ONTWAARDEN VAN ZICHZELF EN ELK STREVEN (1): VARIANTEN VAN DEPRESSIE
Zoals gezien voelen we ons na een nederlaag ontgoocheld en
moedeloos, maar nog niet verslagen. Nadat onze wonden zijn gelikt,
gaan we over tot hernieuwde inspanning, tot groepsgewijze
concurrentie, tot arenawissel, tot inkrimpen van (de waaier van)
arena's, tot bewonderen van ons idool, of tot nastreven van
uitgestelde of onmiddellijke triomf. Onze bijzondere aandacht moet
uitgaan naar wat er gebeurt bij arenawissel en verkleinen van (de
waaier van) arena's: wij ontwaarden het gebeuren in de
oorspronkelijke arena en zetten al onze zinnen op een nieuwe. Dat
houdt in dat we erkennen dat we minderwaardig zijn op het ene
terrein, zonder ermee op te houden te streven naar superioriteit op
een ander: ' Ik ben wel niet sterk, maar wel slim'. Dat houdt tevens
dat we het oorspronkelijke ideaal ontwaarden en een nieuw ideaal
opwaarderen ('Sterk zijn is geen ideaal, slim zijn wel'). Lukt deze
operatie, dan zien we het weer zitten: we voelen ons niet langer
waardeloos, maar weer bekwaam - winnaar in spe -,en onze
neerslachtigheid maakt plaats voor zeflvertrouwen. En vooral: in de
verte licht weer een nieuw baken.
Moeilijker ligt het als de arenawissel of de inkrimping van de
waaier van arena's tot een nieuwe nederlaag leidt. Ons
zelfvertrouwen krijgt een nieuwe deuk. We kunnen nogmaals proberen
onze kansen elders te wagen, maar hoe vaker we van arena wisselen,
hoe kleiner de kans dat we nog nieuwe verborgen talenten in onszelf
ontdekken, en hoe groter de voorsprong van anderen die al
langer bezig zijn met het ontwikkelen van diezelfde talenten. Almaar sterker
wordt het gevoel van algehele minderwaardigheid en de bijbehorende
moedeloosheid: het gevoel dat we ook op het nieuwe strijdtoneel het
onderspit zullen delven. Het aanvankelijke verlossende 'Ik ben wel
niet ..., maar wel ...' wordt tot het verlammende 'Ik ben niet alleen niet ..., maar ook niet ....'.
Daarmee gepaard gaat een neiging om niet alleen bijzondere arena's te ontwaarden, maar het optreden in arena's als zodanig: er is geen ideaal meer dat ons nog weet
te enthousiasmeren, niets zegt ons nog iets, geen doel lijkt ons nog
waard om te worden nagestreefd, de wereld lijkt
kleurloos en doods. Deze veralgemeende ontwaarding leidt tot
een onvermogen om nog te genieten van wat dan ook (anhedonie) - de druiven smaken niet eens meer zuur, ze smaken
helemaal niet meer. Doordat de algehele
ontwaarding van zichzelf en van elk streven zich bij de ontmoediging voegt, wordt de laatste tot volgehouden
gevoel van moedeloosheid en zinlooshed - tot: depressie
(zwartgalligheid, melancholie). (give-up-itis, en verhaal van
Levi-Strauss bij banvloek van gemeenschap waar men niet uit kan
ontsnappen). (aboulia, willoosheid).
Een voor de hand liggende oplossing zou zijn te erkennen dat we
niet tegen het leven zijn opgewassen, dat we de concurrentiestrijd als
zodanig moeten opgeven en overschakelen
naar de afhankelijke positie waarover dadelijk meer. Maar dat zou
impliceren dat we ons streven naar superioriteit moeten opgeven en
ons moeten uitroepen tot afhankelijke hulpbehoevende, dat we onze
drang om te presteren moeten omzetten in er zo beklagenswaardig
mogelijk uit te zien - slachtoffer van ziekte of van onoverkomelijke
en niet aflatende
tegenspoed.
Als we daartoe niet bereid zijn, bestaan er twee strategieën om
onze onwil om ons nog in te spannen in een zinloze wereld te combineren
met ons danig gehavende, maar blijkbaar toch nog levendige verlangen om de beste te zijn:
1. Drie varianten van de depressieve positie:
In een eerste variant proberen we niet langer ons als de beste te
verkopen, maar lopen integendeel met ons gevoel van
waardeloosheid te koop, zodat degenen die er belang bij hebben dat
we presteren ons beginnen te loven om onze talloze capaciteiten en
verleden triomfen. Of
we trachten onze moedeloosheid te verantwoorden door te wijzen op de
zinloosheid van ons streven, alleen maar om te stuiten op de pogingen
van degenen die om ons geven om ons opnieuw of voor nieuwe doelen te motiveren. Deze
lofbetuigingen herstellen tijdelijk ons gevoel van eigenwaarde en
het aanwijzen van nieuwe wegen opent kortstondig nieuwe
perspectieven, maar daardoor worden we nog meer verlamd. Want juist
doordat onze eigenwaarde wordt bevestigd, deinzen we er nog meer
voor terug om nog een oude of nieuwe arena's te betreden: daar zou
alweer kunnen blijken dat we niet de beste zijn. Omdat dit prijzen
en aanmoedigen niet blijkt te helpen, geven degenen
die om ons geven uiteindelijk hun pogingen op.
Ze voelen zich overbodig en verliezen hun betrokkenheid,
zodat we ons ook nog eens in de steek gelaten voelen - al zien we
daarin alleen maar een bewijs te meer van onze waardeloosheid.
Daarom verbergen we vaak onze moedeloosheid voor de anderen, daarmee
de werkelijke hulp van de omgeving mislopend en gevaar lopend het probleem te laten
bestaan zonder het op te lossen doordat we het verdrinken onder een
volgehouden tegengestelde vertoning ('smiling depression'). De
spiraal draait nog meer wendingen neerwaarts. We voelen ons schuldig
omdat we niet beantwoorden aan de verwachtingen van degenen die om
ons geven, én omdat we hen opzadelen met het gevoel dat ze ons niet
kunnen helpen, omdat we hun gevoel van machteloosheid nog versterken
door hen te confronteren met de mogelijkheid dat het leven zinloos
is. Dat we hun gevoel van macht en zin ondergraven, maakt ook van
hen verliezers wier streven overigens zinloos was - wat ons het
heimelijke plezier oplevert dat we hen van de troon hebben gestoten:
zolang ze daar onverstoord op zetelden, leefden ze ons
immers voor wat ons te doen stond. En almaar verder draait de
neerwaartse spiraal ...
Een tweede variant onstaat als het ondraaglijke gevoel van
mislukkeling te zijn in een overigens zinloze wereld ons doet spelen
met de gedachte
om uit de wereld te verdwijnen door onszelf te vernietigen. Als
de gedachte daaraan opduikt, voelen we meteen hoe onze omgeving wil dat we
voortbestaan. En dat levert een nieuwe uitweg op: dreigen met zelfmoord,
en die dreiging kracht bijzetten door een zelfmoordpoging te ondernemen. Dat levert
ons geen blijken van waardering op, maar wel blijken van de liefde die we anders
zouden verdienen met presteren. Omdat onze
neiging om geloofd en geliefd te worden uiteindelijk vaak
sterker is dan onze wil om te verdwijnen, en omdat we ons,
omgekeerd, ook schuldig voelen omdat we de verwachtingen van degenen
die om ons geven zullen beschamen, blijft het bij dreigen met of
ensceneren van zelfmoord - zij het niet altijd: een klein aantal
zelfmoorden lukt. Ook deze oplossing is niet vol te houden: na elke
liefdesverklaring verwacht onze omgeving dat we er weer tegen aan
gaan, zodat weer een zelfmoorddreiging moet volgen, enz. Merken we
op dat dit spelen met de zelfmoordgedachte iets anders is dan
rationeel zelfmoord overwegen en doeltreffend uitvoeren in een
situatie die uitzichtloos is, om het overleven van onze naasten
mogelijk te maken (ballade van Narayana), of om de vijanden of
rechters voor te zijn (seppuku) en de eer aan zichzelf te houden.
Daarom kiezen velen voor een derde variant: de medicalisering van
het conflict, onder het motto: 'als het een kwestie was van ons
bijeen te pakken, hadden we het al lang gedaan'.
We kunnen namelijk het probleem - niet op de gewone, blijkbaar
ondoeltreffende manier, maar adekwaat
reageren op onze (al dan niet waargenomen) nederlagen - zodanig herformuleren dat onze depressie niet langer een te
overwinnen en dus voorbijgaand stadium is, maar een ziekte waar we niets
aan kunnen doen. We kunnen dan de concurrentiestrijd opgeven (en
afhankelijk worden) zonder ons minderwaardig te voelen: het is niet onze schuld, we zijn ziek!
En we moeten al helemaal niet meer aantonen dat elk menselijk streven
zinloos is: het is onze ziekte die ons het streven onmogelijk
maakt.
Herformuleren kan door de oorzaak van onze neiging om onszelf te
ontwaarden en elk streven als zinloos te ervaren uitsluitend toe te
schrijven aan een onevenwicht tussen neurotransmitters, superieure
intelligentie {Aristoteles), overgevoeligheid, jeugdtrauma's, menopauzeproblemen,
het vertonen van reacties die evolutionair gezien ooit zinnig waren,
of ook: het neoliberalisme of de cultuur - zolang het maar
niet ook onze gebrekkige aanpak is. We houden ons voor dat het ons
ontbreekt aan het geheime ingrediënt dat anderen zin in het leven
geeft, en hopen dat iemand het ons zal toedienen.
Terug naar de beknopte versie.
Verder naar de volgende uitgebreide paragraaf: