het meest beoefende
erotische tijdverdrijf. Ik had in toenemende mate de indruk voor een
grotendeels maagdelijk terrein te staan. Het was erg moeilijk om een
enigszins substantiële literatuurlijst samen te stellen. Het meeste
materiaal is her en der verspreid in werken over andere onderwerpen. De
weinige boeken die uitdrukkelijk aan het erotische oog en het mooie
lichaam zijn gewijd, zijn ofwel puur (kunst)historisch (Clark, Linda
Williams) ofwel moraliserend (feministische literatuur). Ze beperken
zich in de regel ofwel tot het erotische oog, ofwel tot (de uitbeelding
van) het mooie lichaam. Vooral de psychoanalytische literatuur munt uit
door haar stilzwijgen. In de index van de verzamelde werken van Freud
vinden we slechts vijf verwijzingen naar ‘voyeurisme’. Ook het beeld
wordt er erg stiefmoederlijk behandeld: in de ‘Traumdeutung’ worden de
droombeelden - die overigens slechts via verbale verslagen toegankelijk
zijn - herleid tot ‘droomgedachten’. Als erfgenaam van Mozes was Freud
meer geïnteresseerd in het oor dat naar de taal luistert, dan in het oog
dat zich verlustigt in het beeld.
Reden genoeg dus om een boek te wijden aan het erotische tonen en
kijken.
DE ILLUSTRATIES
Wie een boek wil schrijven over het erotische oog en zijn naakt kan zich
onmogelijk beperken tot het geschreven woord alleen: er is een overvloed
aan vaak heel erg mooie beelden beschikbaar. Maar het bestaan van zoiets
als copyright is er verantwoordelijk voor dat we niet de beste voorbeelden kunnen
laten zien uit
beeldhouwkunst, schilderkunst, grafiek, tekenkunst en fotografie. We
moeten ons in deze internetversie beperken tot foto's van levende
fotografen die ons de toestemming gaven om hun foto's te gebruiken.
Maar, al bevat mijn selectie een aantal prachtfoto's, deze beperking is
niet de hoofdverantwoordelijke voor de opvallende lage artistieke
kwaliteit van de selectie als geheel: als ik vrijuit zou mogen kiezen,
zou het aantal kwalitatief hoogstaande beelden wel in aantal toenemen,
maar dat zou alleen maar des te scherper in het daglicht stellen hoe
verrassend laag de kwaliteit van de erotische beeldproductie als zodanig
wel is. Precies de gedachtegang in dit boek zal duidelijk maken waarom.
Binnen deze eerste beperking gebeurde de keuze van de foto's volgens
twee maatstaven. In de eerste plaats kwam het erop aan bij elk onderwerp
dat in de tekst ter sprake komt zo mogelijk een beeld vinden. Pas als we
voor één onderwerp de keuze hadden tussen meerdere foto's lieten we het
criterium van de artistieke kwaliteit spelen. Voor sommige onderwerpen
is er helemaal geen illustratie, ofwel omdat er gewoonweg geen te vinden
was, ofwel omdat er geen te vinden was die aan minimale esthetische
vereisten voldeed. Dat verklaart waarom de
kwaliteit van de foto's in dit boek zeer uiteenlopend is. Het is echter
de bedoeling het niveau geleidelijk op te drijven, zodat
het uiteindelijk een soort maatstaf voor de erotische fotografie kan
gaan functioneren.
Suggesties zijn altijd welkom:
beyst.stefan@gmail.com
DE THEORIE
In dit boek wordt een geheel nieuwe theorie voorgesteld over wat
traditioneel wordt aangeduid als 'voyeurisme' en 'exhibitionisme'. Voor
ons zijn deze twee 'deeldriften' bijzondere gedaanten van de omgang
tussen oog en erotische verschijning. In 'Het erotisch oog en zijn
naakt' beschrijven we alle verschijningswijzen de kijk- en toondrift (de
'skopische' en 'fanische' drift) en proberen we aan te tonen hoe en
waarom ze
zich uit elkaar ontwikkelen.
Deze theorie over de kijk- en toondrift kadert in de bredere context van
een algemene theorie over de ontwikkeling van de liefde, zoals ze is
uiteengezet in 'de extasen van eros'. We raden de geïnteresseerde lezer
dan ook aan om - vooraf of achteraf - ook dit boek te lezen.
In 'Het erotische oog en zijn naakt' geef ik alleen mijn eigen standpunt
weer en laat alle discussie met andere auteurs - die ik grondig heb gelezen - weg. Wat het boek daardoor wint aan klaarheid en toegankelijkheid,
verliest het aan academische charme. Ook zal vaak de indruk ontstaan dat
ongewone standpunten zomaar worden geponeerd, terwijl omgekeerd
schijnbaar vanzelfsprekende standpunten in feite zeer controversieel
zijn. Maar al deze nadelen wegen niet op tegen de voordelen: beknoptheid
en helderheid. Besprekingen van andere theorieën zijn te vinden elders
op deze website onder de knop ‘besprekingen’.
De tekst van het boek is zo neutraal mogelijk gehouden. Ik wilde de
‘emotionele’ werking vooral laten uitgaan van het beeld. De
welsprekendheid van de beelden zal vele lezers verleiden tot een
diagonale lectuur van het boek. Dat neemt niet weg dat alleen de lezer
die zich de moeite getroost het boek van voor naar achteren te lezen de
volledige draagwijdte ervan zal vatten.
©
Stefan
Beyst, maart
2001
Reacties:
beyst.stefan@gmail.com.
Op
de hoogte blijven van nieuwe teksten: mailinglist.
Stefan
Beyst is ookde auteur van
'De extasen van Eros'
waarin de wederwaardigheden van het erotisch oog worden gesitueerdin de bredere context van de lotgevallen van de liefde als zodanig.
SAMENVATTING
Hoofdstuk 1:
Er zijn vele erotische zintuigen: het oog, het oor, de neus, de huid, de
geslachtsorganen.
Een onderzoek naar de relatie van het oog tot de overige
erotische zintuigen leert dat het erotische oog de plaats van de andere
erotische zintuigen wil innemen: het probeert de centripetale beweging
van horen, over zien en voelen naar het orgasme te rekken of zelfs te
blokkeren. Dit luidt een beweging in die we de
‘visualisering ‘ van de liefde zullen noemen: de onderschikking van
liefde aan de scopische drift.
Hoofdstuk 2:
Aanzet voor de visualisering van de liefde is de tegenstelling tussen
het archaïsch uitzicht van de geslachtsorganen en de schoonheid van de
meer perifere delen van het lichaam die de seksuele drift doen
ontvlammen. Maatschappelijke verhoudingen versterken het effect van dit
natuurlijk gegeven. Als gevolg van ‘de ruil tussen schoonheid en
rijkdom’ vervalt de oorspronkelijke wederkerigheid van tonen en
kijkenin de erotische verleiding. Het voyeurisme van de man komt
tegenover het exhibitionisme van de vrouw te staan, de archaïsche penis
tegenover het esthetische vrouwelijke lichaam. Vermits er geen sprake
meer is van echte liefde, wordt de 'ziel' uit het gehele gebeuren
gebannen en het lichaam herleid tot romp zonder aangezicht.
Hoofdstuk 3:
Een volgende transformatie van de erotische verschijning
van het lichaam ontstaat door de neiging om het archaïsche uitzicht van
de geslachtsorganen te esthetiseren door ze te verschuiven naar perifere
delen van het lichaam. De metamorfose van het lichaam wordt verder in de
hand gewerkt door het verlangen om het orgasme te zien in plaats van het te
voelen. De erotische verschijning wordt tot hermafrodiet. Voyeurisme
ontpopt zich als de moeder van het fetisjisme.
Hoofdstuk 4:
Het verlangen om het genot van het oog op te drijven en te
rekken leidt tot de invoering van steeds meer gesofisticeerde technieken
van verhullen en onthullen. Vooral kleding speelt hierbij een grote
rol. Ze verdeelt het lichaam in bedekte en onbedekte zones, er komen
verschillen lagen (onderkleding en bovenkleding), het bedekte wordt op
verschillende wijzen gesuggereerd (drapering, snit en rek,
transparantie). Kleren worden een middel om de verleiding te rekken,
maar dreigen uiteindelijk de plaats van het naakte lichaam zelf in te
nemen.
Hoofdstuk 5:
Kleren diversifiëren ook de erotische verschijning: in
telkens andere culturen en telkens nieuwe tijdperken en sociale lagen
worden telkens andere aspecten van het lichaam benadrukt. Kleren laten
ook toe de verschijning van het andere geslacht aan te nemen. Heel vaak
proberen ze de charmes van het lichaam te overtreffen. Ten slotte
scheppen ze nieuwe mogelijkheden voor de hermafroditisering van het
lichaam en fetisjisme.
Hoofdstuk 6:
Kleren kunnen ook het schaamtegevoel dienen. Met het
opdrijven van de schoonheid nemen de gevoelens van wrok toe bij degenen
die minder bedeeld zijn evenals de pogingen om de schoonheid van de
partner aan het gezicht van concurrenten te onttrekken. Dit conflict
weerspiegelt zich in structuur van de kledij. Het kan leiden tot
pogingen om alle erotische verleidelijkheid uit de wereld te bannen. In
schril contrast daarmee staat de afwezigheid van elke schaamte in de
orgie, waar integendeel het lichaam in al zijn schoonheid wordt getoond.
Hoofdstuk 7 en 8:
Vooral het beeld brengt de erotische verschijning tot zijn hoogste
ontplooiing. Het heft in de eerste plaats de vele vormen van inherente
blindheid van het oog op. Voor alles vergroot het de
toegankelijkheid van het naakt na de invoering van kleren én
drijft het de schoonheid ervan op tot ongekende hoogten.
Hoofdstuk 9:
Het beeld bevrijdt dus het erotische oog van tal van
hinderpalen. Het seksuele verlangen wordt opgedreven, maar kan
uitgerekend door het puur visuele beeld niet bevredigd worden. Daarom
ontwikkelt de vertoning van het erotisch naakt zich in het beeld tot de
opvoering van de vele varianten op het thema van 'het dier met de twee
ruggen': de oerscène die de toeschouwer uit het gebeuren sluit.
Hoofdstuk 10:
Dat roept wrokgevoelens op
die leiden tot destructieve neigingen tegenover de erotische schoonheid
in het beeld.
Zo leidt de scheiding van exhibitionisme en voyeurisme en het opdrijven
ervan in het beeld uiteindelijk tot sadomasochisme. Sadomasochisme in al
zijn varianten - van toedienen van pijn, over allerlei
sadomasochistische scenario’s, tot tatoeage en esthetische chirurgie -
komt neer op het offer van de schoonheid. We beschrijven de openlijke en
verschoven vormen daarvan en tonen aan hoe het beeld zelf weer de
hoogste ontplooiing van sadomasochisme toelaat. De ontwikkeling van
exhibitionisme/voyeurisme én die van het beeld leiden zo tot hun
uiteindelijke ontkenning.
Hoofdstuk XI:
Het erotische beeld kan aan deze destructieve wending
alleen ontsnappen als het wordt geësthetiseerd. Andere methodes
leiden tot pogingen om het beeld erotisch te ontladen of tot een
algeheel verbod op afbeelding. We beschrijven de verschillende manieren
om rond het naakt te cirkelen en tonen aan dat het verdrongen centrum
telkens weer de kop opsteekt.
©
Stefan
Beyst, maart
2001
zie ook:
stefan beyst over kunst
Reacties:
beyst.stefan@gmail.com.
Op
de hoogte blijven van nieuwe teksten: mailinglist.
Stefan
Beyst is ookde auteur van
'De extasen van Eros'
waarin de wederwaardigheden van het erotisch oog worden gesitueerd
in de bredere context van de lotgevallen van de liefde als zodanig.
|