|
Als een magneet wordt ons oog aangetrokken door dat raadselachtige penseel dat fijntjes op de naakte huid letters lijkt te schilderen, die bij nader toezien eerder met een scherpe beitel uit marmer lijken gesneden. Pas als we het tot ons laten doordringen dat deze agressieve daad wordt verdoezeld door de vervanging van beitel door penseel, valt op dat er ook gaten zijn in de borst. Het lijken wel kogelgaten, maar hun plaatsing op de hoeken van een vierkant doet denken aan de schroeven waarmee een koperen of marmeren gedenkplaat wordt aangebracht. Van de bijbehorende gruweldaad wordt de aandacht afgeleid doordat we alleen de littekens zien, terwijl het doorboren van de borst is vervangen door kerven in het vlees, dat zelf weer vermomd gaat als schilderen op de huid - dat nu door het slachtoffer gelaten kan worden ondergaan. Die schilderende hand leidt op haar beurt weer de aandacht af van de schilder die, buiten het beeld aan het zicht onttrokken, op zijn slachtoffer het verdict beitelt dat veeleer op hem van toepassing is. Dat de dader buiten het kader verdwijnt, maakt er ons attent op dat dit gebeuren is getekend op een scherm in een beeld, en wel door de echte kunstenaar die vanuit een veel groter lichaam neerkijkt op de besloten ruimte onder hem - de doos zoals hij ze in de rand boven de tekening heeft geschetst:
In die ruimte blijft de schuldige hand van de getekende kunstenaar achter als - zij het in de doos meer dan levensgroot - beeld op de achterste wand van een zwembad, terwijl de nu van zijn schuldige hand bevrijde blik van de nog grotere echte kunstenaar zich soeverein boven het gebeuren verheft. Maar ook dit witwassen wordt aan het zicht onttrokken doordat we met de echte kunstenaar vanuit deze hoogten neerkijken op het zwembad op de bodem van de doos, en daarbij onverhoeds neerdalen in het onooglijke lichaam van de toeschouwers aan de rand van het zwembad door wier ogen we - met nietsdoende armen - neerkijken op het onschuldige doen van de zwemmers. Het afstoten van de schuldige hand gaat dus gepaard met een telescopisch uitdijen van de ruimte. De zin van deze inflatie wordt ons pas duidelijk als we doorhebben dat de overgang van doen in het beeld naar neerkijken op het beeld niet van de schuld ontlast. Wel integendeel: het boren en
beitelen onder de dekmantel van het schilderen viert in de optische
dimensie zijn triomf in het verkleinen en vermenigvuldigen van
dat ene slachtoffer
op het reuzenscherm tot wriemelende mieren in het zwembad:
de deflatie van de tallozen - Nietzsches Vielzuvielen - tot onooglijke aardwormen, tegenhanger
van de inflatie van de kunstenaar tot de haast
kosmische proporties van een soeverein toeschouwende god. Voor een bespreking van het volledige werk van Michael Borremans: Michael Borremans: de charmes van het enigma De Engelse versie van deze tekst is gepubliceerd in de catalogus voor de grote Borremansretrospectieve 2014 in Brussel, Dallas, en Tel Aviv. Share on Facebook Uw reactie: beyst.stefan@gmail.com Op de hoogte blijven van nieuwe teksten: mailinglist Zie ook: stefan beyst over hedendaagse kunstenaars
|