Ik hou van sterke - revelerende en fascinerende - beelden.
Daarom kan ik me niet inschrijven in de recente ontwikkeling van de
schilderkunst of de fotografie,
waar zulke beelden almaar schaarser worden.Beide takken van de
beeldproductie zijn verwikkeld geraakt in een hopeloze loopgravenoorlog
waarin ze diametraal tegenovergestelde posities innemen,
zodat
ze almaar verder afwijken van de hoofdweg en gedoemd zijn verzeild te
raken in doodlopende straatjes.
Terwijl schilderkunst dreigt te verworden tot
tentoongestelde
werkelijkheid, design, goedkope (kunst)filosofie, of lege revolutionaire
geste,
lijkt de fotografie in toenemende mate gebiologeerd door het
documenteren of dupliceren van het bestaande
- hoe interessant dat ook
moge wezen -
voor zover ze zich al niet geheel en al verliest in het oplossen van de
technisch problemen
die zich stellen bij het weergeven van de bestaande
werkelijkheid.
Uitgerekend de digitale revolutie opent nieuwe perspectieven om de
fotografie te verlossen
uit haar afhankelijkheid van het bestaande,
dat voortaan moeiteloos kan worden
omgevormd tot een zelfgeschapen werkelijkheid van een hogere orde:
de
wereld van de kunst.
Daarom opteerde ik niet alleen voor het gebruik van de digitale camera
en digitale beeldbewerking, maar ook voor het immateriële digitale
scherm,
dat van binnenuit wordt belicht, en dat pas de digitale
productie van het beeld voltooit
- in de hoop dat een verdere ontwikkeling van de technologie van het
scherm
het zal toelaten om het digitale beeld niet langer te moeten
omzetten in een gedrukt, reflecterend oppervlak.Daarom ook weiger ik
mijn werk te subsumeren onder categorieën zoals 'fotografie' of
'schilderkunst, en noem ik ze liever ondubbelzinnig en ter zake
'beelden' - wat de bijkomende charme heeft dat ze duidelijk worden
onderscheiden van al de pseudokunstdie in het beste geval de 'kunst
is van het .....', maar in geen geval 'de kunst van het maken van
beelden', en dat ik mijn beelden kan inschrijven in de traditie van
de grote meesters
waaraan ik me ten zeerste schatplichtig voel.
Stefan Beyst