:



home over kunst over kunstenaars besprekingen info/contact


objet de désir

TOEPASSINGEN: NABOOTSING OF WERKELIJKHEID?
Hieronder volgen een aantal toepassingen van de kunsttheorie van Stefan Beyst


'

Al vanouds stelt de mens werkelijkheid tentoon. Dat is om te beginnen het geval met niet-menselijke natuur: denk aan bloemen in vazen en fruit op fruitschalen, vissen in het aquarium en dieren in de dierentuin. Ook de mens zelf wordt vaak getoond: van het kind dat bij de doop aan de gemeenschap wordt voorgesteld, over de mooie vrouw die zich voor de ogen van haar mannelijk publiek ontsluiert, tot het lijk dat voor de begrafenis wordt opgebaard. Vervolgens werden vroeger ook rariteiten tentoongesteld: Siamese tweelingen, vrouwen met drie borsten, foetussen op sterk water, en wat die meer zij. En ten slotte worden overblijfselen van het doen en laten van de mens vaak bewaard als archeologische vondst, reliek, ruïne of gedenkplaats. Dat geeft al meteen aan dat de waaier van esthetische ervaringen die door bestaande werkelijkheid kan worden uitgelokt even breed is als die van de werkelijkheid die wordt nagebootst. Maar dat is nog geen reden om werkelijkheid en nabootsing over dezelfde kam te scheren en tentoongestelde werkelijkheid tot kunst uit te roepen: er is een groot verschil tussen een opgebaard lijk en een dodenmasker, dat bij de Romeinen 'imago' heette'

.
(Citaat uit 'Mimesis en kunst')

Hieronder staan een aantal voorbeelden van tentoongestelde werkelijkheid die doorgaat voor kunst. Voorbeelden van de auditieve tegenhanger brachten we onder in 'Found Sound'







ALFABETISCH:

Abramovic Arman Baines Beuys Bijl Burden Christo DuchampEvaristti Gilbert en George Gormley Haacke Habacuc Hirst Kounellis Malstaf Orlan Parsons Man Ray Mühl NitschSchneider Schwarzkogler Slominsky Spoerri Tunick Turrell Wurm




HISTORISCH:


1. OBJECTEN (2. HET MENSELIJK LICHAAM)




MARCEL DUCHAMP (1887-1968)

BIj tentoongestelde werkelijkheid denkt men in de eerste plaats aan werken als 'Fontaine' en het fietswiel van Marchel Duchamp. Maar omdat het hier eerder om niet-verbale statements over kunst gaat, behandelen we deze 'ready mades' aldaar.

Een echte, als zodanig bedoelde readymade is Egouttoir/Bottle Rack (1914). Zeker, men kan er allerlei symbolische betekenissen aan geven - sommigen lezen er fallussen in die wachten op vochtige vagina's... Maar het flessenrek wordt daardoor nog niet tot nabootsing van iets anders. De 'penissen' zijn er alleen 'symbolisch': in de interpreterend geest, niet voor het kijkende oog (of de voorstellende geest, in welk geval het een voorstellingopwekkend object zou zijn). Maar ook dit flessenrek blijft iets van een statement hebben en dat geldt ook voor Wooden Hat Rack (1916) dat aan de zolder van Duchamps atelier hing, in tegenstelling tot schilderijen die aan de muur worden gehangen. Zelfs als we ze gewoon als tentoongestelde objecten beschouwen, hebben ze niet te maken met kunst: ook bloemen worden tentoongesteld, maar zijn tot nader order geen kunst.






MAN RAY (1890-1876)

Ons overzicht begint dan ook treffender met 'L'énigme d'Isidore Ducasse' (1920) van Man Ray - al is dat dan eerder een negatief voorbeeld van tentoonstellen van realiteit: het verbergen ervan. Ook dit object is geen nabootsing, maar gewoon tentoongestelde werkelijkheid - al is die dan zeer suggestief.

Andere objecten van Man Ray horen eerder thuis bij de humoristische design.





HANS HAACKE (°1936)

Ook processen kunnen worden tentoongesteld. Denken we aan Hans Haacke die een blauw zeil liet bewegen door een ventilator in ''Blue Sail' (1964-1965) of een witte sfeer liet zweven op een luchtstroom in 'Sphere in Oblique Air-Jet' (1967). Een andere reeks werken ontstond door de condensatie op koelelementen: 'Condensation Cube' (1963), 'Condensation Wall' (1963-1966). In werken als 'Grass grows' (1969) en 'Bowery Seeds' (1970) laat Hans Haacke zaden ontkiemen uit een hoop zand. In 'Chicks Hatching' (1969) zien we telkens nieuwe ladingen kuikens uit eieren breken. In 'Beach Pollution' (1970) verzamelt Haacke het afval op een strand.

.



CHRISTO JAVACHEFF (°1935)

Christo begon zijn loopbaan in 1958 als inpakker van objecten onder de vleugels van Pierre Restany en zijn 'Nouveau Réalisme'. Het gaat hier niet om nagebootste, maar om tentoongestelde objecten.

Christo vergroot geleidelijk de schaal: in 1969 pakt hij een stuk Australische kust in. Hij herhaalde deze ingreep op vele historische gebouwen zoals Pont Neuf (1985) en de Reichstag (1995). Ook dit is tentoongestelde werkelijkheid.

In 1973 krijgt het werk van Christo eerder het karakter van landschaps- en tuinarchitectuur: zie aldaar.





DANIEL SPOERRI (*1930)

Daniel Spoerri werd op het eind van de vijftiger jaren gelanceerd door Pierre Restany in het kader van diens ' Nouveau Réalisme'. Hij maakte furore door de sporen van het ontbijt op de tafel of het dienblad te fixeren (onder meer in het 'Restaurant Spoerri' dat hij in Dusseldorf runde van 1968 tot 1972), en ze als kunstwerken op te hangen aan de muur - denk aan Manzoni op wiens 'Socle du Monde' de hele wereld werd tentoongesteld.

Eigenlijk hebben we hier te maken met tentoongestelde werkelijkheid zoals bloemen in een vaas. Met enige goede wil kunnen we die ontbijttafels lezen als relieken van een - zij het dan alledaagse in plaats van memorabele - gebeurtenis. Ze roepen dan de voorstelling op van wat er aan is voorafgegaan. De reële objecten gaan daarbij deel uitmaken van een omvattend geheel waarbij werkelijkheid en voorstelling worden vermengd, en worden daardoor zelf tot nabootsing, ongeveer zoals de rekwisieten op het toneel. We zouden dan te maken hebben met objecten die voorstellingen oproepen. Ik hou het liever op de eerste mogelijkheid omdat de bijbehorende voorstellingen niet dwingend optreden en overigens niet anders dan heel vaag kunnen zijn.

Om zich met wat substantiëlers bezig te houden ging Daniel Spoerri weldra over tot het afgieten van zijn objecten in brons. Daardoor worden ze pas tot volwaardige mimesis. Maar daarom nog niet tot volwaardige kunst: het is maar de vraag of zijn taferelen wel de moeite waard zijn om te worden vereeuwigd in brons...





ARMAN (1928)

Evenals Daniel Spoerri werd Arman op het eind van de vijftiger jaren gelanceerd door Pierre Restany in het kader van diens ' Nouveau Réalisme'. Hij maakte furore door zijn 'accumulaties': opstapelingen van identieke voorwerpen die werden ingekaderd en opgehangen aan de muur. Het betreft hier gewoon tentoongestelde objecten, zoals bloemen in een vaas, waaraan hoogstens enige waarde is toegevoegd door de schikking, alweer zoals bij bloemen dieworden geschikt. En dat geldt voor de meeste accumulaties van Arman, ook als het gaat om doormidden gesneden instrumenten zoals saxofoons, die door deze ingreep al meer het karakter van design krijgen in plaats van gewone 'gevonden werkelijkheid'.

Als Arman de instrumenten eerst in koper afgiet, worden ze tot nabootsingen. Maar verder dan een bosje nagebootste bloemen op een tafel in een goedkoop restaurant schoppen ze het als nabootsing niet.

Veel nader ligt hem de overgang naar design, zoals wanneer hij zijn 'geaccumuleerde' violen tot onderstel van een glazen tafel promoveert, of als de onderdelen van een cello tot stoel accumuleert: zie Arman bij 'Kunst of Design'.

Pas in accumulaties als 'Les Chromosomes' van 1963 krijgen we te maken met - zij het niet al te overtuigende - mimesis.





IANNIS KOUNELLIS (°1936)

Op het einde van de zestiger jaren trok Iannis Kounellis de aandacht met een aantal niet-verbale statements over kunst. Daarna laat Kounellis de werkelijkheid zelf aan het woord. Hij bewandelt daarbij verschillende wegen. In een eerste reeks creaties assembleert Kounellis stukken werkelijkheid tot gehelen waar een soms sterke suggestieve werking van uitgaat, zoals vensters die met rotsblokken zijn opgevuld, of een oude kleerkast met kolen in. Hoe 'sprekend' deze assemblages ook moge wezen, het zijn geen kunstwerken. Ook bloemen in een vaas of een opgebaard lijk zijn tot nader order geen kunstwerken. Andere assemblages roepen eerder de voorstelling op van de bijbehorende handeling, en worden daardoor samen met de voorstelling mimetische gehelen. Nog andere werken van Kounellis zijn gewone mimesis (denk aan de katafalken).

Een overzicht over de evolutie van Kounellis: 'Iannis Kounellis: de metamorfosen van Apollo




JOSEF BEUYS (1921-1986)


Beuys begon zijn loopbaan als beeldhouwer en aquarellist. Weldra ging hij over tot het uitvoeren van symbolische handelingen die onder de naam 'sociale sculpturen' willen doorgaan voor kunst. Sommige installaties of assemblages van Beuys zijn wel degelijk nabootsingen: zie 'Das Rudel'. Andere installaties zijn tentoongestelde werkelijkheid: denk aan de Wirtschaftswerte.





JAMES TURRELL (° 1943)

Werd bekend door zijn intussen 36 'Skypaces'. Het meest bekende 'skyspace' is het Roden Crater project in Flagstaff, Arizona, waar hij de krater van een vulkaan veranderde in een soort observatorium om de hemel te bekijken. Voor de zonne-eclips van 11 augustus 1999 ontwierp Turell een andere 'perceptuele ruimte', 'The Elliptic Ecliptic' op de helling van St. Michael's Mount (England, UK). Een ander "skyspace' is

Light Reign (2003).

De overige werken van James Turrell zijn varianten van 'ruimtelijke design'.

Voor een uitvoerige analyse: 'James Turrell: beeldhouwen met licht'





GUILLAUME BIJL (°1946, Antwerpen)

Guillaume Bijl begon einde van de zeventiger jaren gehele interieurs tentoon te stellen: een wat grotere versie van de objecten van Marcel Duchamp. De reeks begint met 'Autorijschool Z' (1979- 1989). Andere installaties zijn 'Lustrerie Media' (1984), 'Sculpture trouvée' (1987), 'Mon chalet' (1987), 'Miss Hamburg Wahl' (1988), 'Wunderkammer-Installation' (Cabinet of curiosities, Documenta Wax Museum) (1992), 'Bird Installation' (1992), 'TV Quiz Decor' (1993), 'Romeinse straat’ (1994), 'Horizon Systems'(1994), “Souvenirs of the 20th century”.(1999), 'Die Geschichte der Erotik' (1999), 'Your Supermarket' (2002), 'Inter-phone center' (2005), 'Archaeological Site'(2007)

Guillaume Bijl is niet zozeer bezig met het 'verkennen van de grenzen tussen kunst en werkelijkheid': hij overschrijdt ze gewoon. Zijn installaties zijn geen 'surrealistische sculpturen' - geen kunst, maar gewoonweg tentoongestelde werkelijkheid, zoals Arthur Danto's 'Gettysburgh National Battlefield Museum' of de 'Dodengang' te Diksmuide.

Niettegenstaande zijn verklaring dat 'Alle musea, culturele centra en galeries zouden moeten gesloten worden' en 'vervangen door sociaal nuttige instellingen' ( 'The Art - Liquidation Project' , 1982), gedijen Guillaume Bijl en zijn installaties erg goed in het kunst--establishment.


ANDREAS SLOMINSKY (°1959)

Andreas Slominsky is bekend om zijn 'vallen' die behoren tot de humoristische design. Andere creaties van Andreas Slominsky zijn handelingen die worden gefilmd ofwel voortbestaan in hun gevolgen. Denken we aan 'performances' zoals 'Heizen' (eerste versie 1996) waarin hij de wieken van windmolens opstookt in een galerie. Maar het is niet omdat de kachel en de wieken in een galerie te zien zijn, dat ze daardoor tot beeldhouwwerken worden: we hebben hier gewoon te maken met tentoongestelde werkelijkheid. En dat geldt evenzeer voor de (symbolische) handeling zelf die reëel is en niets nabootst. Geen beeldhouwkunst dus, en evenmin theater.






OLAFUR ELIASSON (°1967 Kopenhagen)

Olafur Eliasson wordt vaak begrepen als beeldhouwer. In feit behoort zijn werk tot de categorie van de ruimtelijke design ('zie Eliasson). Nog andere werken, zoals een BMW ingepakt in ijs, die was te bezichtigen op '

Take your time: Olafur Eliasson'

in het SFMOMA: (2007- 2008), zijn geen beeldhouwwerken, maar tentoongestelde werkelijkheid.





GREGOR SCHNEIDER (°1969, Rheydt, Germany).

Vanaf zijn zestiende is Gregor Schneiderbezig met het (ver)bouwen van ‘Totes Haus u r’, het huis van zijn vader dat er van buiten normaal uitziet. De kleine inkomsthal kan 360° draaien, zodat de toeschouwer terecht komt in één van de verschillende ruimtes die gevuld zijn met afval. Het project doet wat denken aan Kurt Schwitters' Merzbau in Hannover, al is daar geen spoor van horror te bekennen. Gregor Schneider gaat weldra over tot de constructie van andere echte ruimtes. 'Die Familie Schneider' (2004) bestaat uit symmetrische installaties met masturberende tweelingen in een dubbelwoonst. De 'Black Cube' (13 m X 13 m x 13m, ongeveer zoals de Kaaba in Mekka) was bedoeld voor Venetië' (2005), 'Cube Berlin' (2006) en 'Het Zwarte Vierkant, Hommage aan Malewitsj', Hamburg (2007). ‘Weisse Folter’ (2007) bestaat uit kraaknette cellen naar het model van Camp 5 in Guantanamo Bay. 'Bondi Beach, 21 beach cells' (2007) omvat 21 identieke ruimte, omgeven met draad, waarbinnen een strandparasol een matras en een zak voor afval. In 'Süsser Duft' (2008) moet de bezoeker een parcours afleggen door koude, donkere ruimtes die steeds kleiner worden.

Er hangt rond al de werken van Gregor Schneider een luchtje van horror, misdaad en sadisme. Niet te verwonderen dat de kunstenaar het plan heeft opgevat voor de ultieme performance: de tentoonstelling van een echte stervende met de hulp van een dokter uit Düsseldorf . Mocht het Haus Lange Museum in Krefeld niet geïnteresseerd zijn, dan zal hij de performance laten plaatsgrijpen in zijn geboortestad Rheydt. Het thema als zodanig is niet nieuw in het werk van Gregor Schneider. In 'Hannelore Reuen Alte Hausschlampe' (1997), lag een dode vrouw in een lege ruimte, en de kunstenaar zelf hield zich voor dood als onderdeel van een tentoonstelling in 2000. Zijn wending van nabootsing naar werkelijkheid is wellicht ingegeven door het succes dat Guillermo Vargas Habacuc oogstte met zijn evenzeer echte stervende hond in 2007. Het thema is ook niet nieuw in de musea als zodanig. Joel-Peter Witkin brengt al vanaf de tachtiger jaren foto's van verminkte lijken. Foto's zijn echter nog niet het echte ding - ze zijn slechts mimesis. Afgaand op wat er op de foto's van Witkin is te zien - en naar sommige gefilmde performances van Paul McCarthyweten we wat we binnenkort in de musea kunnen verwachten: het dodelijk verminken van levende lichamen, zoals in het Colosseum van de Romeinen of bij de publieke terechtstellingen van weleer

Net zoals in het geval van Guillaume Bijl, hebben we hier te maken met tentoongestelde werkelijkheid, niet met mimesis. Natuurlijk is de 'Zwarte Kubus' niet de echte Kaaba, maar de gelijkenis is misleidend, en kon net zo goed het gevolg zijn van een verplaatsing van het echte ding. In die zin zijn de werken van Schneider verwant met de gefotografeerde reconstructies van Thomas Demand.

Zie ook: Mark Power: The art of dying


BERNDNAUT SMILDE

Tentoongestelde wolken van Berndnaut Smilde


WESLEY MEURIS

Tentoonstellingskasten tentoongesteld




2. HET MENSELIJK LICHAAM (1. OBJECTEN)



HERMANN NITSCH (° 1938)

Vanaf 1962 voert Hermann Nitsch een hele reeks 'Aktionen' ('happenings', 'performances') op met bloed en de ingewanden van geslachte dieren. In 1971 resulteert een en ander in het 'Orgien Mysterien Theater' in Schloss Prinzendorf in Oostenrijk, alwaar Hermann Nitsch in 1998 zijn honderdste opvoering viert.

De performances/Aktionen van Hermann Nitsch overleven in attributen en relieken, zoals doeken besmeurd met bloed. Net als andere relieken, zijn deze objecten geen beeldhouwwerken, maar tentoongestelde werkelijkheid (in zoverre ze de voorstelling van de bijbehorende handelingen oproepen zijn ze voorstellingopwekkend). En dat geldt ook voor de Aktionen zelf en het 'Orgien Mysterien Theater': hier worden niet de handelingen van imaginaire personages opgevoerd. We hebben hier dus niet te maken met kunst, laat staan met een 'Gesamkunstwerk'.

Voor een uitvoerige analyse: zie
Hermann Nitsch.





OTTO MÜHL (°1925)

I
n de vroege zestiger jaren gaat Otto Mühl over tot het opvoeren van performances of 'Aktionen' naar het voorbeeld van de New Yorkse happenings: 'Die Blutorgel' 'Fest des psycho-physischen Naturalismus' (1963), 'Versumpfung einer Venus' (1963) en 'Malaktionen' (1964 - 1966). In 1968 organiseren Mühl, Brus and Oswald Wiener een grote Aktion 'Kunst und Revolution' aan de Universiteit van Wenen. Al overleven ze vaak in relieken (besmeurde doeken en wat dies meer zij), deze 'Akitionen' hebben niets van doen met schilderkunst, laat staan met theater. We hebben hier gewoonweg te maken met het werkelijke transgressieve daden allerhande: tentoongestelde werkelijkheid.

G
eleidelijk begint Otto Mühl de 'Aktion' te begrijpen als een vorm van 'bourgeois kunst'. Om de 'overgang van kunst naar leven' te bewerkstelligen, sticht hij in 1972 een commune in Friedrichshof als een soort van tegenmaatschappij: van tentoongestelde naar echte werkelijkheid.




RUDOLF SCHWARZKOGLER (1940-1969)

In 1965 wordt Rudolf Schwarzkogler ingewijd in het Weense Aktionisme doorHermann Nitsch and Otto Mühl. Vanaf 1965 neemt hij deel aan de Aktionen van Hermann Nitsch. In datzelfde haar voert hij zijn eerst eigen Aktion op Aktion 'Hochzeit' (1965) voor een handvol vrienden en een camera. Staande voor een tafel, bedekt met een tafelkleed en begeleid door Gregoriaanse gezangen, voert Schwarzkogler een soort privaat ritueel uit met dode vis, dode kip, organen van dieren, gekleurde vloeistoffen, een mes en scharen. In Aktion 2 poseert hij met een opengesneden vis op zijn penis. In his 4. Aktion (1965) wordt een man, gewikkeld in gaasverband, benaderd met een scheermes en elektrische leidingen. De talrijke zelfmutilaties in zijn 'Aktionen' waren aanleiding tot de mythe dat hij zou zijn overleden als gevolg van autocastratie in één van zijn performances.

De meeste van zijn 'Aktionen' overleven in de vorm van films, foto's of als relieken. Deze relieken zijn geen sculpturen, maar tentoongestelde werkelijkheid. De films en foto's zijn in de eerste plaats documenten (instrumentele mimesis),maar men kan ze ook beoordelen als beelden op zich. De 'Aktionen' zelf zijn geen kunstwerken, maar evenzeer tentoongestelde werkelijkheid: Rudolf Schwarzkogler speelt niet de rol van een of ander personage.



GILBERT AND GEORGE

Gilbert Proesch (1943)
en George Passmore (°1942) ontmoetten elkaar in 1967 gedurende hun studies sin beeldhouwkunst aan het Saint Martins College of Art and Design. Ze wereden beroemd met hun 'Human Sculptures' of 'Living Sculptures' zoals 'Underneath the Arches' (1970), waarbij ze soms urenlang poseerden als standbeelden, gekleed in keurige pakken en het gezicht bedekt met goudverf. Hun opleiding en de verwijzing naar standbeelden ten spijt, hebben we hier niet te maken met beeldhouwkunst, maar met tentoongestelde werkelijkheid.

Net zoals zovele andere performers en beoefenaars van land art gaan Gilbert en George weldra over tot het vastleggen van hun optredens op film ('Gorden makes us drunk', 'The World of Gilbert and George’), foto ('Photosculptures'), fotomontage (Cosmological Pictures) of tekening. Alleen deze documenten behoren tot het rijk van de kunst (mimesis), in zoverre ze beoordeeld orden vanuit een zuiver artistiek standpunt, en niet als documenten van een performance, in welk geval ze slechts instrumental mimesis zijn.





CHRIS BURDEN (°1946)

Chris Burden werd internationaal bekend met zijn vaak levensgevaarlijke performances. In 'Shoot' (1971) schoot een vriend hem op zijn vraag in de arm. In 'Five Day Locker Piece' (1971) sloot hij zichzelf gedurende vijf opeenvolgende dagen op in een locker. In 'Disappearing' (1971) Burden verdween hij drie dagen zonder ook maar iemand in te lichten. In ''Bed piece' (1972) sliep hij gedurende 22 dagen in een bed in een galerie zonder tot iemand een woord te zeggen. In 'Jaizu' (1972) zat hij twee dagen lang bewegingloos in een regisseursstoel, terwijl de toeschouwers hem mochten bewonderen. In 'Doorway to Heaven' (1973) bevestigde hij twee elektrische leidingen op zijn borst. Ze kruisten elkaar en verbrandden hem, maar redden hem aldus voor de dood. In 'Through the Night Softly', (1973), kroop Chris Burden door 15 meter gebroken glas dat hij beschouwde als sterren aan de hemel. In 'Transfixed' (1974) liet hij zich vastnagelen op een Volkswagen kever die uit een garage werd geduwd, twee minuten met huilende motor draaide, en dan weer naar binnen geduwd. In 'Velvet Water' (1974) dompelde hij zijn hoofd in water dat hij bij herhaling probeerde in te ademen. Op twee schermen konden de toeschouwers hem zien wurgen en stikken. In 'The Visitation' (1974) werd telkens één persoon binnengelaten in een donkere ruimte waarin Chris Burden zichzelf voorstelde en dan zolang met de bezoeker praatte als hij wilde. In ‘Sculpture in Three Parts’ (1974) stelde hij zelf tentoon op een sokkel gedurende 48 uur tot hij uitgeput neerviel. In ‘White Light/White Heat’ (1975) bracht hij, onzichtbaar voor het publiek, 22 dagen door op een platform in een galerie, zonder te eten, te spreken of te zien.

Dat is allemaal heel gedurfd van Chris Burden, maar tenzij we meteen ook vuurspuwers, messenwerpers en degenvreters uitroepen tot erfgenamen van Michelangelo, heeft dit niets van doen met beeldhouwkunst, laat staan met kunst. Deze 'performances' zijn gewoon 'tentoongestelde werkelijkheid'. Als zodanig horen ze niet thuis in het museum, maar in het circus.

In de tweede helft van de zeventiger jaren gaat de aandacht van Chris Burden meer en meer uit naar het vervaardigen van objecten (zie Chris Burden design).





MARINA ABRAMOVIC (°1946 Belgrad)

Marina Abramovic beschrijft zichzelf als de 'grootmoeder van de performance' – een elegante manier om de grootvaders buiten spel te zetten. Zij begon haar carrière als performance kunstenares met de reeks ‘Rhythm’. In Rhythm 10 (1973) gooit ze een mes tussen haar vingers. In ‘Rhythm 5’ (1974) verstikte ze bijna temidden van een gordijn van brandende kaarsen om haar heen. Haar meest bekende performance is Rhythm 2 (1974), waarin de toeschouwers alles met haar mochten doen met 72 objecten - waaronder een schaar, een naald, een zweep en een geladen geweer. In ‘Art must be beautiful/Art Must Be Beautiful’, kamde ze haar haren met een metalen borstel en een metalen kam tot bloedens toe. Zelfverminking - met inbegrip van het snijden van een ster op haar buik met een scheermes - is ook het thema van ‘Thomas’ lips’ (1975). In ‘Role Exchange’ (1975) nam ze de plaats in van een Amsterdamse prostituee. Dan volgt de reeks ‘Freeing’. In Freeing the Voice (1975) lag Marina Abramovic op de vloer en schreeuwde gedurende drie uur om alleen maar te stoppen als ze haar stem verloor. In ‘Freeing the Memory’ (1976), deed ze vrije associatie tot er geen woorden meer kwamen en in 'Freeing the Body' (1976) danste ze acht uur lang om alleen maar te stoppen als ze ineenstuikte.

In 1975 ontmoette Abramovic Ulay (Uwe Laysiepen), die haar vaste medewerker werd in performances als "Relation in Space" (1976) , ‘Breathing in, Breathing out’ (1977), ‘Imponderabilia’ (1977) en ‘Rest energy’ (1980). In ‘The Great Wall Walk’ (1988), wandelden Marina Abramovic en Ulay 2,000 km over de Chinese Muur vanuit tegengestelde uiteinden om elkaar te ontmoeten in het midden – wat meteen hun scheiding in het reële leven bezegelde.

In "Salles d'opération de l'âme" (2000), zijn het de toeschouwers die zich moeten onderwerpen aan allerlei transgressieve ervaringen.

De laatste jaren concentreert Marina Abramovic zich op de heruitvoering van eigen performances en performances van kunstenaars als Vito Acconci, Valie Export, Gina Pane, Joseph Beuys. Ze maakte ook een soort amalgaam van haar vorige werk in de film "Balkan Baroque" (2000), geregisseerd door Pierre Coulebeuff.

De performances van Marina Abramovic zijn vormen van tentoongestelde werkelijkheid – de masochistische tegenhangers van de goede oude striptease. We hebben hier niet te maken met kunst, laat staan met theater: Marina Abramovic voert alleen maar zichzelf op, niet een of ander personage dat zichzelf verminkt. Het baat niet dat sommige van haar performances symbolisch zijn of bedoeld zijn als statements: het verbranden van een vlag tijdens een betoging is evenzeer symbolisch, maar evenmin kunst.




ORLAN (°1947)

In de zestiger jaren betreedt Orlan de wereld van de performance met haar 'street actions' (1964-1966) en met tableaux vivants naar grote naakten uit de kunstgeschiedenis. In haar 'Documentary Study: The Head of Medusa' liet ze door een vergrootglas haar vagina bekijken gedurende haar maandstonden. Ze werd beroemd met haar performance "The Artist’s Kiss" ("Le baiser de l'artiste) (1977). Spectaculair zijn haarsurgery-performances 'La Réincarnation de Sainte Orlan' (1990-1993) gedurende dewelke ze haar aangezicht liet ombouwen naar bekende kunstwerken zoals de Mona Lisa.

Orlan's performances hebben niets met kunst van doen, maar alles met tentoongestelde werkelijkheid, zoals bloemen in een vaas of een striptease. Met dit verschil dat Orlans versie van de striptease zich artistiek wil legitimeren. De onschuldige voyeuristische genoegens van haar vroege performances worden daarbij geleidelijk vervangen door de sadistische varianten in de negentiger jaren...




ADRIAN PARSONS

In April 2007 besneed Adrian Parsons zichzelf met een Zwitsers zakmes gedurende de performance 'Shrapnel' voor de tentoonstelling 'Supple' in de Warehouse Gallery, Washington, DC.




GUILLERMO VARGAS HABACUC (Costa Rica)

Kwestie van almaar de grenzen te verleggen: Guillermo Vargas Habacuc niets beter op om een straathond 'Natividad' genaamd aan een touw vast te binden aan de muur van de 'Galería Códice' in Managua (2007) en hem daar te laten sterven van honger en dorst. Over tentoongestelde werkelijkheid gesproken.... Georg Schneider heeft hem inmiddels al overtroffen: hij wil een stervende mens tentoonstellen.





ERWIN WURM (°1954)

Verwierf bekendheid met zijn "One Minute Sculptures" (1997) en "Outdoor Sculptures" tentoongesteld op verschillende plaatsen (Appenzell, Cahors, Taipeh, 1998-2000): echte mensen die een of andere scene opvoeren in een vaak vervreemdende context, een beetje in de traditie van Gilbert en George. In andere werken zijn het de toeschouwers die de aanwijzingen van Erwin Wurm moeten uitvoeren, zoals in 'Keep a cool head' (2003), waar ze hun hoofd in een koelkast moeten steken. In 'Carrying Edelbert Köb (Be nice to your curator)' (2006) is het de kunstenaar zelf die de directeur van het MUMOK in zijn armen door het museum draagt. De handelingen worden vastgelegd op foto's.

Al hebben we hier gewoonweg te maken met tentoongestelde werkelijkheid, toch beschouwt Erwin Wurm zichzelf als beeldhouwer. Ten onrechte, uiteraard. Alleen de foto's behoren tot het domein van mimesis in zoverre ze beoordeeld worden vanuit een puur artistiek standpunt. In zoverre ze worden beschouwd als documenten van de opvoeringen hebben we te maken met gewone instrumental mimesis.




SPENCER TUNICK (°1967)


Vanaf 1992 fotografeert Spencer Tunick grote aantallennaakten, aanvankelijk in New York, maar weldra ook intientallen grote steden in de beide Amerika's, Europa en Australië. Het aantal deelnemers wordt daarbij almaar groter en bereikte in Barcelona het voorlopig record van zowaar 7000. Het gaat hier in feite om een vorm van 'mass-streaking', vaak georganiseerd door musea en galeries onder de dekmantel van 'performace art', 'nude happenings', 'installaties', en zowaar 'body sculpture'. Maar dat is niet meer dan een dekmantel: er is nooit sprake van mimesis, altijd van tentoongestelde werkelijkheid - lichamen die worden tentoongesteld zoals op de cat-walk, al hebben ze bij Spencer Tunick geen kleren aan, zoals in de striptease bar. Ook de foto's die Spencer Tunick van zijn 'body sculptures' maakt overstijgen nauwelijks het niveau van het documentaire, en zijn dus niet meer dan instrumentele mimesis. Een meer uitgebreide analyse vind je in Spencer Tunick.





ANDREW BAINES (° 1963)

In 2006, richtte de Australische schilder Andrew Baines een reeks 'surrealistische menselijke sculpturen' op met mensen staande in het water met een zwart pak en bolhoed à la Magritte, eerst op Tennyson Beach (60 deelnemers), dan op St. Kilda Beach (250 deelnemers), Manly Beach (500 deelnemers) en North Cottesloe Beach (100 deelnemers):


andrew baines: manly beach


Volgens Andrew Baines gaat het hier om een poging om kunst op een hoger niveau te tillen 'off the canvas and into reality''. Onnodig erop te wijzen dat we, de referentie naar René Magritte ten spijt, hier niet te maken hebben met beeldhouwkunst, laat staan met kunst: dit is gewoon tentoongestelde werkelijkheid. Alleen de foto's of de schilderijen die Andrew Baines van het gebeuren maakt zijn kunstwerken, in zoverre ze het puur documentaire overstijgen.





DAMIEN HIRST (°1965)

Damien Hirst raakte begin van de negentiger jaren bekend met het tentoonstellen van dode dieren bewaard in formaldehyde, zoals zijn haai of een schaap in 'Away from the Flock' uit 1994. Naast dieren stelt Damien Hirst ook geneesmiddelen tentoon. In al deze gevallen hebben we te maken met tentoongestelde werkelijkheid, niet met mimesis.

In 1996 maakt hij 'Hymn', een uitvergroot anatomisch model van het menselijk lichaam. Een anatomisch model is een instrumentele nabootsing die nog eens wordt nagebootst op grote schaal en daardoor haar instrumenteel karakter verliest. Kunst dus.





LAWRENCE MALSTAF (°1972)

Een eerste reeks installaties van Lawrence Malstaf bestaat uit tentoongestelde werkelijkheid.
In Rope (1999) draait een computergestuurd touw traag rond een stoel, tot deze plots wordt weggeslingerd.




rope

In 'Fans' (2000) vechten twee ventilators, opgehangen aan een draad boven een zwart wateroppervlak, een duel uit.




fans

En in 'Tollen' (2006) brengt Malstaf grote tollen in beweging om ze met elkaar te laten interageren.

Naast processen stelt Lawrence Malstaf ook zichzelf tentoon. In “Shrink” (1995) nestelt de kunstenaar zich in een soort foetushouding in een grote plastic zak die vervolgens vacuüm wordt gezogen.




shrink

Noch de 'anti-automaten', noch Malfstaf zelf in 'Shrink' stellen iets anders voor dan wat ze zijn: geen mimesis dus, maar tentoongestelde werkelijkheid. Dit is geen bijzondere vorm van theater: er wordt geen gebeurtenis nagebootst, maar getoond.

Andere werken van Lawrence Malstaf behoren tot de ruimtelijke design of zijn niet-verbale uitspraken.





ANTHONY GORMLEY (°1950)

De meeste werken van Anthony Gormley zijn echte beeldhouwwerken (zie:Anthony Gormley).

In 2006
maakt Anthony Gormley een installatie 'Blind Light' in de Hayward Gallery in London. Ze bestaat uit een kamergrote box gevuld met een dichte wolk mist verlicht door neonlampen. De toeschouwer ziet de andere toeschouwers verschijnen doorheen de dichte mist. Deze silhouetten zijn geen beeldhouwwerken, maar gewoon tentoongestelde werkelijkheid.







EVARISTTI MARCO (°1963 Santiago, Chile)


In 2000 kreeg Evaristti wereldwijd aandacht met 'Helena': een installatie met een mixer gevuld met water met een goudvis erin in het Trapholt Art Museum in Denemarken. De toeschouwer kon het toestel al dan niet in werking stellen. In January 2007 hield Evaristti een diner met als hoofdgerecht agnolotti pasta met een gehaktbal waarin eigen lichaamsvet was verwerkt. In 2008 verkreeg hij toestemming van Gene Hathorn, een ter dood veroordeelde in Texas, om zijn lichaam na zijn terechtstelling te verwerken als visvoer voor honderden goudvissen in een groot aquarium, 'om de aandacht te vestigen op het feit dat in onze Westerse beschaving mensen wettelijk worden gedood”

In al deze gevallen hebben we niet met kunst te maken, maar met tentoongestelde of opgevoerde werkelijkheid. Zeker, de kunstenaar beweert een boodschap over te brengen zoals in zijn andere niet-verbale uitspraken, die evenmin kunstwerken zijn. Maar in bovenstaande gevallen is het duidelijk dat de boodschap niet meer is dan een voorwendsel om de aandacht te trekken door opvallende daden.


© Stefan Beyst, 2005 - 2008



Reacties: beyst.stefan@gmail.com



Op de hoogte blijven van nieuwe teksten: mailinglist


zie ook: stefan beyst over hedendaagse kunstenaars


zoek op deze site

powered by FreeFind