AFDALING IN DE ARENA DER ARENA'S EN ONTWAARDEN VAN DE HOGERE
TRAPPEN
'Deux sujets de même nature peuvent être différents, et même
opposés, comme le sont Scipion et Annibal, Fabius Maximus et
Marcellus; cependant, parce que leurs qualités sont vraies, elles
subsistent en présence l'une de l'autre, et ne s'effacent point par
la comparaison.'
Maximes et Réflexions diverses, François De La Rochefoucauld
Hoe meer arena's er worden ontsloten, hoe meer
kandidaten de beste kunnen zijn. Dat belet niet dat de arena's
zelf weer deel gaan uitmaken van een arena der arena's, zodat er
weer een rangorde der besten ontstaat met de beste der besten aan de
top.
Willen we een lager gewaardeerde arena betreden, dan moeten we
verzaken aan arena's die aanvankelijk of eigenlijk onze voorkeur
wegdroegen, maar waar we niet geschikt voor bleken te zijn. En
vermits we het idee dat we de beste zijn niet zomaar kunnen opgeven,
komt het er dan op aan om de afgang om te duiden als een opgang. Dat
kan door de andere arena's te ontwaarden - tot zure druiven uit te
roepen. We construeren dan een nieuwe arena der arena's waarbij onze
arena aan de top staat (partiële 'anhedonie' of dito ascese). Zo
bouwen we allen een eigen arena der arena's, wat het grote voordeel
heeft dat we niet meer naijverig hoeven te zijn op de winnaars in
andere arena's en ons gelukkig kunnen voelen met onze tweede keus.
In een eerste variant ontwaarden we een ogenschijnlijke waarde door
er een hogere tegenover te stellen: 'Ik ben wel niet
sterk, maar wel slim!' - met talloze varianten zoals geestelijke
macht tegenover lichamelijke, ruilen tegenover roven, zich inspannen
tegenover erven, roeping tegenover materieel gewin, holistisch
tegenover gespecialiseerd denken, innerlijke tegenover uiterlijke
schoonheid, radicaal idealisme tegenover loodgietend realisme, ...
Heel vaak zijn beide kwaliteiten oorspronkelijk verbonden, en worden
ze pas door de dynamiek van de uitbreiding van de waaier van arena's
tot tegenstellingen.
In een tweede variant ontwikkelen we nieuwe manieren om éénzelfde
specialiteit uit te voeren: denk aan de talloze varianten van
psychotherapie. In een derde variant roepen we een bestaande waarde tot onwaarde
uit en een onwaarde tot
waarde: de asceet tegenover de wellustige rijke, de monogame minnaar
tegenover de haremhouder of de seriële verleider, de eenvoudige boer
tegenover de kunstmatige stadsmens (Tolstoi), de productieve
arbeider tegenover de winstopstrijkende kapitalist - of op
collectief vlak: de verdedigers van communisme tegenover
kapitalisme, van de autoritaire dictatuur tegenover de liberale
democratie, van de nieuwe tegenover de oude orde. Een
bijzondere variant van deze tegenwaarde is het zich bekennen tot het
verbodene: op individueel vlak de belhamels of de grappenmakers in
de klas tegenover de brave studenten, dieven en bedriegers
tegenover noeste en eerlijke werkers, verkrachters tegenover minnaars,
transgressieve tegenover geoorloofde seksuele omgang,
psychopathische (serie)moordenaars tegenover charismatische leiders, en op collectief vlak groepsverkrachtingen of
verboden vormen van oorlogsvoering (guerilla, terreur, kamikaze en suicide-bombers in
opdracht van de groep).
Terug naar de beknopte versie.
Verder naar de volgende uitgebreide paragraaf.
De ontwaarding/herwaardering voltrekt zich langs drie assen:
alternatieve kwaliteiten (I), alternatieve manieren om eenzelfde
activiteit uit te voeren (II), tegenwaarden (III).
I. Alternatieve kwaliteiten:
1. De as uiterlijk/innerlijk.
Uiterlijke schoonheid tegenover innerlijke schoonheid: wijsheid, deugdzaamheid.
'Ik ben wel niet mooi, maar wel trouw.' 'Ik ben wel niet mooi, maar
heb wel een goed karakter'.
'Ik ben wel niet jong en mooi, maar wel wijs en ervaren.'
2.
Fysieke tegenover geestelijke kracht: Odysseus tegenover Achilles. 'Ik
ben wel niet sterk maar slim'. Volgens
deze as staan priesters tegenover krijgers (Le rouge et le noir), monniken tegenover
ridders, 'geestesarbeiders' tegen de handarbeiders (boeren en
arbeiders), 'white collar' tegenover 'blue collar'. Volgens dezelfde tegenstelling meende da Vinci dat
(zijn) schilderkunst hoger stond dan (Michelangelo's)
beeldhouwkunst.
Volgens de scheidslijn tussen geestelijke en fysieke macht voltrekt
zich
ook de scheiding tussen wetgevende en uitvoerende macht: het initiatief dat uitgaat van de geest, en daarna moet
worden uitgevoerd door het lichaam. Terwijl ze bij figuren als
Hammurabi, Solon, en Mohammed in één persoon waren verenigd, worden
ze gescheiden bij Brahmanen, (Druïden), Boeddha en Christus, en
sedert Montesquieu als scheiding tussen wetgevende en
uitvoerende macht.
Nauw verwant is de scheiding tussen ontwerpers en uitvoerders. De
scheiding treedt het vroegst op in de wereld van de ambachten en de
kunst: architecten tegenover metselaars, dichters tegenover
voordragers, dramaturgen tegenover acteurs, componisten tegenover
uitvoerende muzikanten (instrumentisten en zangers), cineasten en
filmsterren. ('Ik kan wel niet uitvoeren, maar wel componeren').
Later breidt ze zich uit tot het domein van de wetenschap:
fundamenteel onderzoek tegenover toegepaste wetenschap. Er is ook de
scheiding tussen de generaal die de meesterstrateeg is, en het
uitvoerende voetvolk. De waardering wordt omgekeerd in de verhouding
tussen leraar (coach) en leerling: de leraar zegt wel hoe het moet,
maar het is de leerling die het doet (Alexander als leerling van
Aristoteles).
Ten slotte is er ook de variant van handtastelijk of gewelddadig
tegenover verbaal activisme: advocaten zoals Jacques Vergès, die
niet tot de actie overgaan, maar wel de show stelen bij het
verdedigen van activisten voor het wereldforum - 'Ik leg wel geen bommen, maar geef de
bommenleggers een forum'. Idem voor Sartre en de
Baader-Meinhofgroep.
3. De tegenstelling tussen (fysieke of geestelijke) dwang en
verleiding.
We kunnen anderen dwingen om iets te doen: voor ons werken (zoals
slaven, lijfeigenen, en boeren of arbeiders), of belastingen
betalen. Maar we kunnen anderen ook verleiden door samen te werken
en te herverdelen of te ruilen (verkopen en kopen).
Volgens deze as staan plunderende en afpersende of afromende
militairen en politici tegenover samenwerkende ouders, of producenten
en consumenten op de markt. Op
deze as staan ook militaire grootmachten tegenover handeldrijvende
mogenheden - het Duitse en Japanse Wirtschaftswunder na
het avontuur van hun veroveringsoorlogen.
Een variant deze tegenstelling is het verschil tussen 'onproductieve'
handelaars tegenover 'productieve' boeren en ambachtslui, tussen
'onproductieve' kapitalisten' tegenover waardescheppende arbeiders,
tussen productief tegenover speculatief kapitaal.
'Ik ben wel niet rijk, maar schep wel de rijkdom.'
'Derrière chaque grande fortune il ya un crime.' Balzac.
4. De tegenstelling tussen zelfstandig of leidinggevend en ondergeschikt - variant
op de bevelende geest en het uitvoerend lichaam
Vrije ondernemer (zelfstandige) tegenover ambtenaar aan staat.
5.
Gekregen tegenover verworven uitmuntendheid:
Erfelijke schoonheid of dito gezondheid tegenover kwaliteiten die door
inspanning zijn verkregen, zoals een goede vader of moeder zijn, of
allerlei beroepsvaardigheden beheersen.
Erfelijke adel tegenover meritocratie van burgerij.
6. Intrinsieke tegenover extrinsieke drijfveer.
Een prestatie leveren omwille van geld (en de daardoor mogelijke conspicious consumption)
tegenover presteren
uit roeping.
Ondernemers de naar verluidt alleen uit winstbejag werken tegenover creatieve kunstenaars of
waarheidsbeluste filosoof/wetenschapper.
'Ik heb het wel niet ver geschopt (als politicus of prof), maar ik
ben geen opportunist, en volg alleen mijn roeping, hoef niet te
buigen, maar ben eigen baas'.
Exemplarisch in de kunstenaar: 'Ik ben wel niet rijk, maar wel creatief, en geef niet om geld.'
7.
Dromers/idealisten/prefectionisten tegenover realisten/loodgieters:
Utopisten tegen (real)politiekers
(piecemeal construction).
Conservatieven tegenover revolutionairen
8. Werkelijk leven tegenover doorgronden, beschouwen, afbeelden.
De schrijver die niet leeft, maar personages tot leven wekt.
De psycholoog die niet tot contact in staat is, de pedagoog wiens
kinderen de mist ingaan.
9. Esoterische tegenover exoterische kennis.
Versie van geloof tegenover wetenschap/filosofie.
Versie
van humane wetenschappen of filosofie tegenover wetenschap.
Versie kunstenaars tegenover wetenschapper/filosoof (zie tekst
Rubens Beuys).
'Nur ein Künstler kann den Sinn des Lebens erraten'. Novalis
'Kunst ist höhere Offenbarung als alle Weisheit und Philosophie.' (Beethoven).
Tegenover: 'Ik verleid niet of verkoop geen dromen, maar overtuig.'
'Ik ben geen wetenschapper die zich met op oppervlakkige schijn bezighoudt, maar wel filosoof die dieper tot de
dingen doordringt en het geheel niet uit het oog verliest' of omgekeerd:
'Ik ben geen speculatieve filosoof, maar wel wetenschapper: ik hou me
alleen aan wat aantoonbaar, verifieerbaar, begrijpelijk, logisch is'
enz.
10.
Versie van generalist/holist tegenover specialist.
Bij het ontvouwen der vaardigheden worden activiteiten vaak
opgesplitst in hun samenstellende onderdelen. Als is de kwaliteit
van het afgeleverde werk veelal hoger bij specialisering, de hogere
waardering gaat uit naar degene die alle bij elkaar horende rollen
uitvoert, veeleer dan naar degene die er slechts éém uitvoert, ook
al is hij beter. De ambivalentie daarrond komt tot uiting in de
toevoeging van 'master of none' bij de uitdrukking 'Jack of all trades'.
De koning die aanvankelijk krijger, bestuurder, wetgever en rechter
was, wiens rollen worden opgesplitst in minstens evenveel onderdelen
Daarom hebben figuren als Hammurabi, Solon, en Mohammed en Mao een
groter prestige van figuren die slechts of bestuurder, of wetgever
zijn, of als figuren die ook wijze rechters zijn zoals Salomo.
De denker die aanvankelijk encyclopedische kennis ontwikkelde
(Aristoteles, von Humboldt) tegenover de almaar toenemende specialisering van de
afzonderlijke wetenschappen. Daarbij nemen filosofen vaak de rol
over van 'generalist' die zich over het geheel uitspreekt.
Bij de productie van goederen is er aanvankelijk eenheid tussen
ontwerp en uitvoering, eenheid die later uiteenvalt in ontwerpen
tegenover uitvoeren, waarbij dat laatste ook nog vaak in de
samenstellende onderdelen uiteenvalt (lopende band). We bespraken al de
scheiding in de wereld van de ambachten en de kunst (architecten
tegenover metselaars, dichters tegenover voordragers, dramaturgen
tegenover acteurs, componisten tegenover uitvoerende muziikanten,
cineasten en filmsterren), in het domein van de wetenschap
(fundamenteel onderzoek tegenover toegepaste wetenschap). We vinden
ze ook in de scheiding tussen de generaal die de meesterstrateeg is,
en het uitvoerende voetvolk. Zoals uit de voorbeelden blijkt, gaat
de specialisering in de regel ook gepaard met een opdrijven van het
niveau, zodat de hereniging in één
enkele persoon hier zelden mogelijk is: alleen bij de
virtuozen-componisten Paganini, Chopin en Lizst kunnen beide rollen
met elkaar gepaard gaan omdat ze slechts voor één
instrument componeerden.
Deze ontspecialisering van gespecialiseerde rollen mag niet worden
verward met het zich toeleggen op één enkel onderdeel van de
volledige waaier der vaardigheden.
11. Formeel tegenover inhoudelijk: wie geen schrijver is of geen
gedachten heeft, kan zich toeleggen op grammatica.
"Ik kan wel geen
verhaal vertellen, maar schrijf wel zonder fouten'.
'Ik weet wel niet wat ik in beeld moet brengen, maar kan wel héél
grote foto's maken!' (Gursky).
II. Tot de alternatieve waarden behoren, naast de nieuwe
specialiteiten, ook de alternatieve manieren om eenzelfde soort
activiteit uit te voeren. Hier komt het erop aan de concurrenten te
herleiden tot afgodendienaars, kwakzalvers, ...
Tussen de verdedigers van alternatieve economische en politieke
stelsels: kapitalisme tegenover communisme, de liberale democratie
tegenover de autoritaire dictatuur, de oude orde tegenover de
nieuwe, internationale tegenover transnationale orde.
Tussen godsdiensten: het tot idool verklaren van concurrerende
godsvoorstellingen (Weill).
Tussen psychoanalytische strekkingen: zie psychoanalyse en schisma.
De drijvende kracht achter de ontwikkeling van de moderne
schilderkunst was het ontwaarden van 'acadenische' schilderkunst (en
de fotografie) als 'slechts nabootsing': de talloze varianten op
Klees 'Kunst gibt nicht das sichtbare wieder, sondern macht
sichtbar'. (Zie: Mimesis)
Naast uitbouw van alternatieven in de ruimte, is er ook die in de
tijd: vernieuwing - al dan niet door technische vooruitgang. In het
bijzonder de jongeren die door de ouderen dreigen te worden
overschaduwd vinden hier een geschikte uitweg.
Exemplarisch in de ismen van de moderne kunst (Not
done).
Haremhouders of kettingverleiders zoals Casanova tegenover de
burgerlijke monogamen.
III. Naast de alternatieve waarden zijn er ook naakte
tegenwaarden:
Al sedert Diogenes in zijn ton wordt nastreven van rijkdom gesteld
tegenover nastreven van armoede en ascese: uitblinken door wat we allemaal kunnen missen.
De traditie wordtverder gezet door de christelijke monikken,
exemplarisch in de heilige
Fransiscus.
Egoïsme versus altruïsme: eigen geluk nasgreven tegenover anderen
gelukkig maken. Bernard Mandevilles 'Private vice, public virtue',
Adam Smith: "It is not from the benevolence of the butcher, the
brewer, or the baker that we expect our dinner, but from their
regard to their own interest. Wagners Fafner die op zijn schatten
ligt te vegeteren': Ïch lieg;und besitz'. Neoliberale lectuur van 'The
selfisch gene' (wat een verkeerde lectuur is want menselijke
vehicles onderscheiden zich door kinship altruism en reciprocal
altruism). Of onder 'anti-neolibereale' vorm bij Dirk DeWachter: 'Daarom is de vraag die wij onszelf moeten stellen: hoe kan ik goed
leven? Hoe kan ik het geluk van anderen zo goed mogelijk bevorderen?
En het mooie is dat men daar zelf ook wel content van wordt, dat het
een geluksgevoel geeft dat veel vervullender is dan het
egocentrische streven naar geluk van het individu.'
Apatheia en ataraxia tegenover begeerte . Een bijzondere variant
hiervan is het 'Ik ervaar wel geen lust meer, maar ben niet langer slaaf van het
verlangen naar lust.'
De meest verleidelijke variant is hier uiteraard het omdopen van het verbodene tot het nastrevenswaardige: ' perverse'
tegenover 'genitale' seksualiteit, haremhouders of
kettingeveroveraars tegenover monogamen (Don Giovanni versus el
Commendatore), homo
tegen hetero, sadisme tegen liefde. Oplichters zoals Ponzi en
Van Rossem. De ontwaarding neem hier vaak de vorm aan van de
deugdzamen hypocrisie te verwijten: in de grond zou elke monogame
een haremhouder of kettingveroveraar willen zijn, in elke hetero zou
een homo schuilen, elke liefdevolle handeling is een verkapte
verkrachting, alle succesvolle ondernemers en bankiers zijn verdoken oplichters. In dit
register vinden we de George Batailles, de Alain Gainsbourgs, en de
Van Rossems. De variant is de meest verleidelijke omdat het
concurreren om de meest deugdzame te zijn, het opgeven veronderstelt
van zich laten meeslepen door de ondeugd.
Populair is ook het uitspelen van het 'lagere' tegen het 'hogere' - de omkering van de 'sublimatie':
"Marcel Proust et Thomas Mann, pour en revenir à mon sujet, avaient
beau posséder toute la culture du monde, ils avaient beau être à la
tête (en cet impressionnant début du XXe siècle, qui synthétisait à
lui seul huit siècles et même un peu plus de culture européenne) de
tout le savoir et de toute l’intelligence du monde, ils avaient beau
représenter, chacun de leur côté, le sommet des civilisations
française et allemande, c’est-à-dire des civilisations les plus
brillantes, les plus profondes et les plus raffinées de leur temps,
ils n’en étaient pas moins restés à la merci, et prêts à se
prosterner devant n’importe quelle jeune chatte humide, ou n’importe
quelle jeune bite vaillamment dressée – suivant leurs préférences
personnelles, Thomas Mann demeurant à cet égard indécidable, et
Proust au fond n’étant pas très clair non plus." Sérotonine, Michel
Houellebecq.
'In laatste instantie lopen we allen slechts achter
onze penis aan'.
Sedert Nietzsche en Adler speelt ook macht een gelijkaardige rol.
En sedert Marx' omkering van Hegel is het herleiden van fenomenen in
de 'bovenbouw' tot de productieverhouding endemisch.
In dezelfde trant ligt het Elcler-Ik: in het aanschijn van de dood
zijn we allen gelijk.
Terug naar de beknopte versie.
Verder naar de volgende uitgebreide paragraaf.