CONCURRENTENPOOL, ARENA, CONCURRENTENPIRAMIDE, TERRITORIUM
Vooraleer we verder gaan, maken we enkele terminologische
afspraken.
'Concurrentenpool' noemen we het aantal kandidaten dat op een
gegeven terrein de beste wil zijn. De pool kan mensheidomvattend
zijn (lopen, spreken, dansen, ...), dan wel een min of meer groot segment van de
mensheid omvatten (allen die een bepaald beroep
willen uitoefenen, alle schakers, ...). De beperking tot een deel
van de mensheid kan het gevolg zijn van opvoeding (allen die een
bepaalde taal spreken of een bepaalde godsdienst aanhangen), of
opleiding (alle ingenieurs, alle schakers, alle pianisten). Maar de
concurrentiepool kan ook worden ingeperkt door niet ter zake doende
criteria: in plaats van alle zwemmers alleen zwemmers van een
bepaald geslacht, een bepaalde leeftijd, een bepaald ras, een
bepaald gebied, enz. Bij groepsgewijze concurrentie is de
concurrentenpool aanzienlijk kleiner dan bij individuele: niet alle
in aanmerking komende kandidaat-concurrenten gaan over tot het
vormen van een groep, en degenen die dat wel doen worden verdeeld
over het aantal concurrerende groepen. De concurrentenpool varieert
dan van een handvol (bedrijven die een bepaald product produceren),
over tientallen (de reguliere legers van zo'n kleine 200 staten),
tot duizenden (het aantal voetbal- of wielerploegen), maar nooit
miljarden.
'Arena' noemen we de plaats waar de effectieve krachtmeting tussen
alle concurrenten uit een concurrentenpool plaatsgrijpt. Sedert het
bestaan van het internet is het denkbaar dat alle kandidaten zich op
hetzelfde tijdstip in de virtuele ruimte van het internet meten aan
elkaar (bv. een sudokuwedstrijd of een wereldomvattend schaaktornooi).
Er zou dan één enkele arena zijn. Maar meestal wordt de krachtmeting
tussen de leden van de gehele concurrentenpool opgesplitst in een min of meer groot aantal afzonderlijke,
hiërarchisch georganiseerde krachtmetingen op verschillende plaatsen
en tijden in een vaak groot aantal locale arena's: eerst selectie
van provinciale kampioenen, dan van nationale, en dan pas van
internationale op Olympische spelen. Er is dan een hiërarchisch
georganiseerde arena. Niet de gehele pool van concurrenten hoeft
zich in de hiërarchie van arena's aan te melden: al kunnen vele
mensen lopen, zwemmen, fietsen, springen en dansen, een minderheid neemt
deel aan wedstrijden, en op de hogere trappen worden allen die niet
zijn gekwalificeerd uitgesloten. Al dagen op de Olympische spelen slechts een
handvol kandidaten op, de eindarena is slechts de top van een
hiërarchie van arena's, waar een vaak mensheidomvattende
concurrentenpool in optreedt. Hoe kleiner de concurrentenpool, hoe minder niveaus er nodig
zijn in de hiërarchie van arena's - alle professoren in een bepaald
vakgebied kunnen elkaar vinden op een wereldcongres - en sluiten
daarbij alleen de studenten en geïnteresseerden uit.
Vandaag heeft in de regel de gehele concurrentenpool toegang tot éën
en dezelfde hiërarchie van arena's, maar bij de aanvang van de
geschiedenis van de mensheid trof slechts een deel van de
concurrenten elkaar in regionale of locale arena's zonder
gemeenschappelijke top: de lopers of jagers in de eigen stam of
hoogstens ook in de naburige stammen. Naarmate vervoer en
communicatie zich ontplooiden, breidden de arena's zich almaar
uit - denk aan de oorspronkelijke Olympische spelen - om
uiteindelijk haast de gehele concurrentenpool te omvatten - denk aan de
huidige Olympische spelen. Daarom is het zinnig om onderscheid te
maken tussen globale, regionale en locale arena's naar gelang ze de gehele concurrentenpool omvatten,
dan wel slechts een deel ervan.
'Concurrentenpiramide' noemen we de rangorde van de concurrenten na
de strijd in de arena. Zij kunnen worden gerangschikt op een
piramide met één of weinigen aan de top
(gouden, zilveren en bronzen medaille), een handvol mindere goden op
wat lagere trappen (genomineerden voor een prijs of kandidaten voor
het presidentschap), en talloze 'Vielzuvielen' aan de basis, of in een
ranglijst zoals van de landen met het grootste BNP, van de renners
in een koers, of van de leerlingen in een klas zoals vroeger
gebruikelijk was. In zeldzame
gevallen bestaat de piramide alleen maar uit de top en een min of
meer brede basis: bij eenmalige
duels, of bij een loterij waar er maar één winnaar is. Merken we op
dat de rangschikking op een piramide of een ranglijst invloed heeft op het triomfgevoel. Allen die
niet aan de top staan moeten opkijken naar boven, maar kunnen neerkijken
naar onder. Het triomfgevoel is dan het sterkst bij de overwinnaar
aan de top, maar wordt in afnemende mate gedeeld door degenen die
op de hoogste trappen van de piramide staan. En de verslagenheid is dan het sterktst aan de
basis van de piramide of op de laatste plaats in de rangorde, maar neemt af
naarmate we verder van dit dieptepunt zijn verwijderd.
'Territorium' noemen we het geheel van posities dat bij de
concurrentiestrijd kan worden veroverd. Het territorium kan bestaan
uit één enkele positie (de troon van de koning, het kabinet van de
(minister-)president, de wereldbeker in de voetbalcompetitie), uit
slechts enkele (gouden, zilveren, en bronzen medaille), uit veel
(het aantal jobs bij een examen voor een ambtenarenapparaat), of uit
heel veel (alle te veroveren seksuele partners). Omvat het
territorium evenveel posities als er concurrenten zijn, dan kunnen
allen aan hun trekken komen, ongeacht hun positie op de
concurrentenpiramide, al is er meestal ook een overkoepelende hiërarchie
waarin de te veroveren posities worden vergeleken.
Is er slechts één post te verdelen, dan komt alleen de hoogste in de
rangschikking in aanmerking, zoals bij winner-takes-all-verkiezingen
of dito markten.
'Concurrentiestrijd' is de effectieve krachtmeting van de
concurrenten uit de pool in de arena. In principe kunnen alle
concurrenten uit elkaar ten alle tijde uitdagen voor een
krachtmeting. Maar het bestaan van territoria verandert de
frequentie van de concurrentiestrijd en het aantal concurrenten dat
er effectief aan deelneemt. Vergelijking tussen concurrenten is ten
allen tijde mogelijk: allen kunnen zich vergelijken met de koning,
alle partijen kunnen zich meten aan de partijen die aan de macht
zijn, alle minnaars kunnen zich vergelijken met andere minnaars.
Maar, om op effectieve krachtmetingen te besparen en meer duurzame
bezetting van territoria mogelijk te maken - of gewoonweg om
verworven rechten te vereeuwigen - worden territoria in de regel
voor min of meer lange tijd toegekend: koningschap zolang men op
handen wordt gedragen of voor het leven, ministerschap voor een
legislatuur of tot een motie van wantrouwen wordt ingediend, het
recht op tafel en bed zolang de liefde duurt of tot de dood de
geliefden scheidt. Gedurende de min of meer lange periodes dat
concurrenten hun rechten kunnen laten gelden, zijn de arena's
gesloten of wordt er alleen gestreden om nog beschikbare territoria
- denk aan de strijd om lieven die nog niet verliefd zijn geworden
of die het niet meer zijn. De bijbehorende concurrentenpool bestaat
dan wel, maar de concurrenten gaan pas effectief tot de strijd over
naarmate er territoria beschikbaar zijn. Zijn de territoria slechts
periodisch te veroveren (troon of ministerposten) dan ligt de
concurrentiestrijd stil zolang ze zijn bezet. Komen er ten allen
tijde nieuwe territoria bij of worden bestaande ten allen tijde weer
beschikbaar
(tafel en bed), dan strijden alleen concurrenten tegen elkaar die
nog geen territorium wisten te veroveren of die het hebben verloren,
terwijl degenen die een territorium bezetten niet meer optreden in
de arena.
Terug naar de beknopte versie.
Verder naar de volgende uitgebreide
paragraaf.