HET LOT VAN DE VERLIEZERS
We weten nu waarom we de beste willen zijn, welke gevoelens we
daarbij ontwikkelen, binnen welke kaders de concurrentiestrijd zich
afspeelt, waarom die strijd almaar scherper wordt, en waarom hij
almaar scherper wordt aangevoeld.
Het overwinnen van de beste houdt het verliezen van de zwakkere(n) in,
en dat ontsnapt al te vaak aan de aandacht. We hebben alleen oog voor de klim naar de
top van figuren zoals Steve Jobs of Xi Jinping, en verliezen daarbij de tallozen
uit het oog die met hen in de running waren. Hoogstens laten we
de zwakke optreden als de nog niet sterke, volgens het motto 'de
laatsten zullen de eersten zijn'. Dat motto gaat alleen op in het
hiernamaals: in het ondermaanse staan we inmiddels met zoveel aan te schuiven, dat het
ondenkbaar is dat we allen ooit het roer zullen kunnen overnemen. We
zijn haast allen gedoemd om ons in de strijd om het bestaan te gooien
met de gewisse zekerheid dat we voor altijd de rangen van de
verliezers zullen moeten vervoegen - en nadat we ons leven begonnen
op de troon, valt dat niet mee. Het maakt ons evenzeer blind voor de
lotgevallen van degenen die de top hebben bereikt, maar van de troon worden gestoten:
niet alleen het
triestige nabestaan van oud-presidenten, verduisterde stars, en
eendagssuccessen, maar ook dat van bedrogen minnaars, verraden
vrienden, of verstoten kinderen. En dan hebben we niet eens over allen die er - pas
geboren of al een eindweegs onderweg - het leven bij lieten, geveld
door ziekte, ongevallen, en natuurrampen, ja zelfs door menselijk toedoen zoals bij moord of
oorlog, of gewoonweg door menselijk falen zoals bij milieurampen
allerhande.
Reden genoeg om ons te buigen over de vraag wat we doen als we - bij
leven - in de concurrentiestrijd het
onderspit moeten delven, of als we
onze positie aan de top moeten opgeven.
Terug naar de beknopte versie.
Verder naar de volgende uitgebreide
paragraaf.